Pages

zondag 22 januari 2012

Motie-inflatie?


Afgelopen week publiceerde de Tweede Kamer haar jaarcijfers. Opvallend was de stijging van het aantal ingediende moties. In 2010 werden nog ‘maar’ 1734 moties ingediend; vorig jaar waren dat er ruim 3679, ruim een verdubbeling. Dat past goed in het beeld van ‘motie-inflatie’: de Kamer zou het motie-instrument zo vaak gebruiken dat het bot aan het worden is. Maar is de stijging echt zo enorm?

De cijfers over de laatste zes jaar laten inderdaad een stijging zien van het aantal ingediende moties. Onderstaande grafiek komt uit het rapport van de Tweede Kamer. Daarbij valt op dat 2010 eigenlijk een relatief rustig jaar was. De verdubbeling die tussen 2010 en 2011 zichtbaar wordt is dus niet representatief voor de trend van de afgelopen jaren: die was wel stijgend, maar niet zo sterk. In vijf jaar tijd steeg het aantal ingediende moties van 1170 tot 3679, dat is zo’n 500 moties per jaar.

Moties in de Tweede Kamer
bron: Jaarcijfers Tweede Kamer


Deze stijging heeft echter ook te maken met het aantal partijen dat in de Kamer is vertegenwoordigd en de fractiegrootte. Middelgrote fracties dienen de meeste moties in. Dat blijkt uit een regressiemodel (zie onderaan) waarin ik het aantal moties dat een partij in een bepaald jaar indient verklaar aan de hand van een aantal variabelen: fractiegrootte, coalitiedeelname, jaar en partij. De gegevens zijn afkomstig uit het rapport van de Tweede Kamer.

Onderstaande figuur geeft het aantal ingediende moties per partij per jaar weer (grijze punten) en het verwacht aantal ingediende moties volgens het model, naar gelang de fractiegrootte (jaar wordt op 2008 gehouden en de partij op de modus). De bovenste, doorgetrokken, lijn geeft het verwachte aantal ingediende moties voor een oppositiepartij. Hoe groter de partij, hoe meer moties, tot zo’n 28 zetels: dan neemt het aantal ingediende moties weer af. Bij de regeringspartijen is een zelfde verband te zien. Als er dus relatief meer middelgrote partijen zijn, zoals in de laatste periode, zal het aantal ingediende moties toenemen. Dat verband geldt overigens ook als we de SP, in zekere zin een outlier in het model met veel ingediende moties, buiten beschouwing laten.

Aantal ingediende moties naar zetelaantal
Lijnen zijn gebaseerd op onderstaand regressiemodel

Het effect van regeringsdeelname is daarnaast zeer sterk: gemiddeld genomen dient een coalitiepartij bijna 200 minder moties in dan een oppositiepartij. Dat is niet zo verwonderlijk, gezien het feit dat een motie vaak wordt geformuleerd als een opdracht aan de regering. Als het goed is, doet de regering al ongeveer wat de coalitiepartijen willen. Daarnaast zijn effecten voor individuele partijen te zien. Deze zijn vanwege de beperkte periode waaruit data beschikbaar is niet statistisch significant, maar aangezien we hier over de populatie spreken is dat hier minder relevant. We zien dat de VVD minder moties indient dan het CDA (die hier als baseline is genomen), en ChristenUnie en PvdD duidelijk meer.

De stijging per jaar is, als we voor andere effecten controleren, minder sterk dan we eerst vermoedden. Gemiddeld genomen zijn er, gecontroleerd voor andere effecten, sinds 2006 elk jaar zo’n 23 moties extra ingediend per partij. In totaal komt dat voor 10 partijen dus uit op zo’n 230 moties. Dat is de autonome stijging die we niet aan de hand van andere factoren kunnen verklaren. Dat is nog steeds een behoorlijk aantal, maar ruim de helft minder dan de eerdergenoemde 500. De grote stijging van het aantal ingediende Kamermoties is dus voor een belangrijk deel het gevolg van de veranderde politieke verhoudingen, in het bijzonder de versnippering van de Kamer.







Model 1


(Intercept)-61.20
(108.70)
Zetels31.05*
(8.73)
Zetels (kwadraat)-0.50*
(0.17)
Coalitiepartij-195.60*
(44.41)
Jaar (2006=0)23.39*
(7.82)
partijChristenUnie125.75
(97.75)
partijD6653.21
(96.41)
partijGroenLinks26.94
(90.70)
partijPvdA-73.00
(58.70)
partijPvdD75.27
(109.32)
partijPVV42.19
(82.80)
partijSGP-7.39
(107.93)
partijSP41.32
(82.65)
partijVerdonk-1.67
(117.00)
partijVVD-133.12
(74.03)
N64
R20.77
adj. R20.70
Resid. sd85.78


Standard errors in parentheses
* indicates significance at p < 0.05

Afhankelijke variabele: aantal ingediende moties door een partij in een jaar.
Zetelaantal en regeringsdeelname zijn in verkiezingsjaren als gewogen
gemiddelde berekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten