tag:blogger.com,1999:blog-48852964288793688632024-02-20T07:31:11.834+01:00blog.tomlouwerse.nlUnknownnoreply@blogger.comBlogger132125tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-78503203244726943562014-03-18T10:58:00.000+01:002014-03-18T10:58:45.303+01:00De peilingencarrousel draait door<i>Door Armen Hakhverdian, Tom Louwerse en Tom van der Meer </i><br /><br />Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur, en nog twee maanden te gaan tot de Europese verkiezingen, draait de peilingencarrousel weer op volle toeren. Mits correct uitgevoerd en geïnterpreteerd – twee grote ‘mitsen’ – vormen opiniepeilingen een fantastisch instrument met onschatbare waarde voor ons begrip van electorale processen. Peilingen bieden namelijk de mogelijkheid om politieke voorkeuren van miljoenen kiezers in kaart brengen door slechts een paar duizend van hen te ondervragen.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/peilingen/de-peilingencarrousel-draait-door/">Lees verder op Stuk Rood Vlees >></a>Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-54186027887930161842014-03-11T12:00:00.000+01:002014-03-11T13:41:48.620+01:00Verkiezingsbeloftes: wat heb je eraan?Helemaal niets. Dat is het sentiment dat bij veel kiezers leeft over het nut van de beloften die partijen in verkiezingstijd doen. In het Nationaal Kiezersonderzoek 2010 vond 92 procent dat politici tegen beter weten in meer beloven dan ze waar kunnen maken. Slechts 8% was het eens met de stelling dat politici zich aan hun beloften houden (43% neutraal, de rest (geheel) oneens).<a name='more'></a><br /><br />Onderzoek geeft een genuanceerder beeld. <a href="http://www.robertthomson.info/wp-content/uploads/2010/10/Thomson_EJPR2001_pledgesNL.pdf">Robert Thomson liet al zien</a> dat in de jaren 1990 coalitiepartijen gemiddeld 57% van hun beloften om wisten te zetten in kabinetsbeleid. Voor oppositiepartijen ligt dat percentage lager (33%), maar zij bepaalden het regeringsbeleid dan ook niet. In mijn <a href="https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/17723">eigen proefschrift</a> keek ik naar de overeenkomsten van de partijposities (ten opzichte van elkaar) in partijprogramma’s en het parlement. Die overeenkomst was en is niet perfect, maar over het algemeen namen partijen in het parlement posities in die ruwweg overeenkwamen met hun programma’s. De coalitievorming met de daarbij behorende compromissen bleek de belangrijkste verstorende factor.<br /><br />Er blijkt dus een verschil van inzicht tussen kiezers en onderzoekers. Hebben kiezers een te negatief beeld van partijpolitici – of kijken onderzoekers op een andere manier naar beloften dan burgers? Wellicht allebei een beetje. Onderzoek van <a href="http://www.robertthomson.info/wp-content/uploads/2010/10/Thomson_JoP2011_citizens_election_pledges.pdf">Thomson in Ierland</a> laat zien dat burgers vaak negatiever zijn over de vervulling van specifieke beloften dan zou moeten. Van een belofte die inderdaad vervuld was vond maar 25% van de kiezers dat deze vervuld was (50% zei ‘deels vervuld’), terwijl 64% een niet-vervulde belofte als zodanig bestempelde. Kiezers zijn dus eerder te negatief dan te positief.<br /><br />Burgers zouden beloften misschien ook op een wat minder letterlijke manier kunnen interpreteren. En partijen zouden ze ook meer expliciet zo kunnen presenteren. De SGP stelde het in zijn verkiezingsprogramma van 1972 heel treffend door te stellen dat de kiezer aan de hand van hun program:<br /><blockquote class="tr_bq">
“in zeer vele gevallen ongeveer [kan] berekenen hoe we ons in de Staten Generaal willen en zullen gedragen” (p. 3)</blockquote>
<br />Alle politici zullen hun best doen om de gevolgen van hun programma zo rooskleurig mogelijk voor te stellen. Meer banen, meer groei, meer koopkracht, minder vervuling. Daar is iedereen vóór. Kijk dus meer naar de kant die politici op willen: een kleinere overheid & lagere belastingen, behoud van de verzorgingsstaat, nivellering (of juist denivellering), meer belasting op vervuiling & minder op arbeid, meer overlaten aan werkgevers & werknemers. Dit zijn allemaal verschillende richtingen die partijen nastreven met mogelijk grote gevolgen voor hoe de samenleving eruit komt te zien. Mede door ons coalitiesysteem is het bijna niet te voorspellen welke concrete effecten dit beleid precies zal hebben op groei, banen en koopkracht. Kijk dus niet naar in de praktijk loze kreten als ‘wij willen zoveel meer banen creëren’ of ‘wat ons betreft krijgt u 1000 euro’, maar de richting die partijen op willen.<br /><br />Nog steeds zal het zo zijn dat partijen de in hun programma voorgestelde richting niet altijd nastreven. Ze sluiten compromissen om samen te kunnen regeren, zoals PvdA en VVD. Daardoor verwatert hun insteek. Partijen moeten bereid zijn om te verdedigen dat ze die compromissen hebben gesloten. Kiezers mogen ze daar natuurlijk op afrekenen. Maar kijk eens wat kritischer naar wat partijen wel en niet bereiken.<br /><br /><i>Deze blog is mede gebaseerd op mijn bijdrage aan een in april te verschijnen bundel van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) getiteld ‘<a href="http://www.rob-rfv.nl/rob/activiteiten/activiteit/19/Bijeenkomst+Poltieke+partijen%3A+overbodig+of+nodig%3F">Politieke partijen; overbodig of nodig’</a>.</i><div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-91014464621565597182014-03-06T13:40:00.000+01:002014-03-11T13:40:19.118+01:00Verbod Buma op overlopers gemeenteraad past meer bij opkomende democratieënCDA-leider Buma stelde gisteren tijdens het Radio 1 verkiezingsdebat voor om het raadsleden onmogelijk te maken om zich af te scheiden van hun partij. In Roermond, dat hij als voorbeeld noemde, zitten inmiddels zeven eenmansfracties in de raad. Drie partijen kregen bij de verkiezingen al maar een zetel, en door het uiteenvallen van twee andere partijen is het in de Roermondse raad nu politiek wat onoverzichtelijk geworden. Wie z’n raadszetel niet zelf heeft verdiend, moet hem van Buma verplicht afstaan als hij zijn fractie verlaat.<br /><a name='more'></a><br />Buma’s voorstel is opvallend – al heeft de <a href="http://stukroodvlees.nl/kiesstelsels/bumas-curieuze-kiesstelsel/">CDA-fractievoorzitter de laatste tijd wel meer opmerkelijke bestuurlijke vernieuwingen gelanceerd</a>. Regels tegen het verlaten van de fractie zijn in oude democratieën namelijk vrij uitzonderlijk. Over het gemeentelijk niveau zijn geen cijfers bekend, maar op nationaal niveau zette Kenneth Janda de beschikbare cijfers uiteen in een <a href="http://www.partylaw.leidenuniv.nl/uploads/wp0209.pdf">working paper</a>.<br /><br /> <br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/03/Tabel.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/03/Tabel.png" /></a><br /><br /><br />Van de meer gevorderde democratieën hebben alleen India, Israël, Portugal en Trinidad & Tobago (het vijfde land noemt Janda niet) wetten die ervoor zorgen dat parlementariërs hun zetel verliezen als ze hun fractie verlaten. In nieuwere en semi-democratieën zijn er veel meer voorbeelden te vinden, zoals Bulgarije, Roemenië, Mexico, Oekraïne, Nepal, Nigeria, en Tanzania.<br /><br />Het zijn dus vooral zwakkere democratieën die regels tegen parlementaire overlopers instellen. In veel van deze landen zijn partijen zwak en worden parlementariërs verleid (of gewoon omgekocht) om zich bij een andere partij aan te sluiten, in ruil voor mooie posities of bepaalde voordeeltjes voor het eigen kiesdistrict. Om dit tegen te gaan worden dergelijke praktijken verboden. Janda citeert echter ook ander onderzoek dat concludeert dat het overlopen er juist aan heeft bijgedragen dat kleinere partijen opgingen in grotere en daarmee tot meer stabiliteit in het partijsysteem. Hij concludeert zelf dat als er in opkomende democratieën al regels tegen overlopen moeten worden ingesteld, dat deze dan van tijdelijke aard zouden moeten zijn. Maar in veel landen worden overloopverboden juist grondwettelijk verankerd.<br /><br />De vraag aan Buma is dus of hij Nederlandse gemeenteraden schaart onder de opkomende democratieën? Is het nodig om in die (lokale) politieke systemen in te grijpen om ervoor te zorgen dat het partijenlandschap overzichtelijker wordt?<br /><br />Misschien zijn Buma’s zorgen over partijpolitieke versnippering in sommige gemeenten terecht. Dan nog kun je je afvragen of een verbod op partijafscheiding het juiste middel is. Het zorgt er namelijk voor dat partijen hun raadsleden veel makkelijker in de tang kunnen houden: “Ben je het niet eens met de koers van de fractie(leider)? Dan stap je toch lekker op – wij krijgen je zetel toch wel terug”. In het evenwicht tussen partij en individueel raadslid slaat de balans nu al vaak uit in de richting van de eerste. Daarom lijkt het onwenselijk om die positie nog verder te versterken.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-10976905453149964252014-02-19T09:00:00.000+01:002014-03-11T13:39:16.936+01:00PollWatch2014 brengt Europese peilingen in kaart; let op de foutmargesVandaag werd <a href="http://www.pollwatch2014.eu/">PollWatch 2014</a> gelanceerd, een website waarop recente peilingen voor de Europese verkiezingen in alle lidstaten worden samengebracht. De site maakt op basis van nationale en EP-peilingen een ‘voorspelling’ van de samenstelling van het nieuwe Europees Parlement. Voordat we dit tot de nieuwe ‘Waarheid’ (met een grote W) verheffen drie waarschuwingen:<br /><ol>
<li>De website maakt gebruik van peilingen voor het Europees parlement waar die beschikbaar zijn. Als er in een land alleen nationale zetelpeilingen beschikbaar zijn, dan worden die gecorrigeerd met een statistisch model, omdat in die peilingen middenpartijen meestal worden overschat. Die correctie werkt redelijk goed (90% goed voorspeld de dag voor de vorige verkiezingen), maar zorgt voor wat extra onzekerheid.</li>
<li>Het gaat hier alleen om peilingen. Die geven doorgaans een redelijk goed beeld van de electorale stand van zaken, maar natuurlijk dient men rekening te houden met de foutmarge en mogelijke structurele afwijkingen als gevolg van gebruikte onderzoeksmethodes.</li>
<li>De website claimt een ‘voorspelling’ van de uitslag te geven, maar het is in feite een samenvatting van de peilingen. De voor Nederland gebruikte peiling dateert van 11 januari van dit jaar. Gedurende de campagne kunnen nog heel wat zaken veranderen.</li>
</ol>
<a name='more'></a><br />Met het in acht nemen van de foutmarges gaat het, in mijn ogen, meteen al mis. Het <a href="http://www.pollwatch2014.eu/pollwatch_blog">persbericht</a> van de makers kopt ‘Socialists ahead of EPP in a more polarized parliament’. De sociaal-democraten zouden dus groter zijn dan de Europese Volkspartij. Wie iets verder leest, ziet echter:<br /><blockquote class="tr_bq">
“Using standard ways to estimate this uncertainty, the “confidence interval” around the current standing of S&D and EPP with 12 weeks until the election is about +/- 25 seats each. Also, given the situation of Socialists in France, Germany and Italy, the uncertainty is probably slightly larger for the Socialists than for the EPP and may also be lop-sided – where our current estimate is towards the upper end of the interval. Given these factors, the Socialists are likely will win between 190 and 230 seats while the EPP are likely to win between 180 and 225 seats. <b>Put this way, there is a reasonable chance (approximately 40%) that the EPP might end up being larger than the Socialists come May.</b>”</blockquote>
<br />Het is niet geheel duidelijk of het hier gaat om de foutmarge van de huidige stand van zaken of de foutmarge van de voorspelling, maar de samenstellers lijken hier geen verschil tussen te maken. Als dit zo is, dan is de bewering dat de sociaal-democraten voorliggen op z’n minst zacht. Bij de <a href="http://nos.nl/dossier/606102-peilingwijzer/tab/867/infographic/">Peilingwijzer</a> nemen we bijvoorbeeld een 95% betrouwbaarheidsmarge in acht als we uitspraken doen als ‘PVV ligt voor op de VVD’.<br /><br />Dit neemt natuurlijk niet weg dat de site op zich een mooi initiatief is die kiezers een zeker inzicht geeft in de electorale stand van zaken met betrekking tot de Europese verkiezingen. Bij de vorige verkiezingen bleken de voorspellingen van de auteurs behoorlijk accuraat. Een goed hulpmiddel dus, maar het blijven peilingen…Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-67909785886193468512014-02-18T09:00:00.000+01:002014-03-11T13:37:02.257+01:00Zijn PvdA en Leefbaar Rotterdam het echt zo vaak eens?Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht, gingen ook de lokale <a href="http://www.stemwijzer.nl/">StemWijzers</a> online. Voor veel kiezers is dat een bron van informatie over de partijstandpunten. Tijdens Buitenhof kwam de <a href="http://programma.vpro.nl/buitenhof/afleveringen/buitenhof-16-februari-rotterdam.html">kiezershulp ook ter sprake</a>. Presentator Marcia Luyten had hem gedaan en het viel haar op dat PvdA en Leefbaar Rotterdam het op “80%” van de stellingen eens was.<a name='more'></a><br /><br />Die 80% was (natuurlijk) een flinke overdrijving. In werkelijkheid zijn de twee lokale partijen het op 17 van de 30 stellingen eens (57%). Toch lijkt dat nog een behoorlijk hoog percentage, hoe zit dat dan precies?<br /><br />De verschillen tussen de partijen in de StemWijzer kunnen met behulp van de multidimensionale schaaltechniek (MDS) visueel worden weergegeven. De assen in deze figuur hebben geen betekenis. Partijen die ver van elkaar af staan zijn het vaak oneens; staan partijen dicht bij elkaar dan zijn ze het relatief vaak eens. De figuur is een benadering van de afstanden tussen de partijen, want het is niet mogelijk om de afstanden tussen alle partijen helemaal correct te vatten in een tweedimensionaal plaatje.<div style="background-color: white; border: 0px; color: #242424; font-family: Georgia, 'Times New Roman', Times, serif; font-size: 14px; line-height: 1.5em; margin-bottom: 8px; padding: 0px; vertical-align: baseline;">
<iframe height="600" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/02/graph.html" style="background-color: transparent; border-width: 0px; margin: 0px; padding: 0px; vertical-align: baseline;" width="600"></iframe></div>
<br /><br />De figuur laat zien dat de PvdA behoorlijk centraal staat in de StemWijzer. De PvdA is het 13 keer oneens met Leefbaar, 12 keer met GroenLinks, 10 keer met de SP en 15 keer met de VVD. VVD en SP zijn het 23 keer met elkaar oneens. Daarom belandt de PvdA in de figuur tussen VVD en SP in.<br /><br />Betekent dit nou dat de verschillen tussen de PvdA en Leefbaar klein zijn of dat de PvdA in Rotterdam een gematigde centrumpartij is? Dat kun je uit deze cijfers eigenlijk niet goed afleiden. Eén van de criteria bij de selectie van stellingen voor de StemWijzer is doorgaans dat ze de verschillen tussen alle paren van partijen kunnen aangeven. Er zitten dus ook juist stellingen in die de afstand tussen PvdA en andere linkse partijen vergroten. Daarnaast bepalen de partijen hun eigen standpunten in de StemWijzer, dus kunnen ze zich expres gematigd voordoen als ze denken dat dit hen electorale voordelen oplevert. Ten slotte zijn in deze analyse alle stellingen even zwaar meegewogen, terwijl bepaalde onderwerpen (voor sommige kiezers) veel zwaarder zullen wegen.<br /><br />Dat we de StemWijzer dus niet zo goed kunnen gebruiken om de overeenkomsten tussen partijen precies in kaart te brengen, is niet zo vreemd. Hij is ontwikkeld om kiezers inzicht te geven in de verschillen tussen partijen, niet de overeenkomsten. En voor kieshulpen geldt sowieso: gebruik ze als hulpmiddel, maar neem de resultaten niet voor zoete koek aan.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-78124351348023115582014-02-11T09:00:00.000+01:002014-03-11T13:35:10.039+01:00Met Xbox-gebruikers de verkiezingsuitslag voorspellen?Nu er weer verkiezingen aankomen, zal de discussie over de betrouwbaarheid en validiteit van opiniepeilingen weer oplaaien. Politicologen bekritiseren daarbij vaak peilingen die niet zijn gebaseerd op een willekeurige steekproef, zoals die van Maurice de Hond. Om mee te doen aan zijn peiling, kun je jezelf gewoon aanmelden. Uit zijn panel van tienduizenden deelnemers trekt hij elke week een steekproef. Omdat sommigen (hoger opgeleiden, politiek geïnteresseerden) meer geneigd zijn om zich aan te melden, geven dat soort peilingen volgens politicologen een vertekend beeld. Of toch niet?<a name='more'></a><br />Om te corrigeren voor afwijkingen in de steekproeftrekking gebruiken de meeste peilers een vorm van weging, zodat de peiling na het wegen representatief is voor bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij vorige verkiezingen. Van die kenmerken weten we immers hoe de bevolking verdeeld is. Als er dus maar 45% vrouwen in een steekproef zitten, kun je die in je statistische berekeningen iets zwaarder laten meewegen, zodat de resultaten wat betreft man-vrouwverdeling overeenkomen met de gehele bevolking.<br /><br />In de laatste tien jaar is een meer geavanceerde vorm van deze procedure ontwikkeld met de technische naam ‘multilevel regression and post-stratification’ (MRP, ook wel ‘Mister P.’). Naast weging maakt deze techniek gebruikt van een statistische analyse om de voorkeuren kiezersgroepen waar maar weinig informatie over is in de peilingen (bijvoorbeeld oudere, laagopgeleide allochtone vrouwen) beter in te kunnen schatten. In een recent <a href="http://5harad.com/papers/forecasting-with-nonrepresentative-polls.pdf">paper</a> gebruiken Wang, Rothschild, Goel en Gelman deze techniek om electorale voorspellingen te doen aan de hand van een niet-representatieve peiling.<br /><br />Ze gebruiken een peiling onder Xbox-gebruikers, die werd gehouden gedurende 45 dagen voor de verkiezingen van 2012. Iedereen kan raden dat Xbox-gebruikers niet echt representatief zijn voor de hele bevolking: met name het aantal oudere vrouwen dat regelmatig achter de spelcomputer kruipt, is bijzonder laag. Als je de niet-gecorrigeerde cijfers van de peiling gebruikt, wordt een grote overwinning van Romney voorspelt. Daar klopt natuurlijk weinig van.<br /><br />Indien echter gebruik wordt gemaakt van MRP, sluiten de resultaten van de Xbox-peilingen en die van traditionele peilingen redelijk goed op elkaar aan. Het verschil tussen de verkiezingsuitslag (52% voor Obama) en een gemiddelde van traditionele peilingen (iets minder dan 51%) is groter dan het verschil tussen de uitslag en de Xbox-verwachting (52.6%).<br /><br />Zou dat ook in Nederland werken? De verschillen tussen de peilingen van De Hond (die met zelf-aanmelding werkt) en andere bureaus (zonder zelfaanmelding) suggereren dat beide methodes erin slagen om dezelfde trends vast te leggen, maar dat er wel structurele verschillen zijn tussen peilingen van verschillende bureaus. Zo schat De Politieke Barometer de steun voor de PvdA structureel enkele procenten hoger in dan Peil.nl van De Hond.<br /><br /> <br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/02/PW-PvdA.png"><img height="343" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/02/PW-PvdA-750x403.png" width="640" /></a><br /><br /><b>Electorale steun (%) voor de PvdA in de Peilingwijzer en individuele peilingen (sinds verkiezingen 2012)</b><br /><br /> <br /><br />Wellicht kunnen deze verschillen worden verkleind indien meer geavanceerde methoden voor weging worden gebruikt, zoals MRP. Daarbij is het wel belangrijk dat we relevante informatie hebben over karakteristieken van de gehele bevolking (zie ook hier, <a href="http://pan.oxfordjournals.org/content/21/4/449.abstract">paywall</a>). Die informatie moet iets zeggen over de kans dat iemand meedoet aan een peiling en zijn of haar stemgedrag. Als bijvoorbeeld geslacht niet zoveel uitmaakt voor je stemgedrag, helpt het niet veel om daarvoor te wegen. Maar als politieke interesse een belangrijke factor is waarvoor we niet kunnen corrigeren, blijven we met vertekende resultaten zitten.<br /><br />Hoe dan ook: het blijft van belang om rekening te houden met de huiseffecten en foutmarges van peilingen.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-65264323555537134132014-02-04T09:00:00.000+01:002014-03-11T13:33:50.385+01:00Ledental politieke partijen: kleine daling, trend stabielGisteren <a href="http://pub.dnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/DNPPpersberichten/pers_lt2013.pdf">presenteerde</a> het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) het jaarlijkse overzicht van de ledenaantallen van de in de Tweede Kamer vertegenwoordigde politieke partijen. Het totale ledenaantal daalde licht naar zo’n 309 duizend. Belangrijke uitzondering: 50PLUS, dat haar ledental bijna zag verdubbelen naar 10.428. D66 en SGP boekten een kleine winst.<br /><a name='more'></a><br />Het is niet uitzonderlijk dat in een na-verkiezingsjaar (het jaar na het jaar waarin er Tweede Kamerverkiezingen waren) de ledentallen dalen. Dat was bij de afgelopen verkiezingen steeds het geval. In de onderstaande figuur staan de tellingen na de verkiezingen steeds in het rood: dat is elke keer een piek, waarna steeds een daling volgt. In tegenstelling tot de jaren 1980 en 1990 heffen die stijgingen en dalingen elkaar in de laatste 10 tot 15 jaar op, waardoor er niet langer sprake is van een dalende trend in het aantal partijleden. Hun absolute aantal is natuurlijk nog steeds erg laag (2,4% van de kiesgerechtigden is nu lid van een in de Kamer vertegenwoordigde partij).<br /> <br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/02/Allepartijen.png"><img height="417" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/02/Allepartijen-750x489.png" width="640" /></a><br /><br /> <br />Als we de ontwikkeling per partij bekijken valt op dat de grote verliezen nog steeds bij de traditionele grotere partijen (CDA, PvdA, VVD) te vinden zijn, terwijl de kleinere partijen stabiel zijn of een stijging laten zien. De stijging van de groep kleintjes is nu overigens vooral te danken aan de relatieve nieuwkomer 50PLUS.<br /><br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/02/LedentallenPerPartij.png"><img height="389" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/02/LedentallenPerPartij-750x457.png" width="640" /></a><br /><br /> <br /><br /> Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-20738589230079483902014-01-21T09:00:00.000+01:002014-03-11T13:32:21.032+01:00Hoe denken Kamerleden over een Europees referendum?Vandaag <a href="http://tweedekamer.nl/vergaderingen/plenaire_vergaderingen/details/index.jsp?date=21-01-2014#2013A05048">spreekt de Tweede Kamer</a> over het burgerinitiatief van het <a href="https://www.burgerforum-eu.nl/">Burgerforum-EU</a> over het houden van een referendum indien nieuwe bevoegdheden aan de Europese Unie worden overgedragen. De PVV heeft aangegeven nog een stap verder te willen gaan en <a href="http://www.nu.nl/politiek/3680287/voorstel-pvv-referendum-lidmaatschap-eu.html">een referendum te willen over het EU-lidmaatschap zelf</a>.<br /><a name='more'></a><br />Het is niet zo verwonderlijk dat uit <a href="http://www.peil.nl/?3876">een peiling</a> blijkt dat er steun is voor een referendum over nieuwe bevoegdheden; uit het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) blijkt dat burgers over het algemeen voorstander zijn van het houden van volksraadplegingen. Zo was bij het NKO van 2010 70% het (helemaal) eens met de stelling dat burgers sommige belangrijke besluiten per referendum moeten nemen en 56% steunde het idee van een referendum over nieuwe EU-verdragen (nog eens 27% koos de ‘neutrale’ antwoordoptie).<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/01/Referendum_toekomstige_verdragen.png"><img height="418" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/01/Referendum_toekomstige_verdragen-750x490.png" width="640" /></a><br /><br /> <br /><br />Kamerleden zijn over het algemeen minder te porren voor het referendum. Uit het <a href="http://www.rob-rfv.nl/documenten/migratie/binnenhofvanbinnenuit.pdf">Parlementsonderzoek</a> van Rudy Andeweg en Jacques Thomassen uit 2006 blijkt dat van de (toen) grotere partijen alleen SP- en D66-Kamerleden een bindend correctief referendum steunden, in totaal was 27% van de deelnemers aan de enquête (N=110) voorstander. Over een referendum bij toekomstige verdragswijzigingen waren politici, sommigen nog verbouwereerd over de uitslag van het Europese grondwetsreferendum uit 2005, ook al behoorlijk negatief (zie percentages in figuur hierboven). Alleen bij SP en GroenLinks was men in meerderheid vóór. Zelfs de drie LPF-Kamerleden in het onderzoek steunden zo’n referendum niet, al moet gezegd worden dat die partij eind 2006 ook in de ontbindende fase zat.<br /><br />Daarmee gaan hier twee verschillen tussen de meerderheid van de Kamerleden en de meerderheid van de kiezers hand-in-hand: opvattingen over Europese integratie (burgers over het algemeen negatiever) en opvattingen over directe democratie (burgers over het algemeen positiever). Los van de merites van het voorstel om bij verdragswijzigingen een referendum te houden, moet deze ‘dubbele kloof’ politici toch enige zorgen baren.Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-72352410415440225982014-01-14T13:29:00.000+01:002014-03-11T13:29:29.913+01:00Wat zeggen Tweede Kamerpeilingen over de gemeenteraadsverkiezingen?In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in maart dit jaar zullen politieke peilingen weer meer in de belangstelling staan. Bij gebrek aan beter wordt daarbij vaak gekeken naar de peilingen voor de Tweede Kamer. Maar hoeveel zeggen die Tweede Kamerpeilingen nu eigenlijk over de gemeenteraadsverkiezingen (en omgekeerd)?<a name='more'></a><br /><br />Als we een simpele vergelijking maken tussen de peilingen gehouden net voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 en de opgetelde uitslag van die verkiezingen, zien we grote verschillen tussen die peilingen en de uitslag (omgerekend naar Kamerzetels). Dat komt niet omdat de peilingen niet zouden kloppen, maar omdat ze gericht zijn op de Tweede Kamer en niet op de gemeenteraden. Dit verschil zien we op een aantal manieren terug.<br /> <br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/01/Figuur_Vergelijking_Peilingen_GR2010.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2014/01/Figuur_Vergelijking_Peilingen_GR2010.png" /></a><br /><br /> <br /><br />Allereerst is er een deelname-effect: sommige landelijke partijen doen niet in alle gemeenten mee en vergaren daarom landelijk gezien minder stemmen. In 2010 was dit het duidelijkst voor de PVV, die alleen in Den Haag en Almere meedeed. Hoewel de partij in beide gemeenten erg goed scoorde, stelde het aantal stemmen op landelijke schaal niet zoveel voor. Omgekeerd zijn er veel lokale partijen (bij elkaar zelfs het grootste) die in landelijke peilingen überhaupt niet voorkomen. Een deel van de landelijke PVV-stemmers zal voor <a href="http://www.peil.nl/?2893">een lokale partij stemmen, maar lokale partijen halen ook stemmen bij andere landelijke partijen vandaan</a>. Daarnaast zijn er lokaal tal van samenwerkingslijsten, bijvoorbeeld tussen de kleine Christelijke partijen en tussen progressieve partijen, die het beeld vertroebelen.<br /><br />Ten tweede is er een opkomst-effect: bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 kwam 54,1 % van alle kiezers op, vergeleken met 75,4% bij de Tweede Kamerverkiezingen in dat jaar. Kiezers van sommige partijen zijn erg trouw, terwijl kiezers van bijvoorbeeld PVV en SP minder geneigd zijn om in zogenoemde second order verkiezingen op te komen. Dat effect was bijvoorbeeld <a href="http://blog.tomlouwerse.nl/2011/02/opkomst-bepalende-factor-bij.html">zichtbaar</a> bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen. Voor veel partijen zal de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen zich dus vooral (moeten) richten op mobilisatie van de eigen achterban: zorg ervoor dat mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen bereid zijn een stem uit te brengen, dat ook voor de gemeenteraad doen.<br /><br />Ten derde spelen allerlei lokale omstandigheden een rol. Zelfs als we de geaggregeerde cijfers zouden corrigeren voor deelname en opkomst, dan nog kunnen lokale onderwerpen, beroemdheden en andere omstandigheden het beeld voor specifieke gemeenten veranderen. Zo verloor GroenLinks in Leiden in 2010 tegen de trend en verwachting in stemmen, waarschijnlijk door onduidelijke en impopulaire standpunten op een aantal belangrijke lokale onderwerpen. Zelfs als we uit landelijke cijfers dus een brede trend destilleren, kunnen lokale cijfers daar in belangrijke mate van afwijken.<br /><br />Als laatste moet men bij het interpreteren van dit soort cijfers goed kijken naar het vergelijkingsmoment. Het CDA scoorde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 behoorlijk slecht (14,8%), maar het evenaren van zo’n uitslag zou gezien de score van de partij bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen (8,5%) waarschijnlijk als een grote overwinning worden bestempeld. Voor een partij als GroenLinks lijkt het evenaren van de uitslag van GR 2010 (6,7%) bijna onmogelijk na de desastreus verlopen Kamerverkiezingen van 2012 (2,3%), dus daar zal men alles wat beter is dan die laatste uitslag als herstel bestempelen. De VVD was ten tijde van de vorige gemeenteraadsverkiezingen nog niet (15,7%) begonnen aan de electorale opmars die in de verkiezingsoverwinning van Rutte in juni 2010 zou eindigen (20,5%). Het lijkt voor de VVD bijna onmogelijk om de goede uitslag van TK 2012 te evenaren (26,6%), mede door competitie van lokale partijen. Die partij zal de uitslag dus vooral willen vergelijken met de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Zo is er voor bijna elke partij wel een vergelijkingsmoment dat goed of slecht uitpakt. Voer voor de spinners dus.<br /><br />Wat kunnen we dan wel met peilingen voor de lokale verkiezingen? Het beste is natuurlijk om specifiek te peilen voor een gemeente. Als zo’n peiling goed wordt uitgevoerd is dat een goede graadmeter voor de lokale electorale stand van zaken. Pas daarbij wel op voor<a href="http://leidenkiest.nl/">internetpeilingen</a> <a href="http://www.weertdegekste.nl/blog/2013/04/peiling-tussentijdse-peiling-gemeenteraad/">waaraan iedereen</a> (meerdere malen) mee kan doen: de uitslag daarvan heeft <a href="https://twitter.com/jelkeb/status/421987874104307712">geen betekenis</a>.<br /><br />Landelijke peilingen naar lokale voorkeur zijn informatiever dan Tweede Kamerpeilingen, al is het daar ook moeilijk om rekening te houden met de positie van de lokale partijen. Doorgaans wordt dan de optie ‘Lokale partij’ aangeboden, in plaats van de specifieke lokale opties. Bovendien blijven opkomst-effecten een probleem, tenzij daar voor wordt gecorrigeerd in de peiling. Algemene trends zijn uit Tweede Kamerverkiezingen wel voorzichtig te destilleren, als men rekening houdt met deelname, opkomst en het vergelijkingsmoment.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-40983251997658650012014-01-03T09:00:00.000+01:002014-03-11T13:28:19.081+01:00Veranderen moties van wantrouwen de standpunten van oppositiepartijen?Moties van wantrouwen zijn een steeds populairder instrument van oppositiepartijen. Uit een<a href="http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3515872/2013/09/25/Steeds-vaker-moties-van-wantrouwen-in-stemming.dhtml"> overzicht in de Volkskrant </a>blijkt dat sinds de eeuwwisseling maar liefst 37 van die moties werden ingediend in de Tweede Kamer, al werd er geen enkele aangenomen. Zo’n motie lijkt dus vooral een signaalfunctie te hebben, richting regering, maar vooral ook richting kiezers: op dit onderwerp maakt de regering het wel heel bont. Maar hoe beïnvloeden deze moties de stellingname van oppositiepartijen bij volgende verkiezingen? Een recent verschenen artikel betoogt dat oppositiepartijen hun standpunten eerder zullen wijzigen als er in het jaar voor verkiezingen veel moties van wantrouwen zijn aangenomen.<br /><a name='more'></a><br />De analyse van Zeynep Somer-Topcu en Laron Williams in de European Journal of Political Research (<a href="http://web.missouri.edu/~williamslaro/Somer-Topcu%20and%20Williams%20forthcoming.pdf">pdf</a>) richt zich op verkiezingen in 19 moderne democratieën tussen 1970 en 2007. Ze kijken of oppositiepartijen de standpunten in hun verkiezingsprogramma wijzigen ten opzichte van het vorige programma; meer precies kijken ze in hoeverre oppositiepartijen zich inhoudelijk distantiëren van regeringspartijen. Ze laten zien dat oppositiepartijen zich meer distantiëren van regeringspartijen indien er veel moties van wantrouwen zijn ingediend. Bovendien illustreren Somer-Topcu en Williams dat partijen hun politieke posities vooral wijzigen indien het economisch slecht gaat. Als het Bruto Binnenlands Product daalt, leiden moties van wantrouwen tot een aanpassing van standpunten. Indien het BBP groeit, hebben moties van wantrouwen eigenlijk geen effect op de stellingname van oppositiepartijen.<br /><br /> <br /><b>Oorzaak of gevolg?</b><br />Opvallend is dat de auteurs van het artikel aannemen dat het causaal verband in één bepaalde richting gaat: partijen passen hun standpunten aan omdat er meer moties van wantrouwen zijn ingediend. Hiervoor geven de auteurs eigenlijk maar weinig argumenten. Hun studie is in die zin beperkt omdat ze alleen kijken naar de standpunten van oppositiepartijen bij de verkiezingen aan het begin en einde van de parlementaire periode. Partijen passen hun standpunten echter doorgaans al eerder aan, zeker als het economisch slecht gaat. Zouden de vele moties van wantrouwen in zo’n geval niet vooral een gevolg zijn van veranderende standpunten van de oppositiepartijen?<br /><br />Somer-Topcu en Williams laten in een aanvullende analyse (<a href="http://web.missouri.edu/~williamslaro/EJPR%20Replication.zip">zip-bestand</a>) zien dat oppositiepartijen hun standpunten ook aanpassen indien ze een motie van wantrouwen niet zelf indienen. Dat suggereert dat oppositiepartijen reageren op het optreden van hun oppositiegenoten. Gaan die er hard in, dan wijzigen ook partijen die de moties van wantrouwen niet medeondertekenden hun standpunten. Opnieuw is echter de vraag of hier sprake is van een causaal verband. Oppositiepartijen ondersteunen misschien niet alle moties van wantrouwen, maar dergelijke moties geven doorgaans wel blijk van een verstoorde relatie tussen oppositie en kabinet. Ook hier is het dus niet duidelijk of de veranderingen in de standpunten van oppositiepartijen de oorzaak of het gevolg zijn van de moties van wantrouwen.<br /><br />Toekomstig werk zal de veranderingen in de standpunten gedurende parlementaire periodes beter in kaart moeten brengen. Dan kunnen we beter zien of partijen eerst hun standpunten wijzigen en dan hun parlementaire strategie of andersom. Juist die vraag is van belang om te bepalen of partijen hun standpunten vooral strategisch aanpassen op het gedrag van concurrenten of dat hun parlementaire strategie (ook) het gevolg is van eerder ingenomen posities. Vanuit de literatuur over politieke representatie is te hopen dat dit laatste (ook) het geval is.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-90971528252572999092013-11-29T09:00:00.000+01:002014-03-11T13:26:38.364+01:00SP en PVV stemmen heel verschillend, ook op populistische onderwerpenPopulistische partijen stonden de afgelopen jaren centraal in de wetenschappelijke belangstelling. De <a href="http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/01402382.2010.508901">verklaringen voor hun succes</a>, <a href="http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0261379412001357">de achterban</a>, <a href="http://matthijsrooduijn.nl/a-populist-zeitgeist-programmatic-contagion-by-populist-parties-in-western-europe/">invloed op andere partijen</a>, <a href="http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1467-9248.2012.00947.x/abstract">regeringsdeelname</a> en vele andere aspecten werden de afgelopen jaren onder de loep gelegd. Steeds komt daarbij de vraag naar boven wat populisme nu eigenlijk is. Veel van de antwoorden die op die vraag worden gegeven zijn gebaseerd op een zorgvuldige analyse van het karakter en de standpunten van partijen die als populistisch bestempeld worden. Daarbij komen kenmerken als <a href="http://journals.cambridge.org.elib.tcd.ie/action/displayAbstract?fromPage=online&aid=9005154&fulltextType=RA&fileId=S0017257X13000304">anti-elitair en het opkomen voor ‘het (homogene) volk’ steeds weer naar voren</a>. De vraag is in hoeverre deze populistische kenmerken terug te vinden zijn in het parlementaire gedrag van populisten. Is er iets te bespeuren als populistisch stemgedrag in de Tweede Kamer of stemmen populistische partijen toch vooral op basis van hun (andere) ideologische standpunten?<br />
<a name='more'></a><br />
<br />
<a href="http://www.simonotjes.nl/index.php/en/">Simon Otjes</a> en ikzelf hebben het parlemenatire stemgedrag van de Partij voor de Vrijheid (PVV) en de Socialistische Partij (SP) voor de periode 2004-2010 naast elkaar gelegd (<a href="http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/1467-9248.12089/abstract?deniedAccessCustomisedMessage=&userIsAuthenticated=false">paywall</a>). Deze twee partijen worden in de literatuur vaak aangeduid als voorbeelden van een linkse en een rechtse populistische partij. Dat is bijzonder, want in geen enkel ander Europees land vinden we beide soorten populisme op hetzelfde moment terug in het parlement. Toegegeven, wat de SP betreft is er een debat in hoeverre deze partij nog echt populistisch is sinds de jaren 2000, maar ook recentelijk zijn elementen van anti-elite en pro-volk retoriek nog duidelijk terug te vinden in het <a href="http://www.sp.nl/2010/2011verkiezingsprogrammaSP.pdf">verkiezingsprogramma</a> van de partij.<br />
<br />
De SP en PVV vertonen beide populistische trekken, maar ze zijn in programmatisch opzicht heel verschillend. De SP kiest voor een uitgesproken linkse koers, terwijl de PVV een cultureel rechts en nationalistisch beleid voorstaat. We verwachten dan ook <a href="http://blog.tomlouwerse.nl/2011/05/sp-trouwste-bondgenoot-van-de-pvv.html">niet dat de partijen op alle onderwerpen vaak samen zullen stemmen</a>: ze doen dat in zo’n 44% van de stemmingen, terwijl GroenLinks ruim 80% hetzelfde stemt als de SP en de VVD meer dan 70% hetzelfde als de PVV. Maar als het gaat om onderwerpen die raken aan de kern van het populisme, zoals democratisering en het (ongevraagd) overhevelen van nationale taken aan de Europese Unie, zouden we verwachten dat SP en PVV elkaar relatief vaker kunnen vinden.<br />
<br />
<br />
<br />
<a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/11/populisten_parlement.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/11/populisten_parlement-750x491.png" height="417" width="640" /></a><br />
<br />
<br />
<br />
Als we kijken naar stemmingen over moties en amendementen over democratische vernieuwing, dan zien we nauwelijks toenadering tussen PVV en SP. Ze stemmen wel iets vaker samen dan gemiddeld, maar dat doen bijna alle partijen op deze onderwerpen. Wat Europa betreft zien we wel een duidelijk verschil, zeker als het gaat om kwesties als de inrichting van de Europese Unie. Daar zijn SP en PVV het vaker eens en dat zien we terug in het stemgedrag.<br />
<br />
We hebben ook gekeken naar stemgedrag over migratie. Soms wordt beweerd dat een vijandige houding ten opzichte van ‘anderen’ onderdeel zou zijn van populisme; dat wordt dan vaak vertaald als een kritische houding ten opzichte van immigratie. We zien in het Nederlandse stemgedrag juist dat SP en PVV op dit onderwerp nog minder vaak hetzelfde stemmen als ze normaal al doen. Migratie is dus eerder een onderwerp dat hoort bij radicaal-rechts populisme, dan bij populisme in het algemeen.<br />
<br />
Populisme laat zich in het parlementaire gedrag van partijen dus niet duidelijk zien. Voor SP en PVV zijn andere standpunten doorgaans veel belangrijker voor hun stellingname in parlementair stemgedrag. Het is dus <a href="http://blog.tomlouwerse.nl/2011/05/sp-trouwste-bondgenoot-van-de-pvv.html">te gemakkelijk om links- en rechtspopulistische partijen op één hoop te gooien</a>: beide zijn wellicht ontevreden over wat de zittende elite doet voor de gewone man, maar in de praktijk gedragen deze partijen zich heel anders.<br />
<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-50892443819259209112013-11-08T12:20:00.003+01:002014-03-11T13:01:45.088+01:00Als de kat van huis is… Kamer zonder regering in BelgiëDe laatste regeringsformaties in België waren bijzonder moeilijk. Vanwege het complexe federale systeem waarin de belangen van Franstaligen en Vlamingen in evenwicht worden gehouden, deed men er in 2010-2011 maar liefst 541 dagen over om een nieuwe regering te vormen. Gedurende die tijd werd er niet (echt) geregeerd, maar het parlement ging natuurlijk wel door met zijn werkzaamheden. Welke gevolgen had dat voor parlementair (stem)gedrag van de Belgische partijen? Deze casus is niet alleen interessant voor de zuiderburen, maar biedt ook inzicht in de mate waarin coalitievorming invloed heeft op het parlementaire werk.<br />
<a name='more'></a><br />
In een recent verschenen artikel van Peter van Aelst en mijzelf (<a href="http://dx.doi.org/10.1080/01402382.2013.832953">paywall</a>) vergelijken we parlementair stem(gedrag) tijdens de lange formaties van 2007 en 2010-2011 met de situatie waarin wel een missionair kabinet bestaat. Omdat kabinetten in parlementaire systemen afhankelijk zijn van de steun van het parlement heeft coalitievorming doorgaans een grote invloed op parlementair stemgedrag. We zouden verwachten dat die invloed afneemt op het moment dat er geen volwaardige missionaire regering is.<br />
<div>
<br />
<img src="http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/d/da/Chambre_Belgique_interieur.jpg/360px-Chambre_Belgique_interieur.jpg" /><br />
<br />
<b>De Kamer van Volksvertegenwoordigers in België </b><br />
<i>(Foto: Francois Lambregts)</i><br />
<br />
Allereerst verwachtten we meer wetgevingsinitiatieven van Kamerleden, in vergelijking met de regering. Kamerleden waren inderdaad behoorlijk actief en dienden ruim 1500 voorstellen in gedurende het zittingsjaar 2010-2011. Ze waren echter niet erg succesvol: het resulteerde in slechts 72 aangenomen wetten. Omdat de demissionaire regering echter ook maar weinig wetgeving indiende (73 aangenomen wetten), was wel een groter deel van de tot stand gekomen wetten een initiatief vanuit de Kamer.<br />
<br />
Ten tweede keken we naar de patronen van stemgedrag. In België verloopt dit stemgedrag, nog meer dan in andere landen, sterk langs de lijnen van coalitie en oppositie. Vaak is het stemgedrag van de coalitiepartijen identiek. Inhoudelijke gronden, zoals de links-rechts positie van partijen, spelen een secundaire rol. We zagen duidelijke veranderingen tijdens de formatieperioden. De uitgaande coalitie stemde veel minder vaak hetzelfde, terwijl er een veel duidelijker links-rechts patroon in het stemgedrag waarneembaar was. Toch bleef de tegenstelling tussen coalitie en oppositie nog wel enige rol spelen in het stemgedrag, zeker in de periode 2010-2011. Er moest immers nog steeds een begroting worden opgesteld waarvoor steun allereerst bij de coalitiepartijen gezocht werd.<br />
<br />
Het laatste onderzochte aspect was eenheid in stemgedrag binnen fracties. Zouden fractieleden minder onder druk staan van partijdiscipline en daardoor de ruimte nemen om vaker afwijkend te stemmen? De cijfers laten zien dat de eenheid in stemgedrag onverminderd hoog bleef. Een verklaring daarvoor is dat Kamerleden wellicht minder noodzaak hadden om af te wijken van de partijlijn, omdat de partij meer op basis van de inhoud kon stemmen. Een andere verklaring is dat partijen de teugels niet te veel wilden laten vieren, omdat eenheid in stemgedrag weer noodzakelijk zou zijn na de vorming van een kabinet.<br />
<br />
Als de kat van huis is, zijn de muizen dus vooral bang dat hij weer terugkomt. Er waren wel veranderingen in het parlementaire gedrag tijdens de lange formaties, maar die waren relatief beperkt. België is niet het enige land dat te maken heeft met lange formaties; soortgelijke problemen deden zich voor in Griekenland (nieuwe verkiezingen waren nodig), Italië en zelfs de Duitse formatie duurt nu relatief lang. Geven deze formatieperikelen de ruimte aan parlementen om de balans met de regeringen wat te herstellen of houden regeringen parlementen in de greep zelfs als ze nog niet geformeerd zijn?</div>
<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-84998223922544968412013-10-04T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:57:35.961+01:00Ieren stemmen over afschaffing ‘elitaire’ senaatVandaag stemmen de Ierse kiezers in een referendum over de afschaffing van hun Senaat. Terwijl in Nederland de positie van de Eerste Kamer misschien wel belangrijker is dan ooit, overheerst in Ierland het gevoel dat hun ‘Eerste Kamer’ geen toegevoegde waarde heeft. Zelfs de tegenstanders van afschaffing koesteren niet echt warme gevoelens voor het Hogerhuis.<br /><a name='more'></a><br />De Seanad (Senaat) is een <a href="http://books.google.ie/books?id=PN38ksJ7nK8C&lpg=PT203&pg=PT202#v=onepage&q&f=false">vrij zwakke kamer</a> in het Ierse parlement. Men kan wetten niet tegenhouden, maar alleen vertragen met 90 dagen. Als de Dáil (de Ierse ‘Tweede Kamer’) het niet eens is met de amendementen van de Seanad kan ze die gewoon naast zich neerleggen. Bovendien heeft de regering meestal een meerderheid in de senaat. De premier mag zelfs 11 van de 60 leden benoemen. Van die politieke vrienden hoeven ze doorgaans weinig te vrezen. Sinds 1964 heeft de Ierse senaat geen wetsvoorstel van de regering meer verworpen.<br /><br />De afschaffing van de Senaat was één van de beloften van Taioseach (premier) Enda Kenny’s partij Fine Gael. Eigenlijk wordt de maatregel door alle grote partijen gesteund: coalitiepartner Labour was al voor en ook de links-nationalistische oppositiepartij Sinn Fein verklaarde zich tegenstander van de senaat. Deze partijen zetten de senaat weg als een elitistisch en ondemocratisch clubje. De senaat wordt inderdaad niet democratisch verkozen, maar deels benoemd (door de premier), deels door raadsleden, leden van de Dáil en vertrekkende senatoren verkozen (doorgaans een kleine duizend personen) en zes universitaire leden worden gekozen door de afgestudeerden van universiteiten, waarvan de helft door Trinity College Dublin. Een elitair clubje dus; dat zijn deze partijen liever kwijt dan rijk.<div style="background-color: white; border: 0px; color: #242424; font-family: Georgia, 'Times New Roman', Times, serif; font-size: 14px; line-height: 1.5em; margin-bottom: 8px; padding: 0px; vertical-align: baseline;">
<br /></div>
<div class="wp-caption aligncenter" id="attachment_2161" style="-webkit-box-shadow: rgb(136, 136, 136) 2px 2px 3px; background-color: #f9f9f9; background-image: url(http://stukroodvlees.nl/wp-content/themes/mantra/images/pins/Pin2.png); background-position: 50% 1px; background-repeat: no-repeat no-repeat; border-bottom-left-radius: 4px; border-bottom-right-radius: 4px; border-top-left-radius: 4px; border-top-right-radius: 4px; border: 1px solid rgb(221, 221, 221); box-shadow: rgb(136, 136, 136) 2px 2px 3px; clear: both; color: #333333; font-family: Georgia, 'Times New Roman', Times, serif; font-size: 16px; line-height: 18px; margin: 0px auto 20px; max-width: 810px; padding: 22px 4px 4px; text-align: center; vertical-align: baseline; width: 239px;">
<a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/10/fine-gael.jpg" style="background-color: transparent; border: 0px; color: #b20a0e; margin: 0px; padding: 0px; text-decoration: none; vertical-align: baseline;"><img alt="fine gael" class=" wp-image-2161 " height="307" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/10/fine-gael.jpg" style="-webkit-box-shadow: none !important; background-color: transparent; border: none !important; box-shadow: none !important; height: auto; margin: 5px 5px 0px; max-width: 100%; padding: 0px; vertical-align: baseline;" width="229" /></a><div class="wp-caption-text" style="background-color: transparent; border: 0px; color: #242424; font-family: 'Segoe UI', Arial, sans-serif; font-size: 12px; line-height: 1.5em; margin: 5px; padding: 0px; vertical-align: baseline;">
Verkiezingsposter Fine Gael</div>
</div>
<div style="background-color: white; border: 0px; color: #242424; font-family: Georgia, 'Times New Roman', Times, serif; font-size: 14px; line-height: 1.5em; margin-bottom: 8px; padding: 0px; vertical-align: baseline;">
<br /></div>
Bovendien hamert Fine Gael op de besparingen die het afschaffen van de senaat met zich mee zou brengen. Twintig miljoen per jaar was er becijferd, hoewel dat ook in <a href="http://www.irishtimes.com/news/politics/ex-fg-member-accuses-party-of-spreading-false-propaganda-on-seanad-1.1546430">twijfel wordt getrokken</a>. Zestig politici op straat zetten én 20 miljoen per jaar bezuinigen, dat zijn twee vliegen in één klap volgens Fine Gael.<div style="background-color: white; border: 0px; color: #242424; font-family: Georgia, 'Times New Roman', Times, serif; font-size: 14px; line-height: 1.5em; margin-bottom: 8px; padding: 0px; vertical-align: baseline;">
<br /></div>
<div class="wp-caption aligncenter" id="attachment_2162" style="-webkit-box-shadow: rgb(136, 136, 136) 2px 2px 3px; background-color: #f9f9f9; background-image: url(http://stukroodvlees.nl/wp-content/themes/mantra/images/pins/Pin2.png); background-position: 50% 1px; background-repeat: no-repeat no-repeat; border-bottom-left-radius: 4px; border-bottom-right-radius: 4px; border-top-left-radius: 4px; border-top-right-radius: 4px; border: 1px solid rgb(221, 221, 221); box-shadow: rgb(136, 136, 136) 2px 2px 3px; clear: both; color: #333333; font-family: Georgia, 'Times New Roman', Times, serif; font-size: 16px; line-height: 18px; margin: 0px auto 20px; max-width: 810px; padding: 22px 4px 4px; text-align: center; vertical-align: baseline; width: 250px;">
<a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/10/labour.jpg" style="background-color: transparent; border: 0px; color: #b20a0e; margin: 0px; padding: 0px; text-decoration: none; vertical-align: baseline;"><img alt="Labour voert campagne met de historisch gezien opmerkelijke slogan 'One People, One Parliament, One Vote'" class="size-full wp-image-2162" height="175" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/10/labour.jpg" style="-webkit-box-shadow: none !important; background-color: transparent; border: none !important; box-shadow: none !important; height: auto; margin: 5px 5px 0px; max-width: 100%; padding: 0px; vertical-align: baseline;" width="240" /></a><div class="wp-caption-text" style="background-color: transparent; border: 0px; color: #242424; font-family: 'Segoe UI', Arial, sans-serif; font-size: 12px; line-height: 1.5em; margin: 5px; padding: 0px; vertical-align: baseline;">
Labour voert campagne met de historisch gezien opmerkelijke slogan ‘One People, One Parliament, One Vote’</div>
</div>
Eén grote partij verzet zich tegen afschaffing van de senaat, de voormalige regeringspartij (en nu grootste oppositiepartij) Finna Fail. Zij wijst er, net als een <a href="http://politicalreform.ie/2013/09/21/why-i-will-be-voting-no-in-the-seanad-referendum/">aantal politicologen</a>, op dat het echte probleem niet zozeer bij de senaat zit, maar in het lagerhuis. De senaat heeft geen echte macht, maar brengt vaak goede amendementen in die de gekozen parlementariërs in het lagerhuis gewoon handhaven. Het echte probleem ligt in de ijzeren greep van de regering op het lagerhuis, de Dáil. De regering controleert de agenda en handhaaft de partijlijn strak; stem je volgens je geweten, dan <a href="http://www.independent.ie/irish-news/politics/fine-gael-starts-evidence-book-on-party-rebels-29582043.html">wordt je zonder pardon uit de fractie geknikkerd</a>. Hoewel er voor deze argumenten best wat te zeggen valt, is Fianna Fáil een verdachte boodschapper: tijdens de vorige verkiezing voerde de partij nog campagne vóór afschaffing van het hogerhuis.<div class="wp-caption aligncenter" id="attachment_2165" style="-webkit-box-shadow: rgb(136, 136, 136) 2px 2px 3px; background-color: #f9f9f9; background-image: url(http://stukroodvlees.nl/wp-content/themes/mantra/images/pins/Pin2.png); background-position: 50% 1px; background-repeat: no-repeat no-repeat; border-bottom-left-radius: 4px; border-bottom-right-radius: 4px; border-top-left-radius: 4px; border-top-right-radius: 4px; border: 1px solid rgb(221, 221, 221); box-shadow: rgb(136, 136, 136) 2px 2px 3px; clear: both; color: #333333; font-family: Georgia, 'Times New Roman', Times, serif; font-size: 16px; line-height: 18px; margin: 0px auto 20px; max-width: 810px; padding: 22px 4px 4px; text-align: center; vertical-align: baseline; width: 184px;">
<a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/10/fianna-fail.jpg" style="background-color: transparent; border: 0px; color: #b20a0e; margin: 0px; padding: 0px; text-decoration: none; vertical-align: baseline;"><img alt="Fianna Fail veranderde van mening over de afschaffing van de senaat en vraagt nu om 'echte hervormingen'" class=" wp-image-2165 " height="368" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/10/fianna-fail-355x750.jpg" style="-webkit-box-shadow: none !important; background-color: transparent; border: none !important; box-shadow: none !important; height: auto; margin: 5px 5px 0px; max-width: 100%; padding: 0px; vertical-align: baseline;" width="174" /></a><div class="wp-caption-text" style="background-color: transparent; border: 0px; color: #242424; font-family: 'Segoe UI', Arial, sans-serif; font-size: 12px; line-height: 1.5em; margin: 5px; padding: 0px; vertical-align: baseline;">
Fianna Fail veranderde van mening over de afschaffing van de senaat en vraagt nu om ‘echte hervormingen’</div>
</div>
Peilingen laten een duidelijke meerderheid zien voor afschaffing van de Senaat (ruim 60%), maar bij eerdere referendums hebben de Ierse kiezers voor een verrassende uitslag gezorgd. Veel kiezers zijn nog onbeslist, maar de vraag is of zij zich in grote getale tegen het afschaffen zullen keren. Eerder blijven ze thuis omdat het voor veel kiezers een non-issue is. Als Ierland de senaat afschaft volgt zij het voorbeeld van de Scandinavische landen, waar de hogerhuizen in de laatste decennia zijn gesneuveld.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-40486734080791116522013-09-25T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:56:09.946+01:00Eerste dag Algemene Beschouwingen in 10 grafiekenOp woensdag debatteerden de fractievoorzitters in de Tweede Kamer tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Dat hoogtepunt van het parlementaire jaar gaat altijd gepaard met veel analyse: wie doet het ‘goed’ en ‘slecht’. Wie debatteert het best en wie weet zijn collega’s weer het beste op de kast te jagen? Maar wat zeiden de heren en dame nu eigenlijk? Aan de woordkeuze van de politici is vaak al een hele hoop af te leiden.<br /><a name='more'></a><br />Hieronder wordt per partij weergegeven welke woorden de fractievoorzitter van deze partij relatief vaker gebruikte dan zijn of haar collega’s. Dit is gebaseerd op de spreektekst van de verschillende fractievoorzitters (of in het geval van de VVD een samenvatting daarvan; 50PLUS had helaas niets op de site staan). Daarbij wordt telkens de ‘woordstam’ genomen, zodat vergelijkbare woorden (bijv. hervormen, hervorming, hervormde) samen worden genomen. Hoe groter een woord staat afgedrukt, hoe meer kenmerkend het is voor de inbreng van de betreffende partij. Hoe verder naar rechts het staat, hoe vaker de partij het woord in absolute zin gebruikt.<br /><br /> <br /><br /><b>VVD</b><br /><br />De grootste regeringspartij heeft de staatsschuld in het vizier. Geen andere fractievoorzitter nam dat woord zo vaak in de mond. Want ja, een ‘schuld’ kost nu eenmaal ‘rente’ en die moeten ‘we’ met z’n allen betalen. Dat ‘we’ zien we ook bij een aantal andere fractievoorzitters terug, terwijl anderen dat nauwelijks gebruiken. Zijlstra zegt het in elk geval heel vaak.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_VVD.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_VVD.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>PvdA</b><br /><br />Samsom sprak over alle verandering in de wereld waaraan we ons zouden moeten aanpassen. Hij werd daarbij geïnspireerd door Drees, idealisme en iemand uit Heerenveen.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_PVDA.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_PVDA.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>PVV</b><br /><br />Wat Wilders van het kabinet vond was duidelijk: genoeg is genoeg.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_PVV.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_PVV.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>SP</b><br /><br />Roemer spreekt vaak over ‘de regering’ als hij het kabinetsbeleid aanvalt. Die regering luistert niet naar de mensen. De zorg is ook altijd een vast thema bij de SP, net als andere sociaal-economische onderwerpen.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_SP.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_SP.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>CDA</b><br /><br />Het CDA kiest onder Buma duidelijk voor een rechtse koers. Buma spreekt veel over nivelleren (voorstanders noemen dat een eerlijke inkomensverdeling, of de sterkste schouders zwaarste lasten). Zowel belastingverlaging als belastingverhoging komen vaak voorbij.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_CDA.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_CDA.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>D66</b><br /><br />Pechtold koos vaak woorden die samenhingen met vooruitgang, hervorming, alternatieven en optimisme. Ook vroeg hij zich af hoe hard dat regeerakkoord nu precies was.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_D66.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_D66.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>CU</b><br />Denk je aan de ChristenUnie, dan denk je natuurlijk aan ‘het gezin’. Maar ook aan hoop en gerechtigheid. Ook werkgelegenheid noemde Slob veel.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_CU.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_CU.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>GroenLinks</b><br /><br />Van Ojik sprak over visie: of de premier die nou wel of niet had – en of dat dan de goede was met alle bezuinigingen. Woorden gerelateerd aan milieu waren minder onderscheidend, op energie na.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_GL.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_GL.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>SGP</b><br /><br />Van der Staaij wilde zijn collega’s meenemen op werkbezoek naar een Ark van Noach in Dordrecht. Een metafoor voor de gereformeerde visie op de politiek en daarom een onderscheidend woord. Hij sprak ook over Medemblik en Scherpenzeel; niet echt typische namen voor tijdens zo’n debat.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_SGP.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_SGP.png" /></a><br /><br /> <br /><br /><b>PvdD</b><br /><br />Een duidelijk op duurzaamheid gerichte woordkeuze van Marianne Thieme: generaties, aarde, planeet, grondstoffen, groei – dat soort werk. Ook PvdA-leider Samsom stond stevig op het netvlies toen de PvdD-politica haar inbreng schreef.<br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_PVDD.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/graph_PVDD.png" /></a><br /><br /> <br /><br /> <br /><br /><b>Verantwoording</b><br /><br />De bovenstaande analyse is gebaseerd op de frequentie van woordgebruik (van woordstammen) van de spreektekst van 10 fractievoorzitters, zoals deze op de website van hun partij was te vinden. Technische termen (voorzitter, MP) en partijnamen zijn verwijderd. Daarna is met behulp van een algoritme van Monroe et al. (<a href="http://www.jstor.org/discover/10.2307/25791946?uid=3738232&uid=2&uid=4&sid=21102692417013">paywall</a>) de uniciteit van de woorden beoordeeld; daarbij is iedere fractievoorzitter afgezet tegen het totaal van de woordkeus van alle fractievoorzitters. In de grafieken wordt ook de frequentie van het woordgebruik weergegeven (log10). Natuurlijk geeft dit niet meer dan een snel beeld van de inbreng van de fractievoorzitters, maar het is interessant om te zien hoeveel informatie er alleen al in woordgebruik ligt besloten.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-9805367522284555182013-09-17T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:52:43.970+01:00Hulp genoeg voor Duitse kiezer, maar is het goed advies?<div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">
Het Duitse partijenlandschap mag dan iets eenvoudiger zijn dan het Nederlandse, nog steeds is er keuze tussen zo’n vijf tot acht partijen. Verscheidene kieshulpen bieden de Duitse kiezer de helpende hand bij hun stemkeuze. Naast de <a href="https://www.wahl-o-mat.de/bundestagswahl2013/main_app.php">Wahl-o-mat</a>, de Duitse versie van StemWijzer, zijn er het <a href="http://www.bundeswahlkompass.de/">Bundeswahlkompass</a>, het Duitse Kieskompas, en <a href="http://www.parteienavi.de/">ParteieNavi</a> van het Preferencematch consortium. Naast verschillen in de keuze van de stellingen en de manier waarop partijen een positie op die stellingen wordt toebedeeld, verschillen deze hulpmiddelen ook in de manier waarop het advies wordt gepresenteerd. De Wahl-o-mat drukt de overeenkomst met partijen uit als een percentage. Bundeswahlkompass en ParteineNavi gebruiken een ruimtelijk model.</div>
<br /><br /><br /> <a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/Bundeswahlkompass.png" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em; text-align: center;"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/Bundeswahlkompass.png" /></a><br /><br /><br /><i>Ruimtelijk model van het Bundeswahlkompass</i><br /><br /> <a name='more'></a><br /><br />Zo’n grafische representatie van de resultaten heeft als voordeel dat de kiezer niet alleen meer te weten komt over z’n eigen match met partijen, maar ook over hoe het partijenlandschap eruit ziet. Toch is het gebruik ervan onder wetenschappers die onderzoek doen naar stemhulpen onderwerp van discussie. Samen met <a href="http://www.simonotjes.nl/">Simon Otjes </a>onderzocht ik eerder de ruimtelijke weergave die in de EU Profiler uit 2009 werd gebruikt (<a href="http://www.inderscience.com/info/inarticle.php?artid=51305">paywall</a>, <a href="https://dl.dropboxusercontent.com/u/31727287/Publications/Louwerse%20and%20Otjes%20-%20Design%20challenges%20in%20cross-national%20VAAs%20The%20case%20of%20the%20EU%20Profiler%20-%20Accepted%20Manuscript.pdf">vrije versie</a>). Vaak bleken stellingen die samengevoegd werden tot één dimensie onvoldoende sterk samen te hangen. Dit blijkt ook het geval bij meerdere van de ‘kieskompassen’ die het Nederlandse bedrijf van VU-wetenschapper André Krouwel maakte (<a href="http://www.mendeley.com/download/public/5277251/3968772121/2875ca302af92442819d8877d0bf1c7d72defe48/dl.pdf">pdf</a>).<br /><br /> <br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/ParteieNavi.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/09/ParteieNavi.png" /></a><br /><br /><i>Ruimtelijk model van de ParteieNavi</i><br /><br /> <br />Het Bundeswahlkompass is echter een positieve uitzondering. Zowel de links-rechtsdimensie als de progressief-conservatieve dimensie hebben een hoog schalingscoëfficiënt (HLR=0,789, HPC=0,619). Met andere woorden: de posities van partijen op de stellingen hangen sterk samen, zodat we ze goed kunnen samenvatten met twee dimensies. Eigenlijk zou zelfs één dimensie voldoende sterk zijn om de partijposities op 26 van de 30 stellingen te kunnen samenvatten (H = 0,697).<br /><br />Er is één gevaar bij zo’n sterk model: je kunt natuurlijk alleen onderwerpen selecteren waarop er sprake is van voldoende samenhang. Als je andere politiek relevante onderwerpen (die niet aansluiten bij de twee dimensies) laat liggen, dan heb je wel een goed model, maar de vraag is of je ook een goed advies hebt. In het geval van Duitsland lijkt dat bij het Bundeswahlkompass niet aan de orde: onderwerpen als milieu, EU, immigratie en economie komen allemaal aan bod.<br /><br />Nog steeds geldt bij een stemhulp dat je het kunt gebruiken bij je stemkeuze maar dat je er niet blind op moet varen. Het ontwerp van deze stemhulpen heeft invloed op de resultaten die je krijgt. Maar ze bieden wel een toegankelijke manier om kennis te nemen van partijstandpunten. Dat is in een tijd waarin de vorm veelal voorop staat geen slechte ontwikkeling.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-57331873216668731952013-08-09T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:49:58.837+01:00Steun regeringspartijen daalt veel sneller dan onder Rutte-IDe steun voor de regeringspartijen daalt veelt sneller dan in de vorige kabinetsperiode. Sinds de verkiezingen van september 2012 daalde de steun voor VVD en PvdA van 52% naar zo’n 27%. Hoewel verlies in de peilingen voor coalitiepartijen niet ongebruikelijk is, is de daling veel groter dan onder het kabinet Rutte-I, dat na 11 maanden slechts zo’n 3% lager stond.<br /><br /><br /><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/08/Steun-Regeringspartijen.png"><img height="400" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/08/Steun-Regeringspartijen.png" width="400" /></a><br /><br /><i>Steun voor de regeringspartijen (VVD, CDA en gedoogpartner PVV voor Rutte-I, VVD en PvdA voor Rutte-I) sinds de verkiezingen volgens de Peilingwijzer. Licht gekleurde gebied geeft de onzekerheidsmarge aan.</i><br /><a name='more'></a><br /><br />Een belangrijk verschil tussen de huidige en vorige kabinetsperiode is de kabinetssamenstelling. Rutte-I werd uitsluitend door partijen ter rechterzijde gesteund. Eigenlijk steunden alle rechtse partijen dit kabinet als we de achterbankgedoogsteun van de SGP meerekenen. Rechtse kiezers konden hier hun vingers bij aflikken – en zo niet, dan waren er geen serieuze electorale alternatieven. Bij Rutte-II is het heel anders: de combinatie tussen de grootste linkse en de grootste rechtse partij heeft volop concurrentie: van links (SP, GL), vanuit het midden (D66, CU), en op (centrum)-rechts (CDA, PVV). Wie ontevreden is over Rutte-II heeft genoeg alternatieven.<br /><br />Bovendien is er nu een hoop om ontevreden over te zijn. Was er in 2010 en begin 2011 nog economische groei, sinds die tijd komen er vooral slechte economische berichten. Er moet weer meer bezuinigd worden en de hervormingsagenda komt maar lastig tot stand, mede door het gemak waarmee men in de formatie over de steun in de Eerste Kamer dacht.<br /><br />Eén lichtpuntje is er wel: als beide regeringspartijen er electoraal zo slecht voor staan, hebben ze des te meer reden om het kabinet in het zadel te houden. Wie geschoren wordt, moet stil zitten.<br /><br /> <br /><br /><b>Technische noot</b><br /><br />De gebruikte cijfers zijn afkomstig uit de <a href="http://peilingwijzer.tomlouwerse.nl/">Peilingwijzer</a>, een soort gewogen gemiddelde van de peilingen van vier grote bureaus. Bij de vorige verkiezingen scoorden PvdA en VVD beter op de verkiezingsdag dan in de laatste peiling, maar zelfs als we zouden aannemen dat dit komt doordat de peilingen de steun voor deze partijen onderschatten (met enkele procenten), dan nog staan ze op een groot verlies.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-72482262456756045952013-07-10T09:05:00.001+02:002013-07-10T09:06:00.489+02:00Onderzoek studenten: Betere sfeer, meer samenwerking oppositie en coalitie in Leidse gemeenteraad<i>De afgelopen maanden deden vier Bachelorstudenten politicologie in het kader van hun scriptie onder mijn begeleiding onderzoek naar de nieuwe werkwijze in de Leidse gemeenteraad: heeft de invoering daarvan inderdaad geresulteerd in een betere verhouding tussen oppositie en coalitie? Welke gevolgen zijn er voor de mate waarin partijen hun verkiezingsbeloften vervullen? En gedragen partijen zich nu meer of juist minder eensgezind? Hieronder staat het persbericht van de studenten</i> <i>met hun belangrijkste bevindingen; de volledige scripties komen binnenkort online.</i><br />
<br />
De sfeer in de Leidse gemeenteraad is de afgelopen jaren volgens betrokkenen sterk verbeterd. Na de invoering van de nieuwe werkwijze in 2010 beoordelen de gemeenteraadsleden het functioneren van de raad positiever. Er is minder vooraf dichtgetimmerd door coalitiepartijen, wat zorgde voor een betere sfeer. Dit blijkt uit onderzoek van vier studenten politicologie van de Universiteit Leiden. <br />
<br />
Aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 onderzochten Leidse Bachelorstudenten de gevolgen van de nieuwe werkwijze. Ze brachten in kaart hoe het stemgedrag in de Leidse gemeenteraad, de partijeenheid en de beloftevervulling van partijen veranderden. Daarnaast werd politici en andere betrokkenen gevraagd naar hun ervaringen. <br />
<br />
<a name='more'></a><br /><br />
<b>Nieuwe Werkwijze</b> <br />
Sinds 2010 wordt in de Leidse gemeenteraad gewerkt aan de hand van een nieuwe werkwijze. Na jaren van vuistdikke coalitieakkoorden is besloten om gebruik te maken van een beleidsakkoord op hoofdlijnen. Dit moest ervoor zorgen dat de strikte scheiding tussen de coalitie- en de oppositiepartijen doorbroken werd. <br />
<br />
Uit het deelonderzoek van Marijn Eijkelhof blijkt dat de scheiding tussen de oppositie en coalitie in het stemgedrag inderdaad is verminderd. Zo blijkt dat er aanzienlijk vaker sprake is van wisselende meerderheden. De meeste betrokken politieke partijen zijn hierover tevreden, zo constateerde Eva ten Brink: “Vooral de oppositiepartijen toonden zich tevreden met het feit dat ze meer mogelijkheden tot invloed hadden dan in eerdere raadsperiodes.” Bij coalitiepartijen CDA en VVD zijn minder positieve geluiden te horen, volgens de onderzoekers omdat deze partijen zich vaker moeten neerleggen bij een centrum-linkse raadsmeerderheid. <br />
<br />
<b>Partijeenheid </b><br />
Student <a href="https://twitter.com/Flemming2" target="_blank">Flemming van de Graaf</a> keek of de nieuwe manier van stemmen zorgde voor een hogere overeenkomst tussen verkiezingsbeloftes en stemgedrag in de raad. Hij zag gemiddeld genomen geen verandering: coalitiepartijen leken iets vaker volgens hun programma te stemmen, maar oppositiepartijen juist iets minder vaak. Partijen blijken na 2010 iets meer in eenheid te opereren, zo constateerde Roeland van der Meij, maar de verschillen zijn klein. Over het algemeen waren de politieke partijen al zeer eensgezind in het stemgedrag. <br />
<br />
De vraag is of de nieuwe werkwijze ook in een volgende raadsperiode weer succesvol kan zijn. De onderzoekers wijzen op de centrale rol die D66 speelt; deze partij kon het nieuwe systeem met tien zetels in de raad afdwingen. Een meerderheid van de partijen geeft aan dat om ook na de volgende verkiezingen de nieuwe werkwijze een succes te maken, nog minder dient te worden vastgelegd in het bestuursakkoord. Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-63066798814419415792013-07-01T23:00:00.000+02:002014-03-11T13:01:54.895+01:00Mag een promotor meeschrijven aan het proefschrift?Binnen veel wetenschappelijke disciplines wordt het steeds meer gebruikelijk dat promotoren worden opgevoerd als co-auteur van delen van proefschriften die onder hun begeleiding worden geschreven. Vaak gaat het dan om proefschriften die bestaan uit losse artikelen – inleiding erbij, conclusie erachter, nietje erdoor. Daar het co-auteurschap in sommige wetenschappelijke disciplines een verkapt dankwoord is geworden, wordt bij promovendi ook de promotor opgevoerd als co-auteur van artikelen. Is dat wel een goede zaak?<br />
<br />
<a href="http://www.fsw.leidenuniv.nl/politicologie/organisatie/medewerkers/nieuwenburg.html">Paul Nieuwenburg</a>, universitair hoofddocent in de politicologie in Leiden, verzet zich in NRC Handelsblad tegen deze gang van zaken (<a href="http://digitaleeditie.nrc.nl/digitaleeditie/NH/2013/5/20130629___/2_06/index.html#page6">paywall</a>). Hij meent dat het niet alleen ongewenst is – de examinator keurt uiteindelijk zijn eigen vlees – het is ook nog eens onwettig:<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
Volgens <a href="http://wetten.overheid.nl/BWBR0005682/Hoofdstuk7/Titel1/Paragraaf3/Artikel718/geldigheidsdatum_01-07-2013">artikel 7.18 lid 2b van de Wet op het Hoger Onderwijs</a> en Wetenschappelijk Onderzoek is het college voor promoties bevoegd de graad van doctor te verlenen aan kandidaten die als proeve van bekwaamheid (ja, een promotie is een examen) tot zelfstandig onderzoek een proefschrift hebben geschreven.<br />
De term ‘geschreven’ is belangrijk. Een auteur is namelijk een schrijver. Een co-auteur is dus een medeschrijver. (…) De wet lijkt (…) te impliceren dat de kandidaat het proefschrift zelf schrijft.</blockquote>
<br />
Indien de lezing van Nieuwenburg juist is, kan dat grote gevolgen hebben voor vele disciplines waarin de bovengenoemde praktijk de standaard is. Aan de andere kant kun je je afvragen of deze praktijk nog te stuiten is. Ook binnen de sociale wetenschappen gebruikt men het genoemde model op steeds grotere schaal. De discussie over de wenselijkheid daarvan wordt tot dusverre overschaduwd door het succes van de beoefenaars van deze methode, maar dat maakt zo’n discussie nog niet overbodig.<br />
<br />
<div>
<i>Dit artikel verscheen eerder op <a href="http://stukroodvlees.nl/wetenschap/mag-een-promotor-meeschrijven-aan-het-proefschrift/" target="_blank">Stuk Rood Vlees</a>.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-10137149995390412722013-06-30T16:39:00.004+02:002013-06-30T16:39:55.248+02:00Nieuwe plek voor weblogSinds april van dit jaar verschijnen mijn meeste blogs op <a href="http://stukroodvlees.nl/">StukRoodVlees.nl</a>. Vanaf september 2013 ben ik werkzaam bij <a href="http://www.tcd.ie/Political_Science/" target="_blank">Trinity College Dublin</a>. Daarom is de Engelstalige versie van mijn site voortaan te zien op <a href="http://www.tomlouwerse.nl/">www.tomlouwerse.nl</a>. Mijn blog blijft actief via <a href="http://blog.tomlouwerse.nl/">blog.tomlouwerse.nl</a>.<br />
<br />
Als het goed is blijven links naar de oude bloglocatie werken; u wordt dan vanzelf doorgestuurd naar blog.tomlouwerse.nl.<br />
<br />
<br />Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-69254867116666820472013-06-21T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:47:54.424+01:00Samenwerking in de Kamer: coalitie versus oppositieIn april zette ik het <a href="http://stukroodvlees.nl/parlement-2/stemgedrag-nieuwe-tweede-kamer-coalitie-verenigd-50plus-op-links/">stemgedrag in de Tweede Kamer</a> op een rijtje. Daaruit bleek dat coalitiepartijen VVD en PvdA vaak hetzelfde stemmen. Niet heel verwonderlijk gezien het feit dat deze twee partijen samen de regering vormen. De partijen moeten een redelijke mate van overeenkomst in het stemgedrag hebben om het kabinet niet in de problemen te brengen. Dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat ze niet op andere manieren hun eigen profiel kunnen versterken. Eén van de manieren waarop dat kan is door moties in te dienen samen met oppositiepartijen. Op die manier kan de PvdA bijvoorbeeld laten zien dat ze nog steeds een centrum-linkse partij is. Maar gebeurt dat ook? Wie werkt met wie samen als het gaat om het indienen van moties en amendementen?<br />
<a name='more'></a><br />
<br />
<a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/06/Cosponsor.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/06/Cosponsor.png" height="400" width="400" /></a><br />
<br />
<i>Percentage voorstellen dat de partij in de rij gezamenlijk indient met de partij in de kolom</i><br />
<br />
<br />
<br />
In bovenstaande figuur staat de mate van samenwerking tussen de partijen. Van de voorstellen die 50PLUS heeft medeondertekend is bijvoorbeeld 39% ook medeondertekend door D66. Een hoog percentage, mede een gevolg van het feit dat 50PLUS als kleine partij niet heel veel voorstellen heeft ingediend (102). Van de door D66 ondertekende voorstellen (412 in totaal) was bijvoorbeeld maar 10% ook door 50PLUS ondertekend.<br />
<br />
Net als bij het stemgedrag zien we in de patronen van mede-indiening een duidelijk verschil tussen de coalitie- en oppositiepartijen. Onder 46% van de voorstellen die de PvdA steunt, staat ook een handtekening van de VVD (omgekeerd zelfs 63%). De overeenkomst tussen PvdA en D66 is een stuk lager (28%), om maar te zwijgen van SP (15%) en GroenLinks (11%). De VVD op zijn beurt werkt niet veel samen met andere partijen ter rechterzijde als CDA (23%) en D66 (23%). De coalitiepartijen houden elkaar dus ook vast als het gaat om het indienen van moties en amendementen. Er lijkt geen sprake van een sterke profileringsdrang.<br />
<br />
Bij de oppositiepartijen zien we een redelijk sterke samenwerking tussen SP, GroenLinks, D66, ChristenUnie en (zelfs) CDA. De SP dient veel voorstellen in waardoor het samenwerkingspercentage met andere afzonderlijke partijen wat lager ligt. De partij werkt relatief vaak samen met GroenLinks (26%), ChristenUnie (23%) en D66 (23%). Opvallend is dat de PvdD iets minder sterk in dit blok is geïntegreerd: ze werkt wel vaak samen met de SP en GroenLinks, maar minder met ChristenUnie en D66.<br />
<br />
De grote buitenstaander qua samenwerking is de PVV. De partij diende ongeveer net zoveel voorstellen in als de ChristenUnie, maar werkte daarbij veel minder samen. Met de SP is de samenwerking nog het sterkste (14%), maar met andere partijen diende de partij maar weinig voorstellen in. Dit komt overeen met het beeld uit <a href="http://www.onjo.nl/fileadmin/uploads/BO/be_users/documents/Argos/Loyaal_met_een_scherpe_rand.pdf">eerdere analyses van Simon Otjes en mijzelf</a>, waarbij we vonden dat de PVV niet zo vaak samen voorstellen indiende in de periode voor 2012 - als PVV-Kamerleden dit al doen, dan vaak met een andere PVV’er. Aan de samenwerking met VVD’ers en CDA’ers is na het uiteenvallen van de gedoogconstructie ook een einde gekomen.<br />
<br />
We kunnen de samenwerking van de verschillende Kamerfracties ook ruimtelijk weergeven met behulp van multidimensional scaling. Partijen die in onderstaande figuur dicht bij elkaar staan, dienen vaker samen voorstellen in, dan partijen die ver weg van elkaar staan. De grootte van de bolletjes correspondeert met het aantal voorstellen dat een partij indiende. Zoals we al constateerden zien we in het horizontale vlak een tegenstelling tussen coalitie en oppositie. In het verticale vlak is echter nog een andere tegenstelling te zien, die een combinatie lijkt van religieuze en protestfactoren. Aan de onderkant vinden we de drie confessionele partijen, terwijl aan de bovenkant partijen die zich verzetten tegen de gevestigde politiek, zoals PVV en PvdD. De SP staat redelijk in het midden, omdat zij zowel met de gevestigde oppositiepartijen als met de ‘protestpartijen’ samenwerkt.<br />
<br />
Natuurlijk geven deze cijfers slechts een ruwe schets van de manier waarop Kamerfracties samenwerken. Toch geeft dit, net als het stemgedrag, een indicatie van het feit dat in het Kamerwerk de scheidslijn tussen oppositie en coalitie belangrijker lijkt dan de politiek-inhoudelijke verschillen. De laatste doen er toe, maar blijken bij het indienen van voorstellen toch secundair.<br />
<br />
<br />
<a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/06/Cosponsor_2D.png"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/06/Cosponsor_2D-750x750.png" height="320" width="320" /></a><br />
<br />
<i>Ruimtelijke weergave van de mate waarin partijen samen voorstellen indienen, 2012-2013</i><br />
<br />
<br />
<br />
<b>Technische toelichting</b><br />
<br />
Bovenstaande analyse van de indiening van moties en amendementen is gebaseerd op de periode vanaf de installatie van de Tweede Kamer tot en met 25 april januari 2013 (de laatste dag waarvoor de Handelingen op <a href="https://zoek.officielebekendmakingen.nl/">Officiële Bekendmakingen</a> te vinden waren).<br />
<br />
Het gaat hier om voorstellen die uiteindelijk in stemming zijn gebracht; dit is ontleend aan de Handelingen, zoals gepubliceerd op Officiële Bekendmakingen. Uit de Kamerstukken op Officiële Bekendmakingen is vervolgens met behulp van een computerprogramma informatie over de indieners van de partij gehaald. Omdat deze omzetting automatisch is, kunnen er kleine foutjes optreden, die het algemene beeld overigens nauwelijks zullen verstoren. Er is gekeken naar de mate van medeondertekening van moties en amendementen. Daarbij is geen weging toegepast voor de vraag of een partij eerste, tweede of derde indiener was.<br />
<br />
De multidimensional scaling oplossing heeft een Stress van 9.8. De oplossing is gevonden met behulp van de functie isoMDS in het package <a href="http://cran.r-project.org/web/packages/MASS/index.html">MASS</a> voor <a href="http://www.r-project.org/">R</a>.<br />
<br />
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i>Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-19857679127361862232013-06-14T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:45:17.441+01:00Weg om niets? Fred de Graaf en de evenredigheidsregelDe voorzitter van de Eerste Kamer wilde de inhuldiging van de Koning tot een feestje maken, maar kwam <a href="http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3458468/2013/06/14/Fred-de-Graaf-stapt-op-als-voorzitter-Eerste-Kamer.dhtml">zelf van een koude kermis thuis</a>. Het nieuws dat Geert Wilders door hem bewust buiten de commissie van in- en uitgeleide zou zijn gehouden maakte, hoewel door hem <a href="http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3457762/2013/06/13/De-Graaf-ontkent-weghouden-Wilders-bij-koning.dhtml">ontkend</a>, zijn positie onhoudbaar. Inhoudelijk ging het om vrijwel niets: wie mag met het Koninklijk gezelschap naar binnen lopen? Maar door zijn discretionaire bevoegdheid te gebruiken om Wilders buiten de commissie te houden, gaf De Graaf wel de indruk partijdig te zijn. Dat bleek buitengewoon gevoelig te liggen in de Kamer.<a name='more'></a><br /><br />De opwinding in de Kamer hing waarschijnlijk samen met het feit dat De Graafs beslissing op gespannen voet staat met een aloude politieke spelregel, namelijk die van evenredigheid. Hij wilde zelf een commissie die divers was qua politieke kleur en geslacht, maar daarbij past het natuurlijk niet om bepaalde politici of partijen buiten beschouwing te laten. Volgens politicoloog Arend Lijphart was evenredigheid vroeger zo’n beetje de <a href="http://www.dbnl.org/tekst/lijp001verz01_01/lijp001verz01_01_0010.php">belangrijkste spelregel in de Nederlandse politiek</a>:<br /><blockquote class="tr_bq">
“De spelregel van de evenredigheid heeft veel bijgedragen tot het succes van de pacificatie-politiek in Nederland. Deze regel maakte de kern uit van de Pacificatie van 1917: zowel de schoolstrijd als de kiesrecht-kwestie werd op deze grondslag opgelost. Ook daarna is het een van de duidelijkste regels van de pacificatie-politiek gebleven, waaraan de leiders van alle zuilen zich strikt hebben gehouden.”</blockquote>
<br />In de politieke samenstelling van organen was evenredigheid ook lange tijd het leidende beginsel. De drie leden van de Algemene Rekenkamer waren van het CDA, de VVD en de PvdA. Burgemeestersbenoemingen werden verdeeld onder de grotere partijen, ongeveer naar rato van hun electorale positie. Topposities in Den Haag werden ook verdeeld: leverde de ene partij de voorzitter van de Tweede Kamer, dan kon zij niet ook de voorzitter van de Eerste Kamer leveren. In 1973 moest Eerste Kamervoorzitter <a href="http://www.parlement.com/id/vg09ll3lnxvj/m_maarten_de_niet">De Niet</a> opstappen, omdat zijn partijgenoot Vondeling voorzitter van de Tweede Kamer werd.<br /><br />Daarbij is het interessant te constateren dat het belang van evenredigheid in de zin van personele afspiegeling aan het verminderen is. Wilde verkiezingswinnaar CDA in 2002 nog geen kandidaat-Tweede Kamervoorzitter stellen omdat er ook al een CDA’er de Eerste Kamer voorzat (Braks), in 2011 was dat geen overweging voor de VVD om naast het Eerste Kamervoorzitterschap (De Graaf) de leiding van de Tweede Kamer op de eisen (Van Miltenburg). Ook bij andere debatten over benoemingen zie je het argument van de afspiegeling steeds minder vaak naar voren komen; de kwaliteit van de kandidaat en de vraag wie de grootste fractie heeft, staan nu vaker voorop.<br /><br />De Graafs criteria voor de samenstelling van de commissie waren ook al niet meer zozeer gestoeld op afspiegeling van alle (grote) fracties, maar allereerst op anciënniteit (als jonkie kon je het vergeten) en in tweede instantie op diversiteit (geen twee personen van dezelfde partij). Geen afspiegeling dus, maar diversiteit. Maar selectie op politieke kleur past daarbij natuurlijk ook niet.<br /><br />Hoewel De Graaf niet de enige <a href="http://www.eerstekamer.nl/begrip/voorgangers_eerste_kamervoorzitter">Eerste Kamervoorzitter</a> was die tussentijds opstapte, deden voorgangers dat vaak vanwege het accepteren van een andere functie of, zoals in het geval van De Niet, vanwege toepassing van het beginsel van de evenredigheid. De Graaf is, bij mijn weten, in de recente geschiedenis de enige die opstapte omdat hij zijn eigen positie onhoudbaar had gemaakt.Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-46715015598759944612013-05-25T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:43:35.923+01:00Geen verschuiving in peiling, dus politiek doet er niet toe?De maandelijkse zetelpeiling van EenVandaag, De Stemming, wordt meestal op een behoorlijk genuanceerde manier gepresenteerd. Weinig aandacht voor minieme, niet-significante verschuivingen en oog voor de onzekerheid van kiezers. Zo leidde <a href="http://www.eenvandaag.nl/politiek/45959/incidenten_met_partijleden_kosten_vvd_geen_zetels">de laatste peiling</a> tot de conclusie dat het electoraal ‘windstil’ was, want er waren maar weinig veranderingen in de gepeilde zetelaantallen geweest. Daaruit trok Tom van Dijk van Intomart GfK, het bedrijf dat de gegevens voor de peiling verzamelt, <a href="http://destemming.eenvandaag.nl/">de conclusie dat</a> de politiek zich niet bezighoudt met de zaken die het electoraat belangrijk vindt. Dat mag Van Dijk wat mij betreft wel wat beter onderbouwen.<a name='more'></a><br /><br />In zijn bespiegeling op de meest recente Stemming, zegt Van Dijk:<br /><br /><blockquote class="tr_bq">
“het doet er niet echt toe. De politiek het kabinet niet, de oppositie niet is niet met man en macht bezig om Nederland uit de crisis te helpen. En dat is de kwestie die er echt toe doet. En daar is de politiek niet voelbaar mee bezig. Daarom zijn er geen ontwikkelingen in de electorale voorkeuren. Waarom zouden we?” [rare zinsconstructie in het origineel]</blockquote>
<div>
<br /></div>
Allereerst beweert Van Dijk dat er geen verschuivingen zijn in de peiling. Dat klopt natuurlijk: netto zijn er geen verschuivingen. Maar bruto zijn die er wel; de peiling van EenVandaag geeft daarin nu juist mooi inzicht (zie het tabblad Verloop). Tussen 26 februari en 23 mei blijft de VVD bijvoorbeeld vrijwel gelijk (van 24 naar 25 zetels). Maar van de 25 zetels op 23 mei zijn er maar 21 afkomstig van dezelfde kiezers als op 26 februari: vier zetels zijn afkomstig van kiezers die eerder nog aangaven op de PvdA, SP, CDA en 50PLUS te stemmen. Mensen veranderen dus wel degelijk van partijvoorkeur, maar netto levert dat geen andere zetelaantallen op.<br /><br />Goed, we kunnen misschien wel beweren dat de verschuivingen op dit moment relatief klein zijn. Komt dat dan doordat mensen het gevoel hebben dat ‘de politiek’ niet bezig is om ‘Nederland uit de crisis te helpen’, zoals Van Dijk beweert? Hiervoor levert hij geen enkele ondersteuning. Kabinet en Kamer zijn natuurlijk wel bezig met economische maatregelen die herstel bevorderen (denk aan woningmarkt, sociaal akkoord, woningmarkt), probleem is eerder dat het optreden vooralsnog weinig effect heeft. Dat komt mede door politieke problemen, maar zelfs een voortvarend kabinet had dergelijke maatregelen nog niet tot stand kunnen brengen, omdat ze nu eenmaal tijd kosten.<br /><br />Strikt genomen spreekt Van Dijk echter niet over wat de politiek doet, maar hoe dat wordt ‘gevoeld’. Daarbij beschikt hij misschien over interessante onderzoeksresultaten uit peilingen of focus groups, maar van dat alles geeft hij geen blijk. Hij laat niet zien dát economisch herstel het belangrijkste thema voor kiezers is, noch onderbouwt hij dat mensen het idee hebben dat politici hier niet mee bezig zijn.<br /><br />Bovendien gaat Van Dijk er impliciet vanuit dat mensen hun politieke voorkeur veranderen omdat politici bezig zijn met de thema’s die ze belangrijk vinden. Maar mensen kunnen daardoor natuurlijk ook in hun voorkeur bevestigd worden. En als het werkelijk zo is dat politici zich niet bezighouden met de belangrijke thema’s, dan zou je verwachten dat mensen tegen peilers zouden zeggen dat ze helemaal geen duidelijke voorkeur hebben.<br /><br />Kortom, Van Dijk poneert een interessante verklaring, maar levert geen enkele ondersteuning voor zijn claims. Natuurlijk staat het iedereen vrij om te interpreteren en mogelijke verklaringen aan te dragen. Maar hier gaat het om de toelichting op de peiling die nota bene op de voorpagina van De Stemming wordt gepubliceerd. Op z’n minst zou je dan verwachten dat een duidelijker onderscheid wordt gemaakt tussen de resultaten van de peiling en de speculatie van de peiler.<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-73508715891115880652013-05-10T22:04:00.004+02:002013-05-10T22:04:32.789+02:00Coalitieconflict over illegaliteit: uitzondering of regel?Nu het PvdA-congres het strafbaar stellen van illegaal verblijf <a href="http://www.pvda.nl/berichten/2012/11/Aangenomen+moties+congres">nogmaals</a> <a href="http://www.nu.nl/politiek/3409178/pvda-congres-wil-stoppen-met-strafbaarheid-illegaliteit.html">afwees</a>, reist fractievoorzitter Samsom stad en land af om het compromis dat hij met de VVD sloot te verdedigen. Het was toch wel pijnlijk dat op hetzelfde congres als waar over partijdemocratie en beginselen werd gesproken een principiële congresafspraak door de politiek leider expliciet naast zich neer werd gelegd. Het lijkt er daarom op dat deze kwestie niet in stilte van de politieke agenda zal verdwijnen. Hoe uitzonderlijk is een openlijk conflict tussen coalitiepartijen is over afspraken uit het regeerakkoord eigenlijk? En als zo’n conflict ontstaat, hoe wordt dit dan opgelost?<br />
<a name='more'></a><br />
<br />
Arco Timmermans en Catherine Moury onderzochten (<a href="http://www.palgrave-journals.com/ap/journal/v41/n4/abs/5500139a.html">paywall</a>) de houdbaarheid van regeerakkoorden in België en Nederland en concludeerden dat conflicten tussen coalitiepartijen vaak gaan over onderwerpen die in het regeerakkoord stonden: in Nederland in 23 van de 26 onderzochte gevallen uit de periode 1989-2002. Dat de in het regeerakkoord uitgeruilde kwestie van illegaliteit dus alsnog tot politieke problemen leidt, is dus niet zo uitzonderlijk. Wat wel bijzonder is, dat het conflict voortkomt vanuit de achterban (in plaats van bijvoorbeeld de fractie of het kabinet). Slechts in één geval vonden Timmermans en Moury dat in de periode 1989-2002 in Nederland. Dit is zeker opvallend, omdat ook de ophef bij de VVD over de zorgpremies vooral voortkwam uit de buitenparlementaire partij. Wellicht is dit het gevolg van de relatief snelle uitruilformatie van 2012.<br />
<br />
Hoe worden conflicten uiteindelijk opgelost? Een compromis lijkt op basis van de ervaringen uit het verleden het meest voor de hand te liggen. Uit de cijfers van Timmermans en Moury blijkt daar in 16 van de 26 gevallen voor gekozen te zijn. In 9 andere gevallen drukte één partij haar zin door, en in 1 geval was er sprake van uitstel van het nemen van een beslissing. Een compromis klinkt misschien nog niet zo slecht voor de PvdA, maar volgens de onderzoekers is de gekozen oplossing in 87% van de gevallen in lijn met de afspraak uit het regeerakkoord. Op basis daarvan lijkt het dus onwaarschijnlijk dat de PvdA meer bereikt dan de scherpste randen van het plan af te vijlen.<br />
<br />
Tenzij Samsom een konijn uit zijn hoge hoed weet te toveren, zal de PvdA-achterban het pijnlijke plan alsnog (grotendeels) moeten slikken. Als we de ervaringen uit het verleden als leidraad mogen nemen, kan er hooguit een compromis worden gesloten waarin illegaal verblijf wellicht niet in alle gevallen strafbaar is, zoals PvdA-senator Ruud Koole <a href="http://nos.nl/l/tcm:5-1679592/">eerder leek te suggereren</a>.<br />
<br />
Samsoms argument dat ‘afspraak’ ‘afspraak’ is, blijkt wat betreft coalitieakkoorden historisch onjuist. Bovendien was de VVD zo ‘vriendelijk’ om te zeggen dat Samsom <a href="http://www.nd.nl/artikelen/2013/mei/08/-kwestie-illegaliteit-bespreekbaar-voor-vvd">best kon komen praten</a>. De vraag is wat zo’n heronderhandeling de PvdA zou kosten – en of de achterban bereid zou zijn om die prijs te betalen.<br />
<br />
<i>Dit artikel verscheen eerder op <a href="http://stukroodvlees.nl/parlement-2/coalitieconflict-over-illegaliteit-uitzondering-of-regel/" target="_blank">StukRoodVlees.nl</a>.</i>Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-4744944645029158572013-04-26T09:00:00.000+02:002014-03-11T12:40:08.354+01:00Democratie in microstaten. Klein maar fijn?Lang dachten veel politicologen dat een klein land goed was voor de democratie. De afstand tussen burger en politiek is immers klein – iedereen kan bij wijze van spreken bij de premier op de thee. Analyses van de relatie tussen staatsomvang en de democratische kwaliteit van een staat, laten zien dat kleine staatjes vaker democratisch zijn dan grote landen. Volgens <a href="http://www.fsw.leidenuniv.nl/politicologie/organisatie/medewerkers/veenendaal.html">dr. Wouter Veenendaal</a> is dit echter maar schijn. Achter een democratische façade met open en eerlijke verkiezingen, gaat in kleine landen vaak een wereld van vriendjespolitiek, cliëntelisme en patronage schuil. In de <a href="https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/20735">Nederlandstalige samenvatting</a> van zijn proefschrift Politics and democracy in microstates, schrijft Veenendaal:<br /><br /><blockquote class="tr_bq">
Hoewel kleinschaligheid zeker wat betreft inclusiviteit en betrokkenheid van burgers een positief effect heeft op de kwaliteit van democratie, blijkt uit de vier landenstudies dat de politieke patronen die door meer pessimistische wetenschappers werden verondersteld toch grotendeels aanwezig zijn. Elk van de vier landen heeft in meer of mindere mate te kampen met personalistische politiek, polarisatie, particularisme, en overvloedige dominantie van de uitvoerende macht.</blockquote>
<a name='more'></a><br />Veenendaal deed veldonderzoek in vier microstaten in alle hoeken van de wereld: San Marino, St. Kitts and Nevis, de Seychellen en Palau. De Seychellen zijn een voorbeeld van een microstaat die ook volgens de reeds bekende literatuur en de gegevens van <a href="http://www.freedomhouse.org/">Freedom House</a> niet echt democratisch was, maar de andere drie staten worden doorgaans als volledig vrij geclassificeerd. Formeel gezien is dat volgens Veenendaal wel zo, maar in de praktijk werkt dat toch iets anders. Zo schrijft Veenendaal over het Caraïbische St. Kitts and Nevis:<br /><br /><blockquote class="tr_bq">
Vrijwel alle respondenten gaven aan dat de verschillen tussen deze partijen voornamelijk persoonlijk van aard zijn. In tegenstelling tot de veronderstellingen van Katzenstein en Lijphart blijkt politieke competitie op St. Kitts and Nevis ongekend fel en polariserend van aard te zijn, en verschillende respondenten beschreven dit in termen van politiek tribalisme.</blockquote>
<br />In de andere casus vond Veenendaal soortgelijke patronen; het boek staat vol met smeuïge verhalen over de politieke geschiedenis van de onderzochte landen. Welke conclusie kunnen we hier nu uit trekken? Hoewel we voorzichtig moeten zijn om het onderzoek naar de vier microstaten te generaliseren – de onderzochte microstaten zijn weliswaar heel divers, maar je kunt je toch afvragen of een aantal van de patronen die Veenendaal vindt ook niet in grotere landen van toepassing is – stelt het wel kanttekeningen bij het huidige streven naar sterke decentralisatie. Een zekere afstand tussen burger en overheid is ook gezond. Bovendien zegt het onderzoek ook iets over de beperkingen van analyses van grote aantallen: de indicatoren die bijvoorbeeld Freedom House gebruikt zeggen tot op zekere hoogte wel iets over het politieke systeem van een land, maar lang niet alles. Daarom is het altijd van belang om statistische analyse en het indringend bestuderen van een klein aantal casussen hand in hand te laten gaan.<br /><br /><i>Op 10 april 2013 is Wouter Veenendaal aan de Universiteit Leiden gepromoveerd op zijn onderzoek naar democratie in microstaten.</i><div>
<i><br /></i></div>
<div>
<i>Dit stuk verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.</i></div>
Unknownnoreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-4885296428879368863.post-28069514693929193352013-04-10T15:00:00.000+02:002013-04-10T15:00:12.531+02:00Stemgedrag nieuwe Tweede Kamer: coalitie verenigd, 50PLUS op linksZelfs buiten verkiezingstijd lezen we regelmatig over het stemgedrag van burgers ‘<a href="http://peilingwijzer.tomlouwerse.nl/">als er vandaag verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden zijn</a>’. Gek genoeg lees je veel minder over het werkelijke stemgedrag van Tweede Kamerleden. Natuurlijk is er enige aandacht voor <a href="http://www.nu.nl/politiek/3393493/kamer-wil-plan-belastingontwijking.html">opmerkelijk</a> <a href="http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/2013/04/old_skool_pvda_draaien_met_die.html">stemgedrag</a>, zoals het stemgedrag van de PvdA-fractie over <a href="https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31066-163.html">moties</a> die <a href="https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31066-165.html">letterlijke teksten van fractieleider Samsom</a> bevatten; de <a href="https://twitter.com/diederiksamsom/status/321686331405246464">ene steunde de PvdA wel, de andere niet</a>. Over de algemene patronen van parlementair stemgedrag lees je echter maar af en toe iets. Politicologen maken echter dankbaar gebruik van parlementair stemgedrag om <a href="http://www.amazon.com/Political-Representation-France-Belknap-Press/dp/0674686608">parlementaire representatie</a>, <a href="http://www.palgrave-journals.com/ap/journal/v46/n4/abs/ap201112a.html">het effect van nieuwe partijen</a> of de <a href="https://kops.ub.uni-konstanz.de/xmlui/bitstream/handle/urn:nbn:de:bsz:352-162720/siebererpartyunity.pdf?sequence=2">mate van partijeenheid</a> te bestuderen. Bovenal zegt het iets over de keuzes die partijen namens ons maken in het parlement. En als je het stemgedrag van de in september 2012 gekozen Tweede Kamer op een rijtje zet, valt een aantal van die keuzes op, vooral van de PvdA en 50+.<br />
<a name='more'></a><br />
<b>Analyse van stemgedrag</b><br />
Het parlementair stemgedrag van partijen wordt over het algemeen verklaard door twee belangrijke factoren: politiek-inhoudelijke stellingname en coalitiedeelname. Dit zien we ook terug in de Nederlandse Tweede Kamer: de PvdA stemt bijvoorbeeld in 84% van de gevallen hetzelfde als de VVD, terwijl de sociaal-democraten ‘maar’ in 57% van de stemmingen hetzelfde stemmen als GroenLinks. Over het algemeen vinden we echter een links-rechts tegenstelling terug in het stemgedrag. Als je het stemgedrag analyseert met een eendimensionale <a href="http://voteview.com/oc_in_R.htm">Optimal Classification</a>-methode die partijen in een rangordening plaatst op basis van hoe verschillend ze stemmen, zien we dat het spectrum loopt van SP tot PVV. Overigens was dit ook in de vorige kabinetsperiode het geval. Tussen de vorige en de huidige kabinetsperiode zien we maar weinig verschillen in de rangordening, met een voorname uitzondering: de PvdA.<br />
<br />
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/04/OC1D_Trimmed.png" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/04/OC1D_Trimmed.png" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;"><span style="text-align: start;"><span style="font-size: x-small;">Eendimensionale Optimal Classification oplossing voor stemgedrag in de periodes 2010-2012 en 2012-2013.</span></span></td></tr>
</tbody></table>
<br />
<br />
In de periode 2010-2012 voerde de PvdA oppositie tegen het rechtse Rutte-I en stond zij qua stemgedrag tussen GroenLinks en D66. Nu de partij is toegetreden tot Rutte-II is ze sterk opgeschoven en staat ze tussen de SGP en de VVD. Dit kunnen we verklaren door het feit dat er behalve een tegenstelling tussen links en rechts ook een tegenstelling tussen coalitie en oppositie in het stemgedrag verscholen ligt.<br />
<br />
Als we simpelweg de percentages van overeenkomst tussen partijen bekijken, zien we dat de PvdA weliswaar een grote overeenkomst met de VVD heeft (84%), maar ook vaak met D66 (72%) optrekt en relatief weinig met de PVV (56%). De positie van de PvdA in de bovenstaande figuur impliceert dus niet dat ze het vaker eens is met de PVV dan met bijvoorbeeld GroenLinks (57%), maar dat het stemgedrag van de partij voornamelijk gedomineerd lijkt te worden door coalitieoverwegingen.<br />
<div>
<br />
<div>
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/04/voteSameMatrix.png" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/04/voteSameMatrix.png" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;"><span style="text-align: start;"><span style="font-size: x-small;">Procentuele overeenkomst in stemgedrag partijen in de Tweede Kamer 2012-2013</span></span></td></tr>
</tbody></table>
<br />
<br />
Een andere partij waarvan het stemgedrag opvalt is 50PLUS. <a href="http://www.gelderlander.nl/algemeen/binnenland/50plus-vaart-linkse-koers-1.3729254">De Gelderlander berichtte</a> hier al over: de partij staat tussen GroenLinks (77% overeenkomst) en de ChristenUnie (71% overeenkomst). Hoewel de partij dus kiezers lijkt te trekken van zowel rechts als links, stemt ze in de Kamer toch vooral als een centrum-linkse oppositiepartij.<br />
<br />
<b>Meer dimensies</b><br />
De eendimensionale weergave van het stemgedrag voldoet echter niet helemaal om het stemgedrag accuraat in beeld te brengen. Zo stemmen SP en PVV, die aan de tegenpolen staan, toch vaker samen (44%) dan PVV en GroenLinks (37%) of SP en VVD (39%). Dat komt enerzijds omdat de PVV soms samen met de (linkse) oppositie stemt en anderzijds omdat op een aantal specifieke onderwerpen de links-rechts tegenstelling niet opgaat, bijvoorbeeld Europese integratie.<br />
<br />
Een tweedimensionaal plaatje geeft de stemverhoudingen beter weer. Partijen die in dit plaatje dichter bij elkaar staan, stemmen gemiddeld genomen vaker samen dan partijen die ver verwijderd zijn van elkaar. Net als in het eendimensionale model gaat het om een benadering, zo zijn er dus best <a href="https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29984-356.html">voorstellen</a> die niet in het plaatje passen, zoals moties die alleen door GroenLinks, ChristenUnie en de VVD <a href="https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-38-74.html">worden gesteund</a>.<br />
<br />
In de tweedimensionale figuur zien we op de horizontale as ongeveer dezelfde tegenstelling als eerder: SP, PvdD en GroenLinks aan de ene kant van het spectrum, VVD en PVV aan de andere kant. In het verticale vlak zien we echter ook een andere tegenstelling, namelijk tussen meer gevestigde partijen (de regeringspartijen voorop) en de uitdagers, bovenal PVV en, in iets mindere mate, SP. De confessionele partijen nemen een middenpositie in.<br />
<br />
<br />
<br />
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/04/OC2D.png" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img height="320" src="http://stukroodvlees.nl/wp-content/uploads/2013/04/OC2D-750x375.png" width="640" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;"><span style="text-align: start;"><span style="font-size: x-small;">Tweedimensionale Optimal Classification oplossing voor stemgedrag in de periodes 2010-2012 en 2012-2013.</span></span></td></tr>
</tbody></table>
<br />
Opvallend is hier dat 50PLUS, die zich naar buiten toe duidelijk als uitdager van de gevestigde orde presenteert, qua stemgedrag weinig rebels lijkt. De partij lijkt qua stemgedrag ongeveer even veel op D66 (72%) als op de SP (73%). Ze stemt vaker met regeringspartij PvdA (62%) mee dan andere partijen dat doen: de ChristenUnie stemt bijvoorbeeld in 58% van de gevallen met de PvdA mee, GroenLinks in 57% van de gevallen, en de SP in 50% van de gevallen. Geen enorme verschillen, maar het is wel opvallend in het licht van de <a href="http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3421465/2013/04/06/Krol-Leegroven-van-spaarvarkens-ouderen-gaat-maar-door.dhtml">forse kritiek</a> van 50PLUS op het kabinet waarin de sociaal-democraten deelnemen.<br />
<br />
<b>Goede representatie?</b><br />
Afgezien van het feit dat de coalitiepartijen sterk naar elkaar toe schuiven, lijkt er een behoorlijke overeenstemming tussen het stemgedrag van partijen in de Tweede Kamer en hun politieke stellingname voor de verkiezingen. Daar zagen we ook een tegenstelling tussen links en rechts alsmede een tegenstelling tussen <a href="http://blog.simonotjes.nl/?p=1276">hervormers (VVD, GL, D66) en behouders (SP, PVV)</a>. Het stemgedrag in de Tweede Kamer lijkt voor een groot deel ook door deze tegenstellingen verklaard te kunnen worden. Belangrijke uitzondering vormen de coalitiepartijen, die elkaar zoals gebruikelijk volgen in het stemgedrag. Immers, om in de regering wat gedaan te krijgen, moet je in de Kamer concessies doen.</div>
<div>
<br /></div>
<div>
<i>Dit artikel verscheen eerder op <a href="http://stukroodvlees.nl/">StukRoodVlees.nl</a></i><br />
<br />
<br />
<b>Technische toelichting</b><br />
Bovenstaande analyse van het stemgedrag over moties, amendementen, wetten en (bij uitzondering) andere voorstellen is gebaseerd op de periode vanaf de installatie van de Tweede Kamer tot en met 17 januari 2013 (de laatste dag waarvoor de Handelingen een week geleden op Officiële Bekendmakingen te vinden waren). Voor de periode 2010-2012 maak ik gebruik van alle stemmingen tussen de installatie van de Kamer in 2010 en het afscheid in 2012.<br />
<br />
Het stemgedrag is ontleend aan de Handelingen, zoals gepubliceerd op <a href="https://zoek.officielebekendmakingen.nl/">Officiële Bekendmakingen</a>. Omdat de daarin woordelijk weergegeven stemmingsuitslagen automatisch worden omgezet naar een tabel, kunnen er kleine foutjes optreden, die het algemene beeld overigens nauwelijks zullen verstoren. Het aantal opgenomen stemmingen is als volgt: N(2012-2013) = 793, N(2010-2012) = 6301.<br />
<br />
De eendimensionale OC-weergave voor 2012-2013 geeft 88,8% van de stembesluiten correct weer (APRE=0,63), de tweedimensionale OC-weergave voor 2012-2013 geeft 94,1% van de stembesluiten correct weer (APRE=0,81).</div>
</div>
Unknownnoreply@blogger.com0