Hoewel verkiezingsjaren altijd een opleving laten zien van de ledenaantallen van politieke partijen, lijkt het ledenverlies van politieke partijen de laatste jaren te zijn stagneerd. Als we de trend uitsplitsen naar grote (CDA/PvdA/VVD) en kleine partijen (alle andere), zien we dat beide groepen boven hun trendlijn zitten. De afname van de ledenaantallen van grote politieke partijen is de laatste jaren kleiner dan over de gehele periode sinds 1978. De kleine partijen groeien al sinds het begin van de jaren 1990, maar doen dat de laatste 9 jaar zelfs relatief snel. Dit is natuurlijk exclusief de Partij voor de Vrijheid (PVV), die er voor heeft gekozen om geen ledenpartij te willen zijn. Als we hun sympathisanten mee zouden nemen, zou de stijging van het aantal partijaanhangers waarschijnlijk nog sterker zijn toegenomen.
Sommige kleine partijen weten relatief veel te trekken. Als we kijken naar het aantal Tweede Kamerzetels per 1000 leden, zien we dat de SGP'ers zich met de minste Kamerzetels tevreden moeten stellen in verhouding tot het ledenaantal: ruim 27.000 leden tegenover twee zetels. Verkiezingswinnaar VVD heeft echter voor bijna 38.000 leden 31 Kamerzetels. Andere partijen die gezien hun electoraat weinig leden hebben zijn de PvdA en, ondanks hun sterke groei, D66 en GroenLinks. De SP was altijd een relatief grote ledenpartij, maar staat in verhouding tot het Kamerzetels nu ongeveer gelijk aan het CDA, doordat het aantal SP leden relatief stabiel bleef in de afgelopen jaren, terwijl het CDA in zeteltal duikelde. ChristenUnie en PvdD weten relatief veel leden te trekken in verhouding tot hun electoraat.