Pages

dinsdag 28 september 2010

122 alternatieven (zonder PVV) voor het CDA

Nu het einde van de formatie in zicht is, schrijven Maxime Verhagen en de zijnen vast al driftig aan de toespraken die zaterdag de Arnhamse schaatshal moeten overdonderen. Daarbij zal zeker het argument van 'het verantwoording moeten nemen' en het 'we hebben geen alternatief' naar voren komen. Voor al die CDA-leden die over dat laatsten in dubio zijn: er is zeker wel een alternatief. Er zijn maar liefst 122 meerderheidscombinaties mogelijk met CDA en zonder PVV. Ze zijn wellicht niet allemaal voor de hand liggend, maar als 'de plicht roept', dan is het CDA tot veel bereid, toch Maxime? Als het CDA graag met VVD en PVV in zee wil, dan moet het daar zeker voor kiezen. Maar een gebrek aan alternatieven is er allesbehalve.


dinsdag 14 september 2010

CDA middenpartij? Niet volgens eigen kiezers

Maxime Verhagen stelt zichzelf graag in het middelpunt van de belangstelling. Zo kwam hij deze week met de mededeling dat het in onder handeling zijnde kabinet niet 'rechts' kan heten omdat het CDA een middenpartij is. Eerlijk gezegd nogal een doorzichtige poging om het publieke profiel van het CDA te beïnvloeden. Verhagen mag zijn partij aanduiden zoals hij wil, het inhoudelijke profiel van de partij verandert daar natuurlijk niet door. De 'Centrum' Democraten van Hans Janmaat, bijvoorbeeld, werd door de rest van Nederland niet bepaald als middenpartij beschouwd. Het programma van het CDA staat duidelijk rechts van het midden, zo blijkt bijvoorbeeld uit het Kieskompas. Kiezers zijn het hiermee eens.

Uit gegevens van het Nationaal Kiezersonderzoek 2006 blijkt dat kiezers het CDA gemiddeld genomen op 6,78 op een schaal van 0 (links) tot 10 (rechts) plaatsen. Ter vergelijking: de VVD staat op 7,24, de ChristenUnie op 5,80 en D66 op 4,88. In de ogen van de kiezer staat het CDA dus dichterbij de VVD dan bij de ChristenUnie en D66 op de links-rechts schaal. Dit betreft gegevens van kort na de verkiezingen van 2006, maar er is weinig reden om aan te nemen dat het CDA enorm naar links is opgeschoven in de ogen van de kiezer (wellicht enigszins door de samenwerking met de PvdA).


Opvallend is dat juist CDA-kiezers de partij rechtser plaatsen dan de gemiddelde kiezer dat doet (7,13, zie figuur). Er is geen kiezersgroep die de positie van het CDA zo rechts inschat. Juist degenen die in 2006 op het CDA stemden, waren het dus oneens met Verhagen: het CDA is geen midden-, maar een rechtse partij. Ze plaatsten het CDA zelfs iets rechtser dan de VVD (hoewel dat verschil niet statistisch significant is)! De enige andere groep kiezers die dat deden waren de SGP-ers, die links-rechts lijken te interpreteren als christelijk versus seculier.

De ironie van de opmerking van Verhagen is dat de CDA-kiezers juist in meerderheid vóór een 'rechtse' coalitie zijn. Als je kijkt naar de voorkeuren van de CDA-achterban ten aanzien van de coalitie heeft men liever de PVV dan de PvdA (of GroenLinks of D66). De CDA-ers willen dus helemaal geen 'middenpartij', maar een partij met een profiel dat duidelijk rechts van het midden is. Verhagens spin is niets meer en minder dan een doorzichtige poging om de gematigde vleugel binnen zijn partij gerust te stellen. De vraag is of hij hun vertrouwen met dit soort praatjes kan herstellen.

zondag 5 september 2010

De coalitieruimte: kloof tussen links en rechts

Na de mislukte informatiepoging over rechts zijn de meningen van kiezers over de te vormen coalitie verder gepolariseerd. Dit blijkt uit een analyse van de resultaten van de meest recente peiling van Peil.nl. De VVD is de enige (vrijwel) onomstreden kandidaat voor deelname in het nieuw te vormen kabinet. Over de andere partijen die deel moeten nemen, lopen de meningen ver uiteen. De kloof tussen links en rechts is zeer groot.

Onderstaande figuur geeft de bijgewerkte ‘coalitieruimte’ weer: hoe kiezers denken over de samenstelling van het nieuw te vormen kabinet. Op basis van de vragen in Peil.nl van 5 september over de partijen die ‘zeker’ of ‘zeker niet’ deel moeten uitmaken van de coalitie, heb ik een afstandsmatrix tussen partijen en kiezersgroepen gemaakt. De afstand tussen PVV-kiezers en de PVV is heel klein: bijna al deze kiezers willen de PVV graag in de regering. De afstand tussen GroenLinks-kiezers en de PVV is echter 0,97 (maximaal 1), dus bijna alle ondervraagde GroenLinksers zeggen de PVV zeker niet in de regering te willen. De figuur is een grafische vertaling van deze afstandsmatrix (ongeveer zoals je een kaart kunt maken op basis van een afstandstabel tussen steden).

De centrale positie van de VVD geeft aan dat deelname van deze partij vrijwel onomstreden is: alleen SP’ers zeggen in meerderheid dat de VVD zeker niet in de regering moet. Helemaal links in de figuur staat de PVV: bepaalde kiezersgroepen willen de PVV graag in de regering (PVV-ers 96%, VVD-ers 55%), terwijl anderen dit juist verwerpen (GL-ers 95%, PvdA-ers 93%, SP-ers 83%). Voor de linkse partijen inclusief D66 is het beeld hetzelfde: linkse kiezers zien ze graag regeren, rechtse kiezers verafschuwen dit. De afstand tussen D66 en SP is hierbij nog het grootste: met name D66-ers zien de SP niet echt zitten.

In de rechtse groep partijen staat het CDA enigszins apart. PVV-kiezers staan niet meer echt te trappelen bij regeringsdeelname van de christen-democraten (20% van hen wil CDA zeker wel, 47% zeker niet). Daarom staat de rode stip van het CDA relatief ver weg van die van PVV en VVD (hoewel de CDA-kiezers toch nog vrij dicht bij de andere rechtse partijen staan). Kiezers van VVD en PVV zijn relatief eensgezind, hoewel PVV-ers duidelijk negatiever staan ten opzichte van D66 dan VVD-ers.

Ten opzichte van de ruimte van eind juli (hieronder afgebeeld) is er een grote mate van overeenstemming te zien, hoewel de verschillen tussen links en rechts (nog) sterker geworden lijken te zijn. De punten van (de kiezers van) PvdA, GroenLinks en D66 staan dicht bij elkaar, wat wil zeggen dat hun kiezers soortgelijke standpunten hebben en dat er over regeringsdeelname van de drie in het algemeen hetzelfde wordt gedacht door kiezers. De stip van de VVD is naar het midden geschoven, maar de liefde komt van links: kiezers van PvdA, D66 en GroenLinks willen graag dat VVD meedoet aan hun Paars+ avontuur, maar VVD-kiezers zitten daar helemaal niet op te wachten. Overigens staan VVD-ers (en CDA-ers) negatiever tegenover GroenLinks dan de PvdA, dus het is maar zeer de vraag of een Roti(+) coalitie van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie op veel steun kan rekenen. Als laatste valt de verwijdering tussen PVV en CDA op; gezien wat er de laatste weken allemaal is gebeurd, is dat natuurlijk geen verrassing.



De coalitieruimte laat zien dat de vraag ‘wat nu?’ een hele lastige is. Elke andere coalitie dan VVD/PVV/CDA moet de kloof tussen linkse en rechtse kiezers overbruggen. Dit geldt voor een middenvariant, voor Paars+ en ook voor Roti+. Zo’n coalitie zal in ieder geval door één groep kiezers met weinig enthousiasme onthaald worden. Het gevaar is dan ook dat deze kiezers bij volgende verkiezingen voor de meest radicale optie binnen hun linkse of rechtse blok zullen stemmen: nog meer polarisering. Het zal een enorme uitdaging zijn om deze scepsis te overwinnen met een goed programma en daadkrachtig optreden.