Pages

woensdag 28 december 2011

Electorale winnaars en verliezers 2011

Het politieke landschap wordt vaak beschreven in termen van winnaars en verliezers. Peilingen spelen daarin een centrale rol: al hun problemen ten spijt, de onderzoeken van Maurice de Hond en Synovate geven een indicatie van de populariteit van politieke partijen. Deze trends spelen vervolgens een belangrijke rol in de perceptie van het succes van de partijen. De kritiek op Cohen zou waarschijnlijk wegebben als de peilingen voor de PvdA wél gunstig zouden zijn, terwijl Roemers positieve imago natuurlijk wordt geholpen door de goede score van de SP in de peilingen.

Wie waren nu eigenlijk de winnaars en verliezers in 2011? Een vergelijking van de peilingen van eind dit jaar met die van eind 2010.

dinsdag 27 december 2011

GroenLinks maakt geen ruk naar links

GroenLinks schuift onder Sap naar links volgens de Volkskrant. De partij zou sinds het aantreden van Jolande Sap veel meer op de lijn van de SP zitten dan in de periode-Halsema. De Volkskrant duidt dit als een beweging van de partij van progressief richting oud-links. Deze conclusie wordt getrokken op basis van cijfers over het stemgedrag van fracties in de Tweede Kamer. Dat lijken harde feiten, maar de cijfers kloppen niet. Als je de berekeningen correct maakt, schuift GroenLinks eerder richting D66 dan richting de SP.

SP-moties

De Volkskrant baseert haar conclusie op cijfers van het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer, die wij ook mochten inzien. In de onderstaande figuur kan je goed zien wat er mis is gegaan in de analyse van de Volkskrant. De SP diende tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 (de periode-Halsema) in totaal 2101 moties in. GroenLinks steunde 1527 van deze moties (in groen weergegeven). Dat is 72%, zoals de Volkskrant rapporteert. Dat cijfer verhult echter dat over 349 van de SP-moties überhaupt niet is gestemd omdat deze werden ingetrokken of gewijzigd (in grijs weergegeven) . Van de 1752 SP-moties die wél in stemming zijn gekomen (het rode en groene  deel), steunde GroenLinks er 1527 ofwel 87%.

Dit is een verschil van 15% dat de uitkomst van de analyse verandert. Als we de cijfers voor de periode-Sap (die de Volkskrant wel correct berekent) en de periode-Halsema met elkaar vergelijken dan zien we het volgende: GroenLinks steunde tussen 2006 en 2010 87% van de SP-moties. Tussen 1 januari 2011 en 30 november 2011 was dat 84%. Dat is een kleine daling in plaats van een grote stijging. Waar de Volkskrant-journalisten een stijging zagen omdat ze een rekenfout hadden gemaakt, blijkt uit hun eigen cijfers dat GroenLinks onder Sap iets minder vaak SP-moties steunt dan onder Halsema.

We kunnen de analyse ook omdraaien: hoe vaak stemde de SP met moties van GroenLinks mee? Volgens de Volkskrant vallen de GroenLinks-moties die ingediend zijn sinds Sap partijleider is, beter in de smaak bij Roemer en de zijnen. De socialisten steunden in het afgelopen jaar 87,5% van de GroenLinks-moties. Tussen 2006 en 2010 was dat, als je de berekening op de juiste manier maakt, 87,7%. Geen grote stijging in steun van de SP dus, maar een uitermate minieme daling. Als we kijken naar het daadwerkelijke stemgedrag van GroenLinks en SP, dan zien we dus geen schokkende toenadering van de GroenLinks richting SP maar eerder een heel kleine verwijdering.

GroenLinks en D66
De Volkskrant trekt op basis van haar gemankeerde analyse niet alleen conclusies over de relatie tussen GroenLinks en de SP, maar ook over D66. Er wordt gesteld dat GroenLinks zich onder Femke Halsema profileerde als links-liberaal en nauw contact met D66 zocht. Dit zou onder Jolande Sap zijn gestopt. Hier levert het artikel geen cijfers bij, maar die heeft de Tweede Kamer wel aangeleverd. Uit deze cijfers blijkt dat GroenLinks in 2011 96% van de moties van D66 steunde, tegenover 91% in de periode 2006-2010. GroenLinks steunt D66-moties dus vaker dan dat ze SP-moties steunt. De mate waarin GroenLinks D66-moties steunt is bovendien toegenomen. GroenLinks steunt onder Sap bijna alle D66-moties. Als we uit deze cijfers al een verschuiving van GroenLinks kunnen destilleren is het dat GroenLinks onder Sap richting D66 opgeschoven is.

Voorzichtige conclusies
De Volkskrant trekt op basis van een rekenfout verregaande conclusies: GroenLinks zou een ruk naar links maken, omdat GroenLinks vaker met de SP mee zou stemmen. Als we hun eigen cijfers narekenen dan zien we een heel andere beweging. Wij zien een kleine verwijdering tussen GroenLinks en de SP, en tegelijkertijd een kleine toenadering tussen D66 en GroenLinks. Wij zouden hieruit niet concluderen dat Sap een koerswijziging heeft ingezet. Sap zet de sociaalliberale koers van Halsema eerder voort. Dit is ook niet raar: Sap heeft voor en achter de schermen een grote invloed gehad op de koers van GroenLinks voor zij partijleider werd.

Uit eerder onderzoek (pdf) blijkt dat het stemgedrag van fracties in de Tweede Kamer een zeer grote mate van stabiliteit vertoont. Plotselinge veranderingen komen bijna altijd door wijzigingen in de regeringssamenstelling. Nu er een rechtse regering is, vinden GroenLinks en D66 elkaar nog vaker dan in de vorige kabinetsperiode. Ook de politieke context is veranderd: GroenLinks en D66 vinden elkaar in pro-Europese oplossingen van de Europese schuldencrisis. Het is problematisch om deze wijzigingen in stemgedrag één op één te vertalen naar een inhoudelijke koerswijziging. Nog problematischer is het om dit allemaal op te hangen aan een leiderschapswisseling waaraan geen enkel inhoudelijk motief ten grondslag lag. Hoewel het te prijzen is als journalisten zich op cijfers baseren, moeten ze wel uiterst voorzichtig zijn met de interpretatie daarvan, vooropgesteld dat de cijfers kloppen.

Dit stuk, van de hand van collega Simon Otjes en mijzelf, verscheen eerder in licht bewerkte vorm in De Volkskrant van 24 december. 

maandag 12 december 2011

Is fact free politics een probleem?

Recentelijk betoogde Dick Pels dat ‘links’ maar eens moest ophouden ‘rechts’ ervan te betichten fact free politics te bedrijven. Dit verwijt wordt het huidige kabinet, en vooral gedoogpartner PVV, maar al te vaak gemaakt. Een recent voorbeeld betreft de maximumsnelheid. Zelfs al wijzen alle onderzoeken uit dat 130 op de snelweg slecht is voor milieu, verkeersgebruikers en omwonenden, dan nog zullen boliderijdende VVD’ers er alles aan doen om lekker 10 kilometer harder te mogen rijden. Het genot van het autorijden neemt waarschijnlijk, net als de luchtweerstand, exponentieel toe met de snelheid.

Pels licht zijn bezwaren tegen het verwijt dat ‘rechts’ aan fact free politics zou doen toe aan de hand van drie stellingen. De eerste twee zijn eenvoudig samen te vatten: links doet het ook, en ook rechts gebruikt feiten (al dan niet gemanipuleerd, net als bij links overigens). Dat eerste is zo klaar als een klontje: als het gaat om 130 op de snelweg legt ‘links’ heel rationeel uit dat het nauwelijks tijdwinst oplevert, maar wel meer doden, maar als een asielzoeker het land uitgezet moet worden, moet het hart het ineens winnen van het hoofd.

Pels’ tweede bezwaar is ook zichtbaar. Alle partijen houden ervan om ‘feiten’ te presenteren – vooral als betreffende feiten hen goed uitkomen. Terecht wordt gesteld dat er in sommige dossiers eerder te veel dan te weinig feiten op tafel liggen. Herinnert u zich nog de enorme stapel rapporten waarmee Alexander Pechtold op de proppen kwam toen kabinet Balkenende-IV twintig ambtelijke commissies wilde instellen om bezuinigingen in kaart te brengen? Gelukkig spelen feiten een belangrijke rol bij de vorming van beleid.

Door feiten voor te doen als ‘dingen’, zo is Pels’ derde bezwaar, misleiden de fact-free-politics claimanten ons. Feiten zijn helemaal niet objectief. Feiten worden gefabriceerd, zo stelt de filosoof Latour. Het claimen van objectieve waarheid is fundamentalistisch en maakt vrijzinnige, zelfkritische politiek onmogelijk. Het is bovendien contraproductief om zelfingenomen populistische politici slechts ‘objectieve feiten’ voor te houden; zij zijn immers net als gelovigen die zich door niets van hun stuk laten brengen. “Links moet juist leren”, zegt Pels, “om de feiten te laten dansen op de maat van de eigen muziek: om de feiten te manipuleren, zonder ze te presenteren als onwrikbare dingen”.

Hiermee lijkt Pels zich, doch niet helemaal, een behoorlijk sociaal constructivistisch standpunt aan te meten. Het is duidelijk dat in de politiek, en in de sociale werkelijkheid in bredere zin, veel feiten inderdaad ‘sociale feiten’ zijn. Ze zijn sociaal geconstrueerd, zoals John Searle laat zien: geld, huwelijk en de regering, geen van allen bestaat zonder dat we daar gezamenlijk een betekenis aan toekennen. Maar dat betekent niet dat er in het geheel geen objectieve feiten zijn. De Mount Everest, bijvoorbeeld, zou er ook zijn als de mensheid niet was geëvolueerd. Los van het feit of we dat ding nu een ‘berg’ noemen: hij zou er staan.

Sociale feiten, zoals geld, zijn niet gemakkelijk te reduceren tot een objectieve waarheid. Maar dat wil niet zeggen dat je je in het publieke debat zomaar alles kunt permitteren met dergelijke feiten. Als u bij de bakker een brood wilt meenemen, zult u nog een lastige ochtend beleven als u hem probeert uit te leggen dat die muntjes en briefjes die hij van u verlangt geen waarde hebben. En hoewel er ontzettend veel debat is over de precieze betekenis van de termen ‘links’ en ‘rechts’ in de politiek, gebruikt Pels ze ruimschoots – en wij begrijpen hem.

Meer hoopgevend is Pels’ stelling dat we op zoek moeten naar een “een vrijzinnige politiek die twijfel toelaat en bereid is het eigen perspectief op de proef te stellen.” Juist een dergelijke kritische houding is hetgeen ten grondslag ligt aan goed wetenschappelijk onderzoek. Open staan voor het eigen ongelijk is de kern van het wetenschappelijke bedrijf. Als we alles al weten kunnen we de tent wel sluiten. Daarin speelt, zoals Pels terecht stelt, de rede een belangrijke rol. Het luisteren en serieus in overweging nemen van argumenten van anderen. Maar ook feiten, empirische waarnemingen, zijn daarbij belangrijk. Want zij bieden ons een uitzicht op de (sociale) werkelijkheid.

Elk overtuigend politiek verhaal berust op ideeën. En die ideeën kleuren ons perspectief op de werkelijkheid. Maar het is een vergissing om feiten dientengevolge slechts te beschouwen als framing. Als je serieus het politiek debat aan wilt gaan, moet je ook bereid zijn om uit je eigen frame te stappen. Je kunt sociale feiten nooit helemaal los zien van je standpunt, maar dat betekent niet dat het niet de moeite waard is om te pogen een onderscheid te maken tussen feiten en meningen. Juist omdat argumenten sterker staan als ze verbonden zijn met feiten. Ook dat draagt namelijk bij aan het voeren van een kritisch en vrijzinnig politiek debat.

donderdag 1 december 2011

Pooling the Polls: Coalitie op 70 zetels

De doorrekening van de meest recente peilingen inclusief de Politieke Barometer van vandaag geeft aan dat de laatste maand qua netto verschuivingen relatief rustig is geweest. Geen enkele verschuiving in de periode 1 november tot 1 december was statistisch significant. De VVD staat sinds de verkiezingen op lichte winst, hoewel deze winst net binnen de foutmarge valt voor de meest recente schatting. Hetzelfde geldt voor gedoogpartner PVV - er is dus geen sprake van een enorme stijging van de partij van Wilders, zoals soms wel lijkt te worden verondersteld. Grote winnaars ten opzichte van de verkiezingen zijn SP en D66 die waarschijnlijk elk zo'n 7 à 8 zetels zouden winnen. Opvallend is wel dat Peil.nl van Maurice de Hond de winst van beide partijen (veel) hoger inschat dan de Politieke Barometer: bij De Hond staat de SP bijvoorbeeld maar liefst 9 zetels hoger.


Verliezen worden geleden bij de PvdA en het CDA. Bij de PvdA lijkt een licht herstel op te treden, maar dit valt nog binnen de foutmarge. De scherpe val van het CDA in de afgelopen maanden lijkt voorlopig even gestopt. GroenLinks staat ook nog steeds op verlies ten opzichte van juni 2010, maar ook bij die partij lijkt een licht herstel op te treden. De overige partijen zijn redelijk stabiel. De Partij voor de Dieren lijkt kans te maken op een derde zetel en ook 50PLUS zou een zetel winnen en daarmee voor het eerst in de Tweede Kamer komen.


Lees en bekijk meer op peiling.tomlouwerse.nl >>