Pages

donderdag 22 september 2011

Stemgedrag Algemene Beschouwingen: Wilders blaft hard, maar bijt niet

De Algemene Beschouwingen 2011 lieten een nogal wisselend beeld van de politiek zien. Het grootste deel van de tweede dag werd er inhoudelijk gedebatteerd, maar Wilders wist weer het beeld te bepalen met zijn compromisloze en op de persoon gerichte taal. Het debat eindigde met de stemming over 21 ingediende moties. Hier kwam de echte Hollandse aap uit de mouw: Wilders blaft wel, maar bijt niet.

De PVV stemde in 19 van de 21 gevallen gewoon mee met de VVD en in 17 van de 21 gevallen met het CDA. Ter vergelijking: de PvdA van 'grote gedoger' Job Cohen stemde slechts tweemaal hetzelfde als de VVD en vier maal als het CDA. Wilders steunde daarbij geen enkel voorstel van de oppositie - zijn fractie stemde alleen voor zijn eigen voorstel over een referendum over de EU-steun aan Griekenland.

Als we het stemgedrag over deze 21 moties in kaart brengen en daar de patronen uit destilleren, zien we een duidelijk links-rechts beeld (dat natuurlijk overeenkomt met de tegenstelling tussen regering en oppositie, aangezien de drie regeringspartijen ter rechterzijde zitten). Meest links staan SP, PvdD, GroenLinks en PvdA. D66 staat net iets ter rechterzijde daarvan, gevolgd door ChristenUnie en SGP. Dan volgen de regeringspartij CDA, gedoogpartner PVV en de regeringsfractie van de VVD. Merk wel op dat de schattingen van deze 'ideaalposities' van partijen behoorlijk onzeker zijn: het gaat hier maar om 21 stemmingen. Desalniettemin komt het beeld overeen met het stemgedrag in het afgelopen parlementaire jaar.

Schattingen stemgedrag met behulp van IDEAL van Simon Jackman.




Het eendimensionale plaatje geeft al een zeer goede voorspelling van het stemgedrag van de partijen, maar er zijn een paar stemmingen die niet in dit beeld passen. Neem bijvoorbeeld het referendum over Griekenland, waar PVV en PvdD samen voor stemden. Als we deze patronen ook in kaart willen brengen is een twee-dimensionaal figuur nodig. Hierin is te zien dat op een klein aantal moties is samengewerkt door PVV, PvdD en SP (zij staan op Dimensie 2 aan dezelfde kant van het spectrum). In dat laatste geval ging het vooral om moties die door de middenpartijen werden gesteund, maar door PVV, VVD, SP en PvdD werden verworpen. 

Het tweedimensionale beeld is in feite hetzelfde als het eendimensionale plaatje: het stemgedrag wordt gedomineerd door links versus rechts, oppositie versus regering (inclusief de gedoogpartner). Het laat zien dat Wilders wel veel stampij maakt in de Kamer, zowel inhoudelijk over een aantal onderwerpen als door zijn woordkeus, maar als puntje bij paaltje komt het kabinetsbeleid gewoon steunt.
Schattingen stemgedrag met behulp van IDEAL van Simon Jackman.
Voor de statistici: Het model is geïdentificeerd door de posities van SP, PVV en CU vast te stellen op basis van hun positie in een klassieke multidimensional scaling op de afstandsmatrix tussen partijen. 

dinsdag 20 september 2011

Woordgebruik Troonrede 2011: de regering spreekt


Een snelle analyse van het woordgebruik van de troonrede leert dat in 2011 opvallend vaak wordt gesproken over de 'regering' en de 'overheid'. Daarnaast zijn woorden als 'economie' en 'economische' dit jaar veel aanwezig. Gezien de centrale boodschap van het kabinet-Rutte dat de financieel-economische problemen moeten worden opgelost door stevig te snijden in de overheidsuitgaven en -regulering, komt dit natuurlijk niet echt als een verrassing.

Wordle van de Troonrede 2011


Vergelijking woordgebruik troonredes 2010 en 2011. Woorden die bovenaan de figuur staan werden in 2011 relatief vaak gebruikt in vergelijking met vorig jaar. 

dinsdag 13 september 2011

SP-onderzoek PVV-beloftes beter in overdrijven dan tellen

De SP houdt gedoogpartij PVV goed in het vizier. Na een eerdere publicatie over gebroken PVV-beloftes verscheen vandaag een nieuw onderzoek van het wetenschappelijk bureau van de SP waarin wordt beweert dat de PVV in de afgelopen tijd nog eens 150 beloftes brak. Het is een goede zaak dat partijen elkaar de maat nemen, juist over elkaars inhoudelijke keuzes en de consistentie daarvan. Het doel van verkiezingsprogramma's is immers de kiezer inzicht te geven in het gedrag van partijen na de verkiezingen. Als partijen stelselmatig afwijken van hun programma krijgt de kiezer iets heel anders dan voorgespiegeld. Toch is het de vraag of de publicatie van de SP niet vooral een publicitaire stok is om de PVV mee te slaan. Want op het onderzoek valt het nodige aan te merken.

Neem een voorbeeld uit hoofdstuk 2 van het SP-onderzoek. Dat begint met: "De PVV zegt een einde te willen maken aan de graai- en bonussencultuur". Daarbij wordt verwezen naar pagina 19 van het PVV-verkiezingsprogramma. Op pagina 21 van dat programma staat inderdaad dat de PVV af wil van de bonussencultuur in de (semi)publieke sector, bij staatsondernemingen en bij financiële instellingen met staatssteun. Dat laatste lijken de onderzoekers even te vergeten als de PVV wordt tegengeworpen tegen een aantal moties over het beloningsbeleid bij financiële instellingen te hebben gestemd. Die moties zien immers niet alleen op financiële instellingen met staatssteun. Dat de PVV tegen dergelijke moties stemt, is dus niet in tegenspraak met hetgeen in het verkiezingsprogramma staat. Overigens stemde de PVV vóór één van de moties waarvan het onderzoek beweert dat de partij tegen stemde (namelijk nummer 31980, 42).

Dit ene voorbeeld illustreert dat het onderzoeken van verkiezingsbeloftes nog niet zo eenvoudig is. Dat is bij degenen die wetenschappelijk onderzoek doen naar verkiezingsbeloftes al lang bekend. Robert Thomson deed in de jaren 1990 promotieonderzoek naar verkiezingsbeloftes in Nederland en besteedde daarbij veel aandacht aan de vraag wat nu precies een belofte is en wanneer je die vervult of verbreekt. Het blijkt nog behoorlijk lastig om daarvoor een objectieve maatstaf te formuleren. Natuurlijk is het in sommige gevallen duidelijk dat een belofte is verbroken, maar veel vaker is er sprake van een grijs gebied. Het lijkt er toch op dat de SP-onderzoekers dit gebied overwegend in het nadeel van de PVV hebben ingekleurd.

Daarbij komt dat het rapport ten onrechte de indruk wekt dat de PVV volledig vrij is qua stemgedrag op het gebied van zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Op die punten is de partij van Wilders vaak gebonden aan het gedoogakkoord omdat maatregelen op deze terreinen gevolgen hebben voor de begroting (lees: de bezuinigingen). De SP mag natuurlijk kritiek hebben op het feit dat Wilders die bezuinigingen zo gemakkelijk steunt, maar de PVV is wel gebonden aan het gedoogakkoord op dit punt en niet volledig vrij.

Nog belangrijker is het feit dat het onderzoek vooral een lijst blijkt te zijn van gevallen waarin - volgens de onderzoekers - de PVV afweek van het verkiezingsprogramma. Het gaat dus niet zozeer om 150 gebroken beloftes, maar om 150 gevallen waarin de PVV afweek van het programma. Is dat nou veel? Dat is eigenlijk niet te zeggen op basis van alleen deze informatie. We weten namelijk niet in hoe veel gevallen de PVV wel handelde in lijn met het verkiezingsprogramma. Bij alle niet-genoemde moties en amendementen (bijna 2000 stuks)? In dat geval zou de PVV in ruim 90% van de gevallen in lijn met het verkiezingsprogramma handelen. En hoe vaak weken andere partijen af van hun programma? Dat zou je moeten onderzoeken om de gegevens van de SP goed in perspectief te kunnen plaatsen. Het zou best kunnen zijn dat een zorgvuldige replicatie van het SP onderzoek tot de conclusie komt dat de PVV relatief vaak afwijkt van haar programma, maar die conclusie is op basis van het huidige rapport niet gerechtvaardigd.

Mijn kritiek op het onderzoek is des te scherper, omdat de SP rondom het onderzoek een aura van onpartijdigheid heen legt. Het geldt als een rapport van het wetenschappelijk bureau, waarvan toch iets meer distantie is te verwachten dan van de Tweede Kamerfractie. Daarnaast claimt het rapport zelf dat het hier gaat om harde feiten:
Ons oordeel: Wilders blijft een veelpleger als het gaat over het breken van verkiezingsbeloften. Het blijken geen beginnersfouten, maar bewuste keuzes, om anders te handelen dan eerder was beloofd.Dat is geen mening; dat is een vaststelling.
Natuurlijk is het rapport geen bagger - overdrijven kan Wilders zelf maar al te goed - maar bij een 'wetenschappelijke' publicatie horen conclusies die worden gestaafd door het onderzoek. Mijns inziens scheelt het daaraan bij de SP. Dat is jammer, omdat de feiten die worden gepresenteerd op zich interessant zijn en op zichzelf al behoorlijk wat vragen oproepen in de richting van de PVV. Overdrijving past daarbij niet - zeker voor een wetenschappelijk bureau.