Pages

zondag 8 mei 2011

Factcheck: ‘Roemer beste fractievoorzitter’

De Volkskrant meldt dat de ‘gemiddelde Nederlander’ [sic] Roemer een 5,8 geeft voor zijn werk als fractievoorzitter in een peiling van Maurice de Hond. Hij scoort daarmee het beste van alle fractievoorzitters. Dat Roemer het goed doet bij de mensen, zal voor velen geen verrassing zijn: hij slaagt erin om het gedachtegoed van zijn partij op een eenvoudige, maar effectieve wijze naar voren te brengen. Probleem van de conclusies van de Volkskrant is echter, dat Maurice de Hond helemaal geen onderzoek heeft gedaan naar het oordeel van mensen over het werk van de fractievoorzitters.

Eens in de zoveel tijd vraagt Peil.NL zijn panelleden naar hun vertrouwen in politici. Mensen kunnen dat vertrouwen aangeven op een schaal van 10 (Heel erg hoog) tot 1 (Heel erg laag)*. Er wordt dus niet gevraagd naar een beoordeling van de manier waarop de fractievoorzitters hun werk doen, zoals de Volkskrant suggereert. Hoewel vertrouwen in een politicus ongetwijfeld gerelateerd is aan de manier waarop hij zijn functie vervult, zijn dit twee verschillende zaken. Je kunt bijvoorbeeld best waardering hebben voor de manier waarop Van der Staaij (SGP) zijn functie uitoefent, zonder dat je een groot vertrouwen in de man hebt. 

Vraag over politiek vertrouwen, zoals gepresenteerd door Peil.nl.

Juist als het om vertrouwen gaat, is de politieke kleur van de respondent van grote invloed op het antwoord. Zo geven SP-kiezers Emile Roemer gemiddeld genomen een 8, terwijl PVV-stemmers slechts een 3,7 (zij geven sowieso lage cijfers, behalve voor Wilders). Blok (VVD) krijgt naast een 6,8 van zijn eigen kiezers een 6 van CDA-stemmers, terwijl SP’ers en PvdA’ers hem slechts een 3,3 geven. Linkse kiezers hebben over het algemeen meer vertrouwen in linkse politici dan in rechtse – bij rechtse kiezers is dat andersom.

Dit patroon blijkt nog iets gecompliceerder. Met behulp van een multidimensional unfolding analyse heb ik fractieleiders en (beschikbare) kiezersgroepen in een figuur geplot, zodat kiezersgroepen dicht bij politici staan, waar ze (gemiddeld genomen) veel vertrouwen in hebben. Kiezersgroepen staan ver af van politici die ze niet of nauwelijks vertrouwen. Dit geeft een redelijk vertrouwd beeld: horizontaal zien we de partijen ongeveer van links naar rechts. Verticaal zien we echter een onderscheid tussen SP, PvdD en PVV aan de ene kant en die van de traditionele partijen aan de andere. PVV-kiezers hebben namelijk veel minder vertrouwen in Cohen en Sap dan in Roemer. CDA’ers hebben meer vertrouwen in Roemer, dan in Wilders. Links-rechts is dus niet de enige factor van belang bij vertrouwen in de fractieleiders: ook pro- en anti-Wilders dynamiek lijkt een belangrijke rol te spelen. 

Vertrouwen in politici: afstand tussen kiezersgroepen en politici worden zo goed mogelijk weergegeven in bovenstaand figuur. PvdA-kiezers hebben bijvoorbeeld een kleine afstand (= veel vertrouwen) in Cohen en Roemer, en een grote afstand tot Wilders (=weinig vertrouwen).


Is Roemer de beste fractievoorzitter in de ogen van de ‘gemiddelde Nederlander’? Wellicht, maar dat blijkt niet uit het onderzoek van De Hond. Vertrouwen in politici lijkt, althans op het niveau van kiezersgroepen, samen te hangen met de politieke voorkeuren, zowel in termen van links-rechts als in termen van voor- of afkeur van de PVV.


* Overigens ontbreekt een optie 'Weet niet/ken ik niet', wat het lage vertrouwen in Van der Staaij en Thieme zou kunnen verklaren. Want hoeveel vertrouwen kun je aangeven te hebben in iemand die je niet kent?

donderdag 5 mei 2011

SP trouwste bondgenoot van de PVV?

Volgens Elsevier is de SP de trouwste bondgenoot van de PVV in de Tweede Kamer. De partij zou het vaakst van alle oppositiepartijen meestemmen met de PVV. Elsevier-columnist Syp Wynia trekt in een bijgevoegd filmpje een snelle conclusie: SP en PVV kunnen maar beter zo snel mogelijk fuseren, want grote inhoudelijke verschillen zijn er niet. Als het inderdaad waar zou zijn dat de SP en de PVV vrijwel altijd hetzelfde stemmen, valt daar misschien iets voor te zeggen. Het is echter totale onzin.

Het achtergrondartikel in Elsevier weekblad waarnaar wordt verwezen geeft de achterliggende cijfers. Het betreft de analyse van het stemgedrag in de Tweede Kamer in de periode oktober 2010 tot maart 2011, in totaal 987 moties, in samenwerking met de Dienst Informatievoorziening Tweede Kamer. Deze cijfers zijn niet vrijelijk beschikbaar, maar zijn wel te reconstrueren aan de hand van de Handelingen van de Tweede Kamer. Wij komen in de periode 14 oktober 2010 tot 1 maart 2011 op in totaal 961 moties – niet precies hetzelfde aantal als Elsevier, maar het is onwaarschijnlijk dat dit verschil tot wezenlijk andere inzichten leidt.

Stemt de SP vaak hetzelfde als de PVV? Nee. De SP stemde in 35% van de stemmingen over moties hetzelfde als de PVV, dit is minder dan VVD, CDA, SGP, ChristenUnie, D66 én PvdA. Alleen de PvdD en GroenLinks stemden nog vaker anders dan de PVV. De echte bondgenoten van de PVV zijn CDA en VVD. Dat is ook niet verwonderlijk: de PVV steunt het kabinet van CDA en VVD omdat ze inhoudelijk verwant zijn. De PVV week soms wel af van het stemgedrag van CDA en VVD, maar minder vaak dan D66 dit deed tijdens kabinet Balkenende-II.


De claim van Elsevier dat de SP de sterkste bondgenoot van de PVV is, is gebaseerd op de stemmingen waarin de coalitie verdeeld was (of beter gezegd: waarin de PVV afwijkend stemde van CDA en VVD). In deze gevallen stemde de SP volgens de gegevens van Elsevier 86 keer mee met de PVV en 79 keer met CDA en VVD. Maar de SP is niet de enige partij die in zo’n geval regelmatig met de PVV meestemde. Onderstaande grafiek presenteert de gevallen waarin de coalitie verdeeld was (dus ook als CDA of VVD niet hetzelfde stemmen) . Het beeld is hetzelfde als dat bij Elsevier, alleen de Partij voor de Dieren stemde in onze analyse even vaak mee met de PVV als de SP dat deed. Geen van de partijen stemde in meer dan de helft van de gevallen met de PVV mee, ook de SP niet. Als ze niet met de oppositie mee stemt staat de PVV dus relatief geïsoleerd. De verschillen in ‘steun’ voor de kant van de PVV zijn niet erg groot: bij een conflict in de coalitie stemde ook GroenLinks en de PvdA in bijna 40% van de gevallen met de PVV mee: toch niet echt partijen waartussen een fusie voor de hand ligt.


Een betere maat voor ‘bondgenootschap’ met de PVV is de mate waarin partijen moties waarvan de PVV eerste indiener was, steunden. Staat een partij achter de voorstellen van een andere partij? De SP deed dit het vaakst: in iets meer dan 50% van de gevallen steunde de SP de PVV-moties. Dit is iets vaker dan andere partijen, maar de verschillen zijn niet groot: de PvdD steunde ruim 45% van de PVV-moties en de PvdA meer dan 40%. Dat VVD en CDA niet vaker voor PVV-moties stemden komt omdat de PVV vooral moties indiende als zij het oneens is met het kabinet; partijen dienen bijna nooit moties in als zij het eens zijn met het kabinet. Dit geeft dus een overschatting van de overeenkomsten tussen SP en PVV en een onderschatting van de overeenkomsten tussen PVV en CDA/VVD. Het is zeker waar dat de SP op een aantal terreinen vaker voor PVV-voorstellen stemde dan andere oppositiepartijen, maar de verschillen tussen SP en andere oppositiepartijen zijn niet bijzonder groot.



Als PVV en SP echt twee handen op een populistische onderbuik zouden zijn, dan zou de partij ook de moties van de SP vaak moeten hebben gesteund. Dit is niet het geval: minder dan 30% van de SP moties werd door de PVV gesteund. Dit is weliswaar duidelijk vaker dan CDA en VVD, maar ongeveer hetzelfde als de steun van de SGP voor PVV-moties. Alle andere partijen steunden SP-moties veel vaker dan de PVV dat deed. Met name linkse partijen als de PvdD en GL tonen een zeer grote verwantschap met de SP. De SP stelt met name noties voor die onacceptabel zijn voor het CDA en de VVD die de PVV dus niet kan steunen zonder haar rechtse bondgenoten in het tegen zich in het harnas te jagen.



Op welke onderwerpen zijn de PVV en de SP verwant? We kunnen moties en amendementen die zijn ingediend tijdens de begrotingsbehandelingen op grond van hun nummer indelen naar ministerie: van ELI (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) tot VWS (Volksgezond, Welzijn en Sport). Voor elk ministerie kijken we weer in welke mate partijen hetzelfde stemmen. PVV en de SP zijn het het meest eens zijn op het gebied van volksgezondheid: in iets meer dan 50% van de stemmingen over moties en amendementen die ingediend zijn over de VWS-begroting stemmen de PVV en de SP hetzelfde. De PVV stelt zich wat betreft zorg en ouderen relatief sociaal op. De PVV en de SP stemmen het minst vaak hetzelfde als het over economische zaken gaat: daar stemmen ze in bijna 20% van de gevallen hetzelfde. Het gaat hier om onderwerpen als marktwerking. Het verzet tegen marktwerking is de kern van de linkse politiek van de SP, maar dit vindt weinig weerklank bij de PVV, zo bleek onder andere bij de stemming over de verplichte aanbesteding van het openbaar vervoer in de steden. De SP en PVV stemmen ook vaak hetzelfde over Binnenlandse Zaken (Antillianen, ambtenaren en inburgering) en Defensie (militaire missies). Over Buitenlandse Zaken (Israel of ontwikkelingssamenwerking) en Veiligheid zijn de partijen het juist vaak oneens. De PVV kan dus niet zonder meer links op sociaaleconomisch terrein genoemd worden: ze is misschien wel sociaal op het gebied van zorg, maar kiest -anders dan de SP- niet voor een sterk overheidsingrijpen in de economie.

ELI: stemmingen over moties en amendementen ingediend bij de begroting EZ, LNV en Financiën; BuZa: Buitenlandse Zaken; J&V: Justitie; I&R Verkeer & Waterstaat, VROM en het Infrastructuurfonds; OCW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; VWS: Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Def: Defensie; BZK: Binnenlandse Zaken, Koninkrijksrelaties, Wonen, Wijken en Integratie en Algemene Zaken; VWS: Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Jeugd & Gezin.

Het stemgedrag van de SP en PVV in de afgelopen periode was verre van identiek. PVV en SP stemmen minder vaak samen dan PVV en PvdA. Alleen als het gaat om moties van de PVV en stemmingen waarin de coalitie verdeeld was, vonden de SP en de PVV elkaar relatief vaak. Dit zijn de gevallen waarin de PVV afweek van de regeringspartijen en de SP haar kans schoon zag om ‘in te breken’ op de coalitie. Ook andere partijen deden dit. Dat de SP wat vaker optrekt met de PVV dan bijvoorbeeld PvdA en GroenLinks lijkt voornamelijk een gevolg van hun posities inzake gezondheidszorg waarbij de SP en PVV beide een ‘sociaal’ standpunt innemen. Dit neemt niet weg dat SP en PVV op veel meer thema’s verdeeld zijn en dus anders stemmen. Waar het bijvoorbeeld gaat om economische zaken stemt de PVV heel anders dan de linkse partijen.

Het “wilde idee” van Wynia dat SP en PVV wel zouden kunnen fuseren omdat ze “zoveel op elkaar lijken” raakt kant noch wal. Alsof Elsevier en de Groene Amsterdammer wel samen zouden kunnen gaan omdat ze beiden wel eens een kritisch artikel over de overheid schrijven. Als het stemgedrag in de Tweede Kamer al aanleiding zou geven tot een fusie, is dat een fusie op rechts: de coalitie is het in verreweg de meeste gevallen roerend eens.

Dit artikel is samen geschreven met Simon Otjes en verschijnt gelijktijdig ook op zijn weblog.


Update 6-5: Op verzoek* maken we de dataset die we hebben verzameld en gebruikt voor de bovenstaande analyse openbaar, zodat iedereen onze gegevens kan controleren en de analyse kan repliceren. De gegevens zijn verzameld met behulp van een script dat stemmingen op officielebekendmakingen.nl download en verwerkt. Mocht je onvolkomenheden tegenkomen in de data, dan horen we dat graag. De dataset is beschikbaar onder een Creative Commons 3.0 Attribution-ShareAlike Licentie. Vermeld bij gebruik de namen en websites van Tom Louwerse (http://www.tomlouwerse.nl) en Simon Otjes (http://www.simonotjes.nl). 


* van ene 'Anoniem'