Pages

zondag 18 maart 2012

Hoeveel won de PvdA door leiderschapsverkiezing?

De afgelopen weken wist de PvdA door het vertrek van Cohen en de daaropvolgende verkiezing voor een nieuwe politiek leider de aandacht stevig op zich te vestigen. Vele partijleden toonden zich gelukkig met het feit dat hun partij weer eens positief in het nieuws kwam. In dat opzicht heeft de interne strijd de PvdA veel goeds gebracht.

In de peilingen laat de PvdA de laatste weken ook een opgaande lijn zien. Sinds het opstappen van Cohen won de PvdA maar liefst 7 zetels in de peilingen van Maurice de Hond, van 14 naar 21, een stijging van maar liefst 50%. Is het effect van de interne politieke strijd echt zo sterk? Waarschijnlijk niet. Als we alle peilingen meenemen, zien we slechts een beperkte stijging van de electorale kansen van de PvdA gedurende de interne verkiezing.

In onderstaand figuur is de verwachting van mijn 'Pooling the Polls' model voor de PvdA weergegeven sinds 1 februari. De zwarte lijn geeft het stemmenpercentage van de PvdA volgens het model. De gekleurde punten vertegenwoordigen de peilingen van De Hond (rood), de Politieke Barometer (blauw) en TNS-NIPO (groen). Allereerst valt op dat er maar een beperkt aantal peilingen is geweest in de periode van de leiderschapsverkiezing. Daardoor is het betrouwbaarheidsinterval van het model breed: we weten op basis van de beschikbare peilingen dus niet zo heel veel over de electorale steun voor de PvdA.

Geschat stemmenpercentage (zwarte lijn met 95% Bayesiaans betrouwbaarheidsinteval in het grijs) voor de PvdA in de periode februari-maart 2012 op basis van de 'Pooling the polls' methode.

 
Wat we uit de peilingen wel kunnen afleiden is het volgende. Net voor het vertrek van Cohen stond de partij op ongeveer 12%. In de verwachting van De Hond scoorde de partij op dat moment uitzonderlijk laag met maar iets meer dan 9%. Dat kwam waarschijnlijk door het feit dat de wekelijkse peiling van De Hond de enige was die de ruzie in de fractie naar aanleiding van de brief van Frans Timmermans goed kon meenemen. Waarschijnlijk onderschat het 'Pooling the Polls' model het stemmenpercentage van de PvdA net voor het vertrek van Cohen dus enigszins. Dat laat onverlet dat de 9% voor de PvdA (14 zetels) een scherp dieptepunt was. Ook zonder het vertrek van Cohen zou de partij zich daarvan waarschijnlijk redelijk gemakkelijk hebben kunnen herstellen - ruzies lijken door de meeste kiezers na een paar weken immers weer vergeten te zijn.

Als we 12% als baseline nemen voor de start van de leiderschapsverkiezing, in plaats van de 9% van De Hond, valt de electorale stijging van de PvdA relatief mee. In de meest recente schatting, zou de PvdA zo'n 14% van de stemmen krijgen. Dat betekent een stijging van 2%, ofwel 3 zetels gedurende de laatste drie weken (die stijging is statistisch significant). Dat is ook ongeveer de stijging die de minder frequente peilingen van de Politieke Barometer laten zien.

Als we alle beschikbare gegevens meenemen, blijkt dus dat de electorale kansen van de PvdA gedurende de leiderschapsverkiezing wel zijn gestegen, maar dat het effect beperkt is tot ongeveer 3 zetels (voor zover we de stijging daadwerkelijk kunnen toeschrijven aan de interne verkiezing, maar dat ligt in de rede). Veel belangrijker zal de 'nieuwe energie' zijn die de campagne ogenschijnlijk heeft gebracht. Als Samsom er in slaagt om dat gevoel te bewaren en weet om te zetten in een krachtige oppositie, dan kan de PvdA de weg omhoog weer terugvinden.

zondag 11 maart 2012

PvdA lijkt sociaal-economisch meer op GroenLinks, dan op de SP

PvdA-Kamerlid Diederik Samsom claimde tijdens een aantal verkiezingsdebatten in het kader van het ledenreferendum over het fractievoorzitterschap dat de PvdA op sociaal-economisch gebied net zo ver afstaat van de SP als van GroenLinks. Daar waar andere kandidaten in GroenLinks de grootste geestverwant zagen, benadrukte Samsom, zeker op sociaal-economisch gebied, de verschillen met de partij van Jolande Sap. Die partij zou volgens Samsom de laatste tijd wel erg zijn afgedreven naar rechts. Analyse van de antwoorden van partijen in de kieswijzers laat echter zien dat de PvdA op sociaal-economisch gebied iets dichter bij GroenLinks staat dan bij de SP. Met het 'afdrijven' van GroenLinks valt het ook reuze mee.

In de StemWijzer van 2010 waren 10 stellingen opgenomen die duidelijk onder de noemer 'sociaal-economisch' zijn te vatten: werken, wonen, belastingen, onderwijs en zorg (zie onderaan). Op 8 van de 10 stellingen gaven PvdA en GroenLinks hetzelfde antwoord. Alleen op het gebied van afschaffen van studiebeurzen en beperking van de WW waren (en zijn) de partijen het oneens. Overigens zijn beide partijen voor een vorm van een sociaal leenstelsel of studietax, maar gaven ze wel een verschillend antwoord op de stelling. Er is dus maar één punt in de StemWijzer waarover PvdA en GroenLinks het echt oneens zijn.

De PvdA en de SP waren het op de sociaal-economische stellingen in de StemWijzer op drie punten oneens: AOW-leeftijd, scheefwonen en hypotheekrenteaftrek. De SP en PvdA antwoordden op die laatste stelling weliswaar anders, maar in feite willen beide partijen een hervorming/beperking van de hypotheekrenteaftrek. Op het punt van het sociaal leenstelsel gaven SP en PvdA hetzelfde antwoord, maar toonde de PvdA zich wel voorstander van een sociaal leenstelsel, in tegenstelling tot de SP. De partijen namen dus op twee á drie punten een ander standpunt in. Het verschil tussen PvdA en GroenLinks is in de StemWijzer iets kleiner dan het verschil tussen PvdA en SP.

Partijposities op sociaal-economische onderwerpen in het Kieskompas van 2010


In de concurrerende stemadvieshulp, Kieskompas, stond de PvdA nog dichterbij GroenLinks. Als we het tweedimensionale politieke landschap van het Kieskompas bekijken op de onderwerpen zorg, onderwijs, inkomen, werk en wonen, stond GroenLinks en PvdA erg dicht bij elkaar (op de links-rechtsschaal zelfs op exact dezelfde positie), terwijl de SP bijna helemaal links gepositioneerd was.

De meeste verschillen tussen de linkse partijen in het Kieskompas betreffen verschillen in gradatie: zo is de SP het 'helemaal niet eens' met liberalisering van de huren, terwijl PvdA en GroenLinks het er (gewoon) 'niet mee eens zijn'. Als we de posities van de partijen op de vijfpuntsschalen bij elkaar optellen, dan is de afstand tussen SP en PvdA 12 en de afstand tussen PvdA en GroenLinks 7. Ook hier staat de PvdA dus dichterbij GroenLinks dan de SP. Er zijn slechts een paar thema's waarbij partijen het over de richting van het beleid oneens zijn. PvdA en SP zijn het volgens het Kieskompas oneens over de AOW en studiefinanciering, terwijl PvdA en GroenLinks het oneens zijn over de versobering van de WW.

In beide kieshulpen staat de PvdA dus iets dichterbij GroenLinks dan bij de SP. Overigens moeten de verschillen tussen de partijen niet overdreven worden: op de meeste onderwerpen is men het eens, zeker over de richting van het beleid. Natuurlijk zijn er andere bronnen dan kieshulpen om de programma's van partijen te vergelijken, maar stemadvieshulpen geven over het algemeen een redelijk goede indruk van de posities van partijen op de belangrijkste (verkiezings)onderwerpen. 

Samsom heeft gelijk dat de PvdA tussen de SP en GroenLinks in staat op sociaal-economisch gebied, maar wel dichterbij GroenLinks. Zijn uitspraak dat dit het gevolg is van het 'naar rechts afdrijven' van GroenLinks is echter problematisch. Op veel sociaal-economische onderwerpen lijkt de traditionele links-rechtstegenstelling namelijk vervangen te zijn door een onderscheid tussen hervormers en conservatieven. De SP behoort duidelijk tot de laatste groep, terwijl GroenLinks zichzelf graag ziet als hervormingsgezind. De belangrijkste vraag is dan ook waar Samsom de PvdA naartoe wil brengen.

Antwoorden van partijen op sociaal-economische stellingen in de StemWijzer