Het NRC Handelsblad pakt vandaag groot uit met een onderzoek waaruit zou blijken dat kiezers meer eensgezind zijn over de bezuinigingsmaatregelen dan partijen. De krant kopte ferm: “Breekpunten bestaan niet voor kiezers”. Het onderzoek werd uitgevoerd op de website van het NRC waar kiezers hun eigen bezuinigingspakket moesten samenstellen op basis van de voorstellen van de ambtelijke werkgroepen. Op zich is dit een informatieve website die inzicht geeft in de afwegingen die daarbij moeten worden gemaakt. Maar het NRC verslikt zich in de conclusies die hieruit getrokken kunnen worden.
Het belangrijkste bezwaar tegen de conclusies die het NRC trekt is dat de bezoekers van de nrc.nl geen aselecte steekproef van de kiezers vormen. De krant geeft dit zelf toe: “de deelnemers zijn niet per se representatief voor het hele electoraat, al zijn er geen aanwijzingen voor grote vertekeningen”. Waarop men baseert dat er geen aanwijzingen voor grote vertekeningen zijn, is echter onduidelijk. Er zijn namelijk alleen maar bezoekers van de website ondervraagd; op basis daarvan kun je weinig zeggen over de verschillen tussen bezoekers en niet-bezoekers, want over die laatste groep weet je niets. Een aanvullend probleem is dat mensen ‘zichzelf’ selecteerden voor deelname: mensen die het leuk vonden om mee te doen aan het onderzoek deden dat, politiek minder geïnteresseerde lezers deden dat waarschijnlijk niet.
Op basis van het Nationaal Kiezers Onderzoek (NKO, 2006) kan worden gezegd dat NRC-lezers weldegelijk andere politieke voorkeuren hebben dan mensen die niet dagelijks deze krant lezen. Toegegeven, dat is niet precies de groep die ook de website bezoekt, maar het geeft toch enig inzicht in de verschillen tussen NRC-lezers en anderen. Als we kijken naar de politieke positie van respondenten op een zevental onderwerpen, zien we dat er bij zes daarvan een statistisch significant verschil is tussen de NRC-lezers en niet-NRC-lezers. De scores zijn de gemiddelde posities van NRC-lezers en niet-NRC-lezers op beleidsschalen (die lopen van 1 tot 7). Op sommige onderwerpen (inkomensverschillen en kerncentrales) zijn de NRC-lezers rechtser, op de andere onderwerpen is men eerder progressiever en linkser (immigratie, integratie, Europese eenwording, criminaliteit). Je kunt deze verschillen ook bekijken per partij. Ze zijn niet altijd statistisch significant omdat het aantal respondenten dat het NRC-leest en op een kleine partij stemt maar klein is. Desondanks zien we de verschillen tussen NRC-lezers en niet-lezers. Juist omdat die verschillen niet allemaal hetzelfde zijn voor elke kiezersgroep kun je niet zomaar veralgemeniseren op basis van een groep NRC-kiezers. Het is zeer wel mogelijk dat meer progressief en economisch rechtsere NRC-lezers meer geneigd zijn te hervormen en te bezuinigen (en daar meer eensgezind over zijn) dan andere kiezers. Dat vertekent de resultaten mogelijk sterk.
Een ander probleem is de manier waarop mensen naar hun mening is gevraagd. Het is welbekend dat mensen desgevraagd een mening verstrekken over zaken waar ze eigenlijk niets van weten en/of vinden. De manier waarop de enquête wordt gepresenteerd draagt daar toe bij. Om mee te kunnen doen moet je namelijk minimaal 25 miljard bezuinigen. Hoe zeker kunnen we er van zijn dat elk van de invullers een zorgvuldige selectie maakt en niet uit gemakzucht kiest voor de knop ‘maximaal bezuinigen’ of helemaal niet? En sommige respondenten willen misschien wel minder bezuinigen, juist ook kiezers op linkse partijen.
Daarbij komt dat de presentatie soms erg technocratisch is, ondanks pogingen tot versimpeling. Zo komt het hele woord hypotheekrenteaftrek niet voor bij de opties over het hervormen van de woningmarkt (zie figuur). Zou iedereen weten dat een ‘verschuiving van box 1 naar box 3’ het geleidelijk afschaffen van de aftrek betekent? Waarschijnlijk niet, want in de krant zelf schrijft men er maar een toelichting bij. Het is zeer waarschijnlijk dat de manier van vraagstelling in dit geval grote invloed heeft op de verkregen antwoorden. Dat zou ook het verschil kunnen verklaren met de bevindingen van Maurice de Hond, die juist wel een sterk verschil tussen aanhangers van rechtse en linkse partijen ziet op dit punt.
De conclusies die de NRC-redacteuren trekken vinden dan ook onvoldoende basis in het onderzoek. Hoewel uit het onderzoek weldegelijk interessante patronen naar voren komen, zitten er veel te veel haken en ogen aan om zulke sterke conclusies over alle kiezers te baseren op een onderzoek onder websitebezoekers. Als uit een GeenStijl-peiling blijkt dat 70% van de bezoekers daar op de PVV stemt, dan trekken we daar ook geen conclusies uit voor de totale bevolking. De vertekening onder NRC-lezers is waarschijnlijk minder groot, maar ook niet afwezig. Feit is dat we niet precies weten hoe NRC-lezers zich verhouden tot de totale bevolking, al is duidelijk dat er inhoudelijke verschillen zijn tussen de groepen. Tel daar de onorthodoxe manier van vraagstelling bij op. Ik kan dan ook niet anders dan constateren dat de presentatie van de resultaten, met name op de voorpagina, de lezer misleidt.