Pages

donderdag 3 maart 2011

Eerste Kamer blijkt lastig te peilen

Voorafgaande aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten kwamen de peilingbureaus met inschattingen wat deze verkiezingen zouden betekenen voor de samenstelling van de Eerste Kamer. Peilen is niet eenvoudig en voor de Eerste Kamer al helemaal niet: verschuivingen in één bepaalde provincie kunnen net het verschil maken in de Senaat. Dat blijkt ook uit een vergelijking van de peilingen/prognoses met de (voorlopige) uitslag.



Op dit weblog heb ik de laatste weken prognoses voor de Eerste Kamer gepubliceerd, gebaseerd op Tweede Kamerpeilingen (TNS NIPO, Peil en Synovate), opkomstverwachtingen en regionale verschillen in partijkeur. De vergelijking van mijn laatste model op basis van de peilingen tot en met 2 maart laat zien dat deze aanpak redelijk succesvol was. In onderstaande figuur staat de laatste verwachting, waarbij het aantal verwachte zetels (volgens het ANP) grijs is gekleurd. Bij een aantal partijen is de meest waarschijnlijke verwachting bewaarheid geworden: ChristenUnie, D66, SGP en de overigen behaalden even veel zetels als verwacht. Bij een aantal andere partijen lag het uiteindelijke percentage ruim binnen de foutmarge: GroenLinks, PvdA, PvdD, SP en VVD. Alleen bij het CDA (en in zekere zin ook bij de PVV) is dit niet het geval: deze partij deed het met 11 zetels duidelijk beter dan verwacht. Slechts in één van de 1000 simulaties van het model kreeg het CDA dat aantal. CDA’ers blijken nog trouwer te zijn opgekomen dan verwacht, maar er kan ook sprake zijn van een last-minute ‘pity swing’: stemmers voor de coalitie die niet wilden dat de meest rechtse partijen in de coalitie de overhand zouden krijgen.

Simulaties Eerste Kamer model: vergelijking met uitslag
(grijze staven geven gerealiseerd zetelaantal aan volgens verwachting ANP)

In vergelijking met de laatste Eerste Kamer peilingen van Peil.nl (Maurice de Hond) en Synovate (Politieke Barometer) deed het hier gepubliceerde model het goed. De grote peilingbureaus zaten er beide 14 zetels naast, terwijl de prognose van deze site er ‘slechts’ 8 zetels naast zat. Daarmee deden de grote bureaus het slechter dan bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen, toen ze er ook zo’n 15 zetels naast zaten, maar toen op een totaal van 150 (nu 14 op 75 zetels). Alleen de exit poll van Synovate deed het nog beter: die zat er 4 zetels naast. Helaas voor de samenstellers van de exit poll zat die afwijking nu juist in het verschil tussen oppositie en coalitie (de coalitie stond in de exit poll op 35, maar lijkt uiteindelijk af te stevenen op 37).



Bovenstaand beeld laat zien dat het loont om de gegevens van verschillende peilingbureaus te combineren. Daardoor worden bijvoorbeeld uitschieters uitgevlakt. Daarnaast lijkt het er op dat de hier gebruikte methodiek van het omrekenen van de uitslag naar de Provinciale Staten beter werkt dan de omrekenmethodes van de peilingbureaus – hoewel dat lastig te zeggen is omdat zij niet erg duidelijk zijn hoe ze tot hun Eerste Kamer prognoses komen. Daarnaast is het van belang om duidelijk te maken welke onzekerheidsmarges een rol spelen. Dat kan wellicht voorkomen dat er zure stukjes in kranten verschijnen waarin wordt gemeld dat peilingen ‘er altijd naast zitten’. Peilingen hebben onzekerheidsmarges en daarmee moet rekening worden gehouden: één zetel afwijking per partij betekent niet dat de peiling niet deugt, want dat valt binnen de foutmarge. Aan de wetten van de steekproeftrekking ontkomt namelijk niemand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten