Het algemene beeld in de laatste zes verkiezingen in Leiden is duidelijk: D66 wint, de PVV heeft voet aan de grond gekregen en het CDA verliest dramatisch. De christen-democraten verloren sinds de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 steeds terrein, tot een dieptepunt van 5,9% van de Leidse stemmen bij de Provinciale Statenverkiezingen. Het CDA doet het in Leiden dus nog zelfs iets slechter dan bij de Tweede Kamerverkiezingen in juni, terwijl de opkomstbereidheid van de christendemocratische kiezer doorgaangs hoger is. De ChristenUnie deed het ook niet erg goed, maar won wel licht ten opzichte van juni 2010. De grote winnaars, D66, wisten weer een sterke uitslag te realiseren in Leiden, duidelijk hoger dan in juni bij de Tweede Kamer, maar tevens duidelijk lager dan bij de Europese Verkiezingen (2009) en de laatste Gemeenteraadsverkiezingen. De PvdA deed het bij die laatste twee verkiezingen juist relatief slecht in Leiden, maar is nu in Leiden weer ongeveer op het niveau van de provincieverkiezingen van 2007. GroenLinks evenaart de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in juni, maar weet de goede uitslag van de Europese verkiezingen niet te evenaren. De SP lijkt weer uit een dal te klimmen en boekt de beste uitslag van de laatste vier verkiezingen, hoewel onder de topscore uit 2007.
De PVV wist in Leiden, net als in de rest van het land, haar topscore van juni niet te evenaren en viel terug tot onder de 10%. Dat lijkt ook in Leiden met de opkomst samen te hangen: in stembureaus waar meer kiezers kwamen opdagen, stemden significant minder mensen op de PVV (correlatie -0.57). De PVV verloor ten opzichte van juni vooral in de wijken waar ze het eerst goed deed: Leiden Noord en de Stevenshof (in beide wijken van ongeveer 25% naar ongeveer 15). Bij de VVD is een soortgelijke terugval ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen te zien, zij het minder sterk. Al met al kregen de landelijke coalitiepartijen in de sleutelstad dus minder stemmen dan bij de Tweede Kamerverkiezingen in juni. Of dat nu komt doordat mensen van mening zijn veranderd of omdat de opkomst onder VVD-, CDA- en PVV-kiezers lager is, kunnen we op basis van deze cijfers moeilijk zeggen, maar blijkbaar is het enthousiasme onder deze kiezers in ieder geval beperkt.
Uitslag in Leiden uitgesplitst naar politieke blokken |
Stemgedrag per wijk
Net als in eerdere verkiezingen waren de kiezers voor de verschillende partijen niet gelijk over de stad verdeeld. In de onderstaande tabel staan de percentages voor elke partij in de negen kiesdistricten van Leiden (en stembureau Leiden Centraal). De gekleurde balkjes geven aan waar partijen het relatief goed deden. Zo scoorde D66 in alle wijken boven de 10 procent, maar wist ze vooral in de Binnenstad en het Boerhaavedistrict goed te scoren. Hetzelfde patroon zien we bij GroenLinks, terwijl PVV en SP juist in deze wijken zwak scoren: zij doen het goed in Noord en de Stevenshof. De PvdA houdt een beetje in het midden: goede scores in Noord/Stevenshof, maar ook in de wijken in het Zuiden en Zuid-Oosten van de stad. Nieuwkomer 50PLUS doet het net als CDA en VVD goed in de wijken buiten het centrum.
Stempercentages Provinciale Staten 2001 per wijk |
De gegevens uit de tabel zijn gevisualiseerd in onder staand figuur (met behulp van een correspondentieanalyse). In deze 'ruimte' staan zowel partijen als wijken. Als een partij dicht bij een wijk staat, betekent dit dat de partij het relatief goed deed in die wijk. Staan ze ver af van een wijk, dan deed de partij het daar relatief slecht. De gegevens uit de tabel kunnen niet perfect worden weergegeven in het tweedimensionale figuur, maar geeft toch een redelijke indruk van de patronen. Er lijken twee tegenstellingen een rol te spelen. Aan de ene kant zijn er 'volkswijken' tegenover 'liberale wijken': ofwel wijken waar volkspartijen als PVV, SP (en nu ook weer de PvdA) het relatief goed deden (bijv. Stevenshof, Mors, Noord), en wijken waar D66, GroenLinks en in mindere mate de VVD goed scoorden (m.n. Binnenstad, Boerhavedistrict en Stationsdistrict). Daarnaast lijkt er een tegenstelling tussen de woonwijken aan de rand van de stad, waar CDA, VVD en 50PLUS goed scoorden, en de wijken die in of dicht bij het centrum liggen. De hier gevonden stempatronen lijken erg op die bij de Gemeenteraadsverkiezingen en Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar.
Voorkeursstemmen
Van de ruim 54.000 stemmen in Leiden werden er uim 25.500 niet op de lijsttrekker uitgebracht. In de top-10 van voorkeursstemmen zien we daarom ook een aantal runners-up terug. Bij de nummers twee van PvdA en VVD zal hun Leidse achtergrond daarbij vast een rol hebben gespeeld. De nummer twee van GroenLinks, afkomstig uit Voorschoten, wist in Leiden zelfs meer stemmen te halen dan haar lijsttrekker. GroenLinkers zijn dan ook notoire hoogste-vrouw stemmers.
Voorkeursstemmen in Leiden (PS 2011) |
In de top-10 van Leidse kandidaten doen zoals te verwachten vooral de hooggeplaatste politici het goed. Desalniettemin deden bijvoorbeeld Eva de Bakker (SP) en Joost Röselaers (D66) het behoorlijk goed voor kandidaten die vijfde respectievelijk achtste waren geplaatst. Opvallend is ook de goede score van raadslid en D66-kandidaat nummer 42, Elze 't Hart.
Voorkeursstemmen in Leiden op Leidse kandidaten (PS 2011) |
De verdeling tussen mannen en vrouwen was opvallend gelijk. In totaal stemde 50,5% van de Leidse kiezers op een man en 49,5% op een vrouw. Dit vertaalt zich echter niet in een gelijke verdeling in de staten, waar 'slechts' 19 van de 55 gekozenen vrouw zijn.
Met dank aan de gemeente Leiden voor het beschikbaar stellen van de data. Zie de gemeentelijke website voor meer verkiezingsuitslagen.
Mooie analyse - wat echter volledig mist is het zeer verschillende karakter van de diverse verkiezingen. Zo speelt bij de Tweede Kamerverkiezingen de pseudo-verkiezing voor minister-president een grote rol in het voordeel van PvdA en VVD (vroeger CDA) en dat zie je goed terug. Bij Europese verkiezingen speelt mee dat D66 de enige deelnemende partij was met een pro-Europastandpunt.
BeantwoordenVerwijderenBij de voorkeurstemmen speelt het effect "eerste kandidaat uit Leiden" denk ik een grote rol, en is juist opvallend dat Eva de Bakker dat niet is. Hillebrand heeft een intensieve persoonlijke campagne gevoerd op het issue van de jachthaven in de Merenwijk, en met succes.
En: klein christelijk niet bij rechts indelen, maar D66 wel bij links...? Laat maar weer eens zien hoe achterhaald het links/rechts-denken is.
Wat betreft je eerste punt: helemaal gelijk. Het karakter van diverse verkiezingen verschilt; dat zie je met name bij de gemeenteraad terug. Overigens was D66 niet de enige partij met een pro-Europa programma bij de EP-verkiezingen. Ook GroenLinks had een duidelijke pro-Europa campagne (en deed het wellicht mede daardoor zeer goed in die verkiezing).
BeantwoordenVerwijderenDe SGP zou je bij rechts kunnen indelen, maar gezien de regeringscoalitie heb ik het rechtse blok tot die partijen beperkt (scheelt ook nauwelijks iets in Leiden). Als je de CU ergens indeelt, zou dat eerder bij links dan bij rechts zijn.
Dat het links-rechts denken achterhaald zou zijn, blijkt niet uit het stemgedrag in de Tweede Kamer. Dat verloopt vrijwel geheel langs links-rechts lijnen. De volgorde is: SP - PvdD - GL - PvdA - D66 - CU - SGP - CDA - VVD - PVV. D66 staat daarbij duidelijk dichterbij bij het linkse blok en heeft zich tijdens de verkiezingen ook erg anti-regering gepresenteerd. Het feit dat je over de 'randen' van de blokken kunt discussiëren wil niet zeggen dat deze blokken geen belangrijke rol spelen. Wat het wel zegt is dat links/rechts een dimensie is, in plaats van een dichotomie.