Afgelopen week publiceerde de Tweede Kamer haar jaarcijfers.
Opvallend was de stijging van het aantal ingediende moties. In 2010 werden nog ‘maar’
1734 moties ingediend; vorig jaar waren dat er ruim 3679, ruim een verdubbeling. Dat past
goed in het beeld van ‘motie-inflatie’: de Kamer zou het motie-instrument zo vaak gebruiken dat het bot aan het worden is. Maar is de stijging echt zo enorm?
De cijfers over de laatste zes jaar laten inderdaad een stijging zien van het aantal ingediende moties. Onderstaande grafiek
komt uit het rapport van de Tweede Kamer. Daarbij valt op dat 2010 eigenlijk
een relatief rustig jaar was. De verdubbeling die tussen 2010 en 2011 zichtbaar
wordt is dus niet representatief voor de trend van de afgelopen jaren: die was
wel stijgend, maar niet zo sterk. In vijf jaar tijd steeg het aantal ingediende
moties van 1170 tot 3679, dat is zo’n 500 moties per jaar.
Moties in de Tweede Kamer bron: Jaarcijfers Tweede Kamer |
Deze stijging heeft echter ook te maken met het aantal
partijen dat in de Kamer is vertegenwoordigd en de fractiegrootte. Middelgrote
fracties dienen de meeste moties in. Dat blijkt uit een regressiemodel (zie onderaan) waarin
ik het aantal moties dat een partij in een bepaald jaar indient verklaar aan de
hand van een aantal variabelen: fractiegrootte, coalitiedeelname, jaar en
partij. De gegevens zijn afkomstig uit het rapport van de Tweede Kamer.
Onderstaande figuur geeft het aantal ingediende moties per partij per
jaar weer (grijze punten) en het verwacht aantal ingediende moties volgens het model, naar gelang de fractiegrootte (jaar wordt op 2008 gehouden en de partij op de modus).
De bovenste, doorgetrokken, lijn geeft het verwachte aantal ingediende moties
voor een oppositiepartij. Hoe groter de partij, hoe meer moties, tot zo’n 28
zetels: dan neemt het aantal ingediende moties weer af. Bij de
regeringspartijen is een zelfde verband te zien. Als er dus relatief meer
middelgrote partijen zijn, zoals in de laatste periode, zal het aantal
ingediende moties toenemen. Dat verband geldt overigens ook als we de SP, in
zekere zin een outlier in het model
met veel ingediende moties, buiten beschouwing laten.
Aantal ingediende moties naar zetelaantal Lijnen zijn gebaseerd op onderstaand regressiemodel |
Het effect van regeringsdeelname is daarnaast zeer sterk: gemiddeld
genomen dient een coalitiepartij bijna 200 minder moties in dan een
oppositiepartij. Dat is niet zo verwonderlijk, gezien het feit dat een motie
vaak wordt geformuleerd als een opdracht aan de regering. Als het goed is, doet
de regering al ongeveer wat de coalitiepartijen willen. Daarnaast zijn effecten
voor individuele partijen te zien. Deze zijn vanwege de beperkte periode
waaruit data beschikbaar is niet statistisch significant, maar aangezien we hier
over de populatie spreken is dat hier minder relevant. We zien dat de VVD
minder moties indient dan het CDA (die hier als baseline is genomen), en
ChristenUnie en PvdD duidelijk meer.
De stijging per jaar is, als we voor andere effecten
controleren, minder sterk dan we eerst vermoedden. Gemiddeld genomen zijn er, gecontroleerd voor andere effecten, sinds 2006 elk jaar zo’n 23 moties extra ingediend per partij. In totaal komt
dat voor 10 partijen dus uit op zo’n 230 moties. Dat is de autonome stijging
die we niet aan de hand van andere factoren kunnen verklaren. Dat is nog steeds
een behoorlijk aantal, maar ruim de helft minder dan de eerdergenoemde 500. De
grote stijging van het aantal ingediende Kamermoties is dus voor een belangrijk
deel het gevolg van de veranderde politieke verhoudingen, in het bijzonder de
versnippering van de Kamer.
Model 1
| |
(Intercept) | -61.20 |
(108.70) | |
Zetels | 31.05* |
(8.73) | |
Zetels (kwadraat) | -0.50* |
(0.17) | |
Coalitiepartij | -195.60* |
(44.41) | |
Jaar (2006=0) | 23.39* |
(7.82) | |
partijChristenUnie | 125.75 |
(97.75) | |
partijD66 | 53.21 |
(96.41) | |
partijGroenLinks | 26.94 |
(90.70) | |
partijPvdA | -73.00 |
(58.70) | |
partijPvdD | 75.27 |
(109.32) | |
partijPVV | 42.19 |
(82.80) | |
partijSGP | -7.39 |
(107.93) | |
partijSP | 41.32 |
(82.65) | |
partijVerdonk | -1.67 |
(117.00) | |
partijVVD | -133.12 |
(74.03) | |
N | 64 |
R2 | 0.77 |
adj. R2 | 0.70 |
Resid. sd | 85.78 |
Standard errors in parentheses
| |
* indicates significance at p < 0.05
Afhankelijke variabele: aantal ingediende moties door een partij in een jaar.
Zetelaantal en regeringsdeelname zijn in verkiezingsjaren als gewogen
gemiddelde berekend.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten