Pages

donderdag 22 april 2010

"Samen Leiden", maar waarheen? De positie van het coalitieakkoord

Afgelopen dinsdag presenteerde de nieuwe Leidse coalitie van D66, VVD, SP en CDA het coalitieakkoord getiteld "Samen Leiden". Na de aanvankelijke poging om alle partijen te betrekken in een breed gedragen college, bleven deze vier partijen over. PvdA werd al relatief snel de deur gewezen door D66, terwijl GroenLinks enige tijd later uit het overleg moest vertrekken, vanwege wantrouwen tussen GroenLinks en de VVD. Het akkoord bestaat uit een bestuursakkoord en een beleidsakkoord. Het bestuursakkoord ziet er op de manier van politiek bedrijven te verbeteren, iets wat de verziekte Leidse verhoudingen volgens alle partijen goed kunnen gebruiken.

In het beleidsakkoord staan enkele belangrijke beleidsuitgangspunten. Eén van de uitgangspunten van de 'nieuwe bestuursstijl is echter dat niet alles wordt dichtgetimmerd in het akkoord. De twee pagina's bevatten natuurlijk de belangrijkste kwesties zoals RijnGouweLijn en Oostvlietpolder, maar veel kleinere specifieke punten worden overgelaten aan College en raadsmeerderheden.

De vraag bij zo'n akkoord is wat de politieke richting is. Samen Leiden, maar waarheen? Vele kiezers hebben voor hun stemkeuze het advies van het Kieskompas gebruikt, dus één manier om een idee te krijgen waar het akkoord staat is het te plaatsen in de politieke ruimte van het Kieskompas. Eén beperking is daarbij dat beleidsakkoord niet op alle stellingen van het kieskompas een duidelijk antwoord geeft; eigenlijk maar op 9 stellingen, met name over Verkeer, Milieu en Economie. Als je dat doet, geeft het kieskompas het volgende beeld:


De posities van de partijen is in dit beeld alleen afhankelijk van de stellingen waarop het coalitieakkoord een antwoord geeft. Het akkoord (kruis) staat duidelijk ter rechterzijde, in de buurt van de VVD. Dit is ook niet zo vreemd. De VVD heeft immers binnen de coalitie het meest te verliezen bij het zoeken naar raadsmeerderheden, want die partij staat aan het rechteruiteinde van het spectrum. Toch is het opvallend dat de positie van het coalitieakkoord zo ver naar rechts staat. Dat komt wellicht door de manier waarop het Kieskompas bepaalde onderwerpen toewijst aan bepaalde assen.

Een andere manier om in kaart te brengen welke verschillen er zijn tussen het coalitieakkoord en de partijposities in het Kieskompas is door de overeenstemming te berekenen als percentage. Als een partij het steeds eens is met het coalitieakkoord is de overeenstemming 100%, als de partij steeds aan het andere uiterste staat is de overeenstemming 0%:

In deze figuur zien we duidelijke verschillen. Aan de ene kant staat GroenLinks: de overeenstemming met Samen Leiden is maar 31%. Het is dus niet heel vreemd dat deze partij het niet eens kon worden met de andere partijen over dit akkoord. Aan de andere kant staat de Stadspartij. Zij is het eigenlijk op elk punt eens met het coalitieakkoord. Ook de ChristenUnie is het vaak eens met de standpunten van het coalitieakkoord op de 9 stellingen. De coalitiepartijen CDA, D66 en VVD liggen allemaal rond de 70%, maar voor de SP is de overeenstemming minder dan 60%. Daar zit dus het grootste inhoudelijke meningsverschil in de coalitie.

Eén van de belangrijke afspraken in het akkoord is dat alle niet-genoemde onderwerpen aan de Raad zijn. Daarbij wordt dus steeds gezocht naar raadsmeerderheden. Daarbij zal de positie van het 'middelste' (mediane) raadslid doorslaggevend zijn: degene die in het midden staat tussen de uiterste standpunten in de raad. Als we er dus vanuit gaan dat op de 21 stellingen waarop het coalitieakkoord niets zegt, het 'middelste' raadslid beslist, verandert de mate van overeenstemming voor een aantal partijen sterk:

Het grootste verschil zit bij GroenLinks. Als men alleen naar het akkoord kijkt, is de overeenstemming maar 31%. Als we echter kijken naar de combinatie van collegeakkoord en raadsbesluit, stijgt de overeenstemming naar 63%. Ook voor de SP, PvdA, D66 en de PvdD stijgt de overeenstemming als we de invloed van de raadsmeerderheden meenemen. Voor de rechtse partijen neemt de overeenstemming echter af, Dat geeft aan dat het akkoord inderdaad vooral 'rechts' is. De SLO en VVD dalen beide ongeveer 15 procentpunt. D66 profiteert van de collegepartijen het meeste van het besluiten met wisselende Raadsmeerderheden. Deze partij staat immers vaak in het politieke midden.

Hieruit kunnen we twee dingen afleiden. Ten eerste, het collegeakkoord bevat meer rechtse dan linkse voorstellen (in ieder geval in termen van de stellingen van het Kieskompas). Dit is niet zo vreemd, want de VVD zal in de Raad niet zo gemakkelijk de handen op elkaar krijgen voor veel van hun voorstellen. SP en D66 kunnen hun voorstellen gemakkelijker door de raad krijgen als ze op onderwerpen GroenLinks en de PvdA meekrijgen.

Ten tweede, de VVD heeft het meeste te verliezen in de Raad. Er zal dus een soort spanning binnen het college ontstaan tussen CDA en VVD aan de ene kant en D66 en de SP aan de andere kant. De eerste twee partijen hebben er in zekere zin belang bij om als coalitie op te treden, terwijl de laatste twee partijen juist belang hebben bij het besluiten met wisselende raadsmeerderheden. Het is dus de vraag hoe de nieuwe politiek vorm krijgt. Zullen CDA en VVD bereid zijn om hun verlies te nemen voor bepaalde onderwerpen ter wille van de nieuwe werkwijze? En zullen D66 en SP echt actief op zoek gaan naar samenwerking over links? We zullen het zien.

3 opmerkingen:

  1. Een zeer interessante analyse. De coalitie kan het lang volhouden als de wethouders op hun beleidsterrein steeds raadsmeerderheden weten te krijgen. Is het mogelijk om dezelfde berekeningen uit te voeren, maar dan onderverdeeld naar wethoudersportefeuille?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inderdaad een interessante analyse, waarbij echter van te weinig concrete gegevens kon worden uitgegaan. Inmiddels ben ik te weten gekomen dat in ieder geval over één belangrijk beleidsterrein zo weinig verschil van mening bestond dat het niet nodig werd gevonden er een paragraaf in het beleidsakkoord aan te wijden. Dit betreft arbeidsmarkt- en re-integratiebeleid. Dat VVD en SP het hierover eens zijn is natuurlijk nogal vreemd. Er mag van worden uitgegaan dat ook op dit punt het meer een VVD-akkoord is dan SP'ers lief zou moeten zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Tom,

    Ben benieuwd hoe je er nu naar kijkt.

    Hartelijks.
    Paul van Meenen

    BeantwoordenVerwijderen