Tof Thissen probeerde vrijdagmiddag het onverklaarbare nog maar eens een keer uit te leggen. Als voorzitter van de kandidatencommissie dient hij immers zorg te dragen voor een goed proces. Netjes volgens de regels moeten potentiële Kamerkandidaten uitgenodigd, afgewogen en voorgedragen worden. Anders dan bij andere partijen speelt de kandidatencommissie bij GroenLinks de centrale rol: zij beslissen wie kandidaat is, niet het partijbestuur. Wie niet langs de commissie-Thissen komt, is niet langer kandidaat.
Zo zou dat ook gaan voor de lijsttrekker: de commissie geeft een, in principe bindend, oordeel over de geschiktheid van de kandidaat. Daarbij is niet de bedoeling om alle tegenstand bij voorbaat uit de weg te ruimen. Integendeel, de commissie moet met een meervoudige voordracht komen, in beginsel van 2 of 3 lijsttrekkerskandidaten. Als het er meer worden, wordt het zo onoverzichtelijk en logistiek lastig was de gedachte. Zo ging het ook bij het CDA; van de 12 lijsttrekkerskandidaten mochten er uiteindelijk maar 6 meedoen aan het referendum.
Bij het CDA selecteerde men in één middag; bij GroenLinks duurde dat allemaal langer. Het moest namelijk ‘zorgvuldig’: het favoriete toverwoord voor iedereen die een onbegrijpelijke gang van zaken nog maar eens moet uitleggen. Thissen leek verrast te zijn door de plotselinge ophef die is ontstaan nadat Tofik Dibi, volgens geruchten, afgewezen zou zijn als kandidaat. Terwijl vrijwel de hele partij, een hele stoet oudgedienden incluis, om een referendum roept, lepelt de kandidatencommissie nog een keer de procedure op. Thissen kan ook moeilijk anders. Hij is immers niet aangesteld om procedures aan de politieke werkelijkheid aan te passen, maar om ze te volgen.
De kandidatencommissie wilde Tofik Dibi geen positief advies geven, maar dat is wel vereist om aan de verkiezing mee te mogen doen. Als de commissie zou volharden in een dergelijk standpunt en dat zou leiden tot uitsluiting van Dibi, frustreert dat het democratisch gevoel binnen GroenLinks. Leden kunnen immers toch wel zelf bepalen wie zij het meest geschikt vinden als lijsttrekker? Geeft de kandidatencommissie toe aan deze druk, dan moeten zij Dibi wel geschikt verklaren als lijsttrekker. Maar dan doorbreekt ze de zo gewenste zorgvuldigheid in de procedure. De ‘zorgvuldige procedure’ stond daardoor een oplossing in de weg.
Uiteindelijk besloot het partijbestuur de regels toch te laten wijken voor het gezond politiek besef: ondanks een negatief advies mag Dibi meedoen aan het referendum. De vraag is of het niet too little too late is. Want de positieve energie die een referendum had kunnen geven, is nu al voor een goed deel weg.
Dit artikel verscheen eerder op Politieke Junkies.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten