Pages

donderdag 23 augustus 2012

Gebruik kieswijzers verstandig, overschat ze niet

De populariteit van online stemhulpen laat zien dat kiezers verder willen kijken dan de glimlach van de lijsttrekker. Ze bieden eerste hulp voor twijfelende kiezers door de standpunten van de kiezer met de posities van partijen te vergelijken. Een handig hulpmiddel, maar kiezers moeten de beperkingen kennen.


Bij de meeste algemene kieshulpen moet je als gebruiker antwoord geven op ongeveer dertig stellingen, variërend in onderwerp van de hypotheekrenteaftrek tot orgaandonatie. De meest bekende websites, StemWijzer en Kieskompas, proberen tot een zorgvuldige selectie van stellingen te komen. Die keuze is echter altijd enigszins arbitrair: waarom wel een stelling over Turkije in de EU en niet over Europees bankentoezicht (of andersom)? De selectie van de stellingen beïnvloedt de adviezen: uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij de ene set stellingen er veel meer adviezen voor sommige partijen komen, dan bij de andere set. Dit kan soms wel tientallen procenten verschillen.

Het bepalen van de antwoorden van partijen blijkt ook lastig. StemWijzer vraagt partijen zelf om hun antwoord te bepalen. Nadeel van deze aanpak is dat sommige partijen onpopulaire standpunten proberen weg te moffelen, zoals oud-CDA-spindoctor Jack de Vries toegaf. Kieskompas bepaalt de positie daarom op basis van het verkiezingsprogramma en andere bronnen. Dat is een transparante en onafhankelijke manier van werken, maar geen garantie op een onomstreden resultaat. Een voorbeeld: GroenLinks en de Partij voor de Dieren, beide voor het belasten van de reiskosten voor het woon-werkverkeer met de auto, maar niet met het openbaar vervoer, krijgen bij de betreffende stelling uiteenlopende posities.

Het belangrijkste verschil tussen StemWijzer en Kieskompas is de manier waarop het resultaat wordt gepresenteerd. StemWijzer laat zien hoe vaak je het met elke partij eens bent en baseert daarop een advies. Dat geeft echter maar beperkt inzicht in de vraag hoe ‘het politieke landschap’ er uit ziet. Daarom geeft het Kieskompas geen advies, maar plaatst het de gebruiker en partijen in dit politieke landschap.

Het is een mooi streven om kiezers te laten zien waar ze politiek gezien staan. De vraag is wel hoe het politieke landschap er dan uit ziet. Een ruimtelijke weergave van de politiek moet aan twee voorwaarden voldoen: het moet enigszins aansluiten bij hoe men over het algemeen denkt dat partijen verdeeld zijn en de antwoorden van partijen moeten aansluiten bij het model. Het is bijvoorbeeld vreemd als veel partijen die over het algemeen als conservatief worden gezien, tegen een conservatief voorstel zijn. In het Kieskompas worden partijen conservatiever ingeschaald als ze de alcoholleeftijd naar 18 te willen verhogen. Dat klinkt inhoudelijk redelijk, het is immers een inperking van persoonlijke vrijheid, maar in de praktijk willen progressieve partijen als SP, PvdA en GroenLinks, de alcoholleeftijd ophogen. De PVV is daar juist tegen, terwijl de partij verder vooral conservatieve standpunten inneemt. Is zo’n stelling dan een goede manier om te bepalen of een partij of een kiezer conservatief of progressief is?

Over het algemeen is de samenhang van de posities van de partijen op de verschillende Kieskompasstellingen vrij zwak, zeker op de links-rechts schaal. Traditioneel wordt als het gaat om sociaaleconomische onderwerpen een onderscheid gemaakt tussen ‘linkse’ (bijvoorbeeld SP, PvdA en GroenLinks) en ‘rechtse’ partijen (bijvoorbeeld VVD, CDA en ook wel PVV). Niet bij alle sociaaleconomische onderwerpen is deze tegenstelling echter te zien. Bij sommige vraagstukken, zoals de AOW-leeftijd, huurverhoging en het eigen risico in de zorg, is een tegenstelling te zien tussen meer hervormingsgezinde (o.a. D66, GL en VVD) en in economisch opzicht meer behoudende partijen (o.a. PVV en SP). Op de weergave van ‘het politieke landschap’ in het Kieskompas is dus wel wat af te dingen. In ieder geval zou gebruikers duidelijk moeten worden gemaakt dat het voorgeschotelde plaatje niet de weergave van het politieke landschap is, maar een weergave, namelijk die van de makers.

Het is al met al niet raar dat kiezers bij verschillende stemhulpen uiteenlopend advies kunnen krijgen. Hoe kun je daar als gebruiker chocola van maken? Kijk niet alleen naar de partij met welke je de meeste overeenkomst hebt, maar naar de top-5. Ga na waar de verschillen zitten met elk van deze partijen. Een stemhulp is geen magische sorting hat die kiezers feilloos naar partij indeelt. Gebruik ze als het startpunt voor een inhoudelijke stemkeus, niet als het definitieve antwoord.

Een licht ingekorte versie van dit artikel verscheen op 23 augustus in Trouw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten