Pages

zondag 9 mei 2010

De ruimte van de StemWijzer

Kieswijzers zijn een steeds populairder hulpmiddel bij het bepalen van iemands stemkeuze. In mijn vorige blogpost schreef ik al over de moeilijkheden van het samenstellen van een goede kieswijzer. Mijn collega Simon Otjes illustreerde het punt over de manier waarop kieshulpen hun advies presenteren met een analyse van het ruimtelijk model van het Kieskompas. Dat model blijkt problematisch omdat stellingen die volgens de makers van het Kieskompas één dimensie vormen, in de praktijk niet met elkaar samenhangen, althans niet wat betreft de partijen. Een inductieve analyse van de gegevens van het Kieskompas laten een heel ander model zien.

De StemWijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek maakt geen gebruik van een ruimtelijk model. Althans, je krijg geen plaatje te zien waarin jouw positie wordt vergeleken met die van de partijen. Er wordt gekeken naar de overeenstemming van je antwoorden met de antwoorden van partijen. Deze informatie kun je ook presenteren als een ‘ruimtelijk model’, maar dan een 30-dimensionaal model, waarbij elke stelling een 'dimensie' is. Nu weet ik niet hoe goed het voorstellingsvermogen van de gemiddelde lezer is, maar ik vind het nogal lastig om zo’n 30-dimensionaal model te visualiseren. Gelukkig hoeft dat ook niet. Want de antwoorden van partijen op de 30 stellingen hangen samen. Op een soortgelijke manier als Simon een inductieve analyse maakte van de stellingen van het Kieskompas, kun je dat ook doen van de stellingen van de StemWijzer:


Bovenstaand plaatje bevat dezelfde partijen als in het Kieskompas om de vergelijkbaarheid te vergroten. Met multidimensionale schaling is een weergave gemaakt waarin partijen die het vaak met elkaar eens zijn dicht bij elkaar staan en partijen die het vaak met elkaar oneens zijn ver van elkaar. Een tweedimensionaal model weet de belangrijkste tegenstellingen te vatten (Stress-I is 0.09). Deze analyse levert drie clusters van partijen op:

  • Links: GL/PvdA/PvdD/D66/ChristenUnie/SP, waarbij met name de SP een beetje buiten het cluster staat. Dat is in zekere in opvallend, omdat in Simon’s Kieskompas-model juist D66 wat verder van deze groep afstaat, de SP dichtbij en de ChristenUnie in een cluster met CDA en SGP.
  • Traditioneel rechts: CDA/VVD/SGP. Deze drie partijen vertegenwoordigen het ‘oude rechts’.
  • Populistisch rechts: PVV/TROTS. Deze twee partijen combineren een rechts geluid op veel onderwerpen met anti-establishment posities op andere stelling, bijvoorbeeld de AOW, Politie-inzet bij evenementen en een kortere WW.

De clusters van partijen komen niet helemaal overeen met die in de inductieve analyse van het Kieskompas. Een afwijkende positie wordt ingenomen door de ChristenUnie (meer naar links bij de StemWijzer) en de SP (verder weg van andere linkse partijen). Eén verklaring hiervoor is dat de tweede dimensie in de StemWijzer-data de populistische van de niet-populistische partijen onderscheidt: zowel PVV, TROTS als SP hebben hierop een hoge score. In de data van het Kieskompas wordt de religieuze tegenstelling als tweede dimensie onderscheiden. Die religieuze dimensie is in het tweedimensionale StemWijzer-model niet duidelijk zichtbaar. Maar als we in plaats van twee, drie dimensies onderscheiden (Stress-I = 0.04), lijken de modellen van StemWijzer en Kieskompas al meer op elkaar. De posities van de partijen op de drie dimensies aan de hand van de StemWijzer zijn als volgt:

Ik presenteer de drie dimensies los van elkaar. De ordening van partijen op de eerste dimensie loopt van (economisch) rechtse partijen PVV/VVD/CDA/TROTS/SGP naar de linkse partijen inclusief ChristenUnie en D66. Een tweede dimensie maakt een onderscheid tussen de liberale partijen VVD en D66 die met name de sociale zekerheid willen hervormen, naar de ‘economisch conservatieven’ van PVV en SP. De derde dimensie maakt een onderscheid tussen de religieuze en seculiere partijen, waarbij opvalt dat vooral TROTS in de hoek van de niet-seculieren wordt neergezet. Zowel in de gegevens van het Kieskompas als in de gegevens van het StemWijzers zijn dus drie dimensies te onderscheiden: sociaal-economisch, populisme of ‘new politics’ en religieus.

Er zijn dus wel verschillen tussen de StemWijzer en het Kieskompas in de selectie van stellingen, maar het onderliggende model van tegenstellingen is redelijk vergelijkbaar. Verschil is wel dat het Kieskompas dit inductieve model niet gebruikt, maar een deductief model (het bekende vierkant). De StemWijzer gebruikt dit model ook niet direct, maar de berekeningswijze sluit wel aan bij het model. Het nadeel van de StemWijzer is dat deze weinig inzicht geeft in de politieke verschillen tussen partijen. Het gebruik van een ruimtelijk model kan daar een bijdrage aan leveren.

Wie een volledig beeld wil krijgen van zijn politieke voorkeur, kan het beste zowel de StemWijzer als het Kieskompas gebruiken. Beschouw de uitkomst niet als een stemadvies, maar als een indicatie van je politieke positie. Kieshulpen zijn daarvoor heel geschikt, maar het is niet mogelijkheid om alle politieke verschillen in 30 stellingen te vatten. Daar is het partijstelsel te complex voor. Dat betekent ook dat er een hoop te kiezen valt. Gelukkig maar!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten