Pages

zondag 7 maart 2010

Winst en verlies in Leiden 2010: Verklaringen

In mijn vorige blogpost liet ik aan de hand van cijfers van de Gemeente Leiden zien in welke Leidse districten politieke partijen wonnen en verloren ten opzichte van de verkiezingen van 2006. Ik ging niet zozeer in op de verklaring van deze patronen, vooral omdat ik daar geen specifieke gedachten over had. Toch zijn er natuurlijk kwesties die vaak worden genoemd: Oostvlietpolder, Ringweg en RijnGouweLijn. Daarnaast zou een algeheel ongenoegen over de eigen leefomgeving kunnen meespelen in de stemkeuze. Een aantal van deze verklaringen voor de winst of verlies van partijen kunnen we met cijfermateriaal onderzoeken. Ik richt me hier op de RijnGouweLijn en de leefomgeving.




Over de RGL is in 2007 een referendum gehouden in Leiden. Daaruit bleek een groot verzet tegen de tramlijn onder de Leidse bevolking. Er zijn echter wel duidelijke verschillen tussen de Leidse districten (zie grafiek): in het Roodenburger-, Bos- en Gasthuis-, Merenwijk- en Stevenshofdistrict was het aantal nee-stemmers duidelijk groter dan in de andere districten.

Een tweede verklaring voor stemgedrag kan een negatief oordeel over de eigen leefomgeving zijn. Mensen die het idee hebben dat hun leefomgeving achteruit gaat, vertalen dat wellicht eerder in een stem op een oppositiepartij. De Gemeente heeft hier onderzoek naar gedaan in 2007. Er werd gevraagd of men het idee had of de leefomgeving voor- of achteruit was gegaan (of gelijk gebleven). Ook hier zien we verschillen tussen de wijken: het gevoel van achteruitgang van de leefomgeving is het sterkste in de Stevenshof, Noord en in mindere mate de Merenwijk.

Deze cijfers kunnen worden vergeleken met de relatieve winst en verlies van partijen in alle wijken. Dit geeft enig inzicht in de mate waarin deze variabelen een rol spelen. Toch is hierbij enige voorzichtigheid geboden: dit zijn allemaal gegevens over de districten, niet over individuen in de districten. Snelle conclusies op basis van dit soort gegevens kunnen leiden tot een ecological fallacy. In onderstaande grafiek staat de correlatie tussen de relatieve winst/verlies van elke partij (in elk district) en elk van de verklarende variabelen (in elk district). De sterke positieve waarde van SP voor Leefbaarheid geeft bijvoorbeeld aan dat de SP vooral goed scoorde (= minder verloor t.o.v. 2006) in wijken waar meer mensen vonden dat hun wijk achteruit gaat. Getallen van boven de +- 0.55 leveren steeds een statistisch significant verband op (niveau 0.05).



Voor de PvdA en het CDA zien we een redelijk sterk negatief verband tussen Leefomgeving en RGL Nee en winst of verlies in de verkiezingen. Dit betekent dat deze partijen vooral verloren t.o.v. 2006 in wijken waarin veel mensen vonden dat de leefomgeving achteruit was gegaan en in wijken waarin relatief veel mensen tégen de RGL hebben gestemd. Natuurlijk verliest de PvdA overal, maar vooral in de wijken die sterk tegen RGL en negatief gestemd waren over de RGL.

Voor andere partijen zien we een positief verband tussen het aantal mensen dat tegen de tram stemde en het resultaat bij de verkiezingen: SP, D66 en Leefbaar Leiden. Dit zijn allen tegenstanders van de RGL. Hoewel ook andere partijen zich hebben verzet tegen de tram (CU, SLO), maar we zijn daar op wijkniveau geen effect van. Voor GL, VVD, SLO en CU zijn er geen duidelijke effecten op wijkniveau te zien van de tram.

Als we kijken naar de leefomgeving, zien we dat met name SP, VVD, CU, LL en SLO het relatief goed hebben gedaan in wijken waar men negatief was over de leefomgeving. Met uitzondering van de VVD waren dit allemaal oppositiepartijen. Wellicht heeft de VVD met de boodschap van 'harde aanpak van criminaliteit' juist ook deze kiezers weten aan te spreken. Voor D66 en GL zien we hierbij op wijkniveau geen verschillen.

Hoewel deze gegevens op wijkniveau tot voorzichtige conclusies nopen, bevestigen de gegevens de te verwachten patronen: partijen die tegen de RGL waren winnen vooral (of verloren minder) in wijken waar men in grote getale tegen de tram stemde. En oppositiepartijen deden het beter in wijken waarin bewoners het gevoel hadden dat de wijk achteruit ging. Dit ging met name op voor de rechtse partijen en de SP. Opvallend is wel dat het verlies van GroenLinks op deze manier niet te verklaren is. Dit verlies was ook redelijk gelijk verspreid over de stad. Wellicht is het te verklaren door andere factoren (Oostvlietpolder, vertrek uit college).

6 opmerkingen:

  1. Hartstikke leuk dit soort statistieken.

    Kan er ook een verband zijn tussen de waardering van de eigen leefomgeving en de meerwaarde die de bewoners zijn van de RGL voor hun eigen leefomgeving. Oftewel kan het zijn dat men vindt dat het geld aan de RGL beter bestaat kan worden aan problemen in hun leefomgeving?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Frederik Zevenbergen8 maart 2010 om 00:44

    Het grappige is dat ook het horecasluitingstijden referendum destijds meer NEE stemmers trok in wijken waar nauwelijks horeca is/was dan in bijvoorbeeld het centrum.

    @anoniem : Ik zou het niet vreemd vinden dat mensen uit bijvoorbeeld de Stevenshof naar de Stevensbloem kijken en denken : doe dat maar eens eerst opknappen voordat je als gemeente bedrag X investeert in de RGL. Even los van alle eigendomsverhoudingen etc. etc. (en wat opknappen betreft heeft men ook gewoon gelijk).

    Interessante analyse Tom, ik lees ze iedere keer weer met veel plezier. Ik heb nog wel een idee over de kwaliteit van de leefomgeving en de beleving daarvan. Het zou mij niet verbazen als het tekort (of vermeende tekort) aan parkeerplaatsen een rol speelt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Leuke analyse, maar ik denk toch dat de Oostvlietpolder belangrijker zou zijn. Daarnaast spreek je over de VVD als coslitiepartij en de SP als oppositiepartij, terwijl je data van 2007 gebruikt. Toen zat de SP namelijk nog in de coalitie en de VVD nog niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @Anoniem: Dat zou kunnen; om dat te onderzoeken heb je wel preciezere gegevens nodig over wat mensen vinden.

    @Frederik: Bedankt voor je reactie! Parkeerproblemen kunnen daarvan inderdaad een belangrijk aspect zijn (zou ook de VVD stem goed kunnen verklaren). Daar is ook wat aparte data over, dus ik zal er eens naar kijken.

    @Vincent: De Oostvlietpolder is m.i. ook een belangrijk dossier, waarschijnlijk juist ook voor GroenLinks, ik heb er alleen geen gegevens over op wijkniveau.
    De SP zat inderdaad in de coalitie in 2007 en de VVD in de oppositie; het gaat hier echter om de stem van mensen uitgebracht in 2010. Die kun je volgens mij deels verklaren door te kijken naar ongenoegen over de leefomgeving. Je ziet dat in wijken waar men in 2007 ontevreden was over de woonomgeving, men in 2010 vaker op VVD, SP, SLO, LL en CU stemt. Dit waren de laatste twee jaar (op de VVD na) oppositiepartijen.
    Mijn verwachting zou overigens zijn dat de (on)tevredenheid over de leefomgeving niet dramatisch is veranderd tussen 2007 en 2010, maar ik ben benieuwd naar de volgende reeks gegevens daarover.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Marije van den Berg9 maart 2010 om 22:02

    Fijn, dit soort analyses. Maar één ding zit me toch wel dwars: ook in 2006 konden mensen al "over de RGL" stemmen. De mensen die destijds tegen waren, stemden ook al niet op de PvdA en wel op de SP, maar weer niet op D66. En die verschuiving van de ChristenUnie? Hoe zit dat in deze analyse?

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @Marije: Allicht stemden mensen die in 2006 tegen de tram waren niet op de PvdA. Maar er waren toen wellicht ook mensen die nog geen duidelijke opvatting over de tram hadden: tijdens de verkiezingen van 2006 behaalden de pro-RGL partijen een meerderheid, maar toch werd het referendum verloren. Er is dus vast een groep mensen die pas in de aanloop van het referendum hun standpunt over de RGL heeft bepaald. Daarnaast is mijn claim ook niet dat de PvdA heeft verloren onder tegenstanders van de RGL: ik constateer slechts dat de PvdA het vooral slecht heeft gedaan (veel verloren t.o.v.) in wijken waar men veelal tegen de RGL heeft gestemd.
    D66 was in 2006 natuurlijk nog vóór de RGL (http://d66leiden.aspira.nl/uploads/documents/1.pdf).

    Het is inderdaad opvallend dat er voor de CU geen relatie met het onderwerp RGL bestaat. Wellicht trok de partij in 2006 mede veel stemmen door het RGL-standpunt. In 2010 had de kiezer meer partijen die daar tegen waren (bijvoorbeeld D66); het kan zo zijn dat die kiezers van partij zijn veranderd.
    Daarnaast: Met uitzondering van de Stevenshof verliest de CU eigenlijk overal redelijk gelijkmatig. Een analyse over de verschillen tussen de wijken kan zo'n verlies niet verklaren.

    BeantwoordenVerwijderen